Solomon mag in Nederland geen bestaan opbouwen, maar kan nergens anders naartoe

Illustraties door Joanna Blémont (voor De Correspondent)

Sommige mensen mogen niet in Nederland zijn, zo is ooit besloten. Waar ze wel naartoe kunnen, is maar de vraag. Solomon is een van hen. Zijn verhaal laat zien hoe onmenselijk het beleid rondom ongedocumenteerden is.

Iedere ochtend om acht uur start Solomon (51) met vuilprikken. Hij is dakloos en ongedocumenteerd, maar kan met dit (zwarte) baantje wat bijverdienen.

Als hij om drie uur ’s middags stopt, krijgt hij daar vijftien euro voor. Tenzij hij in de avond ook doorprikt: dan krijgt hij een tientje extra. Hij koopt er eten van, vertelt hij me als we afspreken op zijn werkplek.

Als je Solomon ziet, zou je niet zeggen dat hij op straat leeft. Hij ziet er doodgewoon uit. Loopt op gympen in keurige spijkerbroeken en truien, die mag hij wassen op de plek waar hij ook zwartwerkt. Hij is welbespraakt, Is vriendelijk en heeft alle keren dat ik hem heb ontmoet nog nooit geklaagd. Dat is opmerkelijk, want hij heeft daar alle reden toe.

Solomons levensverhaal laat namelijk zien hoe steeds strengere wetten en regels ertoe hebben geleid dat mensen zoals hij niet meer uit armoede en ellende kunnen ontsnappen. En dus gaat hij iedere avond, nadat hij een dag lang het vuil van anderen van de straat heeft geraapt, op zoek naar een bed op straat.

Nooit meer echt vrij

Ik ontmoette Solomon via ze zijn vrienden en hij sloot een keer aan toen we kip gingen eten. Eén keer kip eten werd meer keer kip eten, en zo leerde ik langzaamaan steeds meer over zijn leven.

Solomon vertelt me dat hij op zijn achttiende uit Ethiopië vluchtte. Hij bracht een aantal jaren door in Soedan, en kwam daar weer weg door zich te verstoppen in een olietanker. Het idee was naar zijn broer in Amerika te gaan, maar bij een controle in Nederland werd hij van het schip gehaald. Rond 1992 kreeg hij een tijdelijke verblijfsvergunning en verhuisde hij naar de Randstad om te gaan studeren. Daar begon hij te experimenteren met drugs; eerst een beetje, maar snel meer. Om dit te kunnen betalen, ging hij stelen, en werd uiteindelijk gepakt.

In eerste instantie dacht Solomon dat hij maar een paar maanden naar de gevangenis zou moeten, maar dat werden er meer. Hij vertelt me dat een aantal lichtere vergrijpen, inbraak in huizen en auto’s, gestapeld werden. ‘Ik was dom in de rechtbank: ik lachte. De rechter gaf toen aan dat hij dacht dat ik de vergrijpen niet serieus zou nemen als ik een lichte straf kreeg, dus dat werd vier jaar.’

Geen reclassering, geen huisvesting, geen uitkering, geen enkele verzekering en zelfs geen bankrekening meer

Toch kwam hij na twee jaar vrij. Solomon vertelt me dat hij direct probeerde zijn verblijfsvergunning te verlengen, maar dat ging niet. ‘De boodschap die ik bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst kreeg was dat ik ongewenst was verklaard.’ Vreemdelingenadvocaat geeft aan dat hij vermoedt dat Solomons

Solomon was opeens een geworden. Dit betekende niet alleen dat hij in één klap ongedocumenteerd is, in Nederland verblijven is nu zelfs Bij willekeurige controles kan hij, zonder enig misdrijf te hebben begaan, de gevangenis in gaan. Ook maakt hij nergens meer aanspraak op: geen reclassering, geen huisvesting, geen uitkering, geen enkele verzekering en zelfs geen bankrekening meer. De boodschap was en is duidelijk: hij moet weg.

Er is alleen één probleem: zijn geboorteland Ethiopië wilde hem ook niet meer terug hebben. Tevergeefs werd Solomon zes keer aan de Ethiopische ambassades en één keer aan de Marokkaanse ambassade gepresenteerd, omdat hij vloeiend Arabisch spreekt na zijn tijd in Soedan. Nergens kreeg hij een een document waarmee hij mag terugkeren naar zijn land van herkomst. ‘Mijn naam schijnt ook in Ethiopië niet meer geregistreerd te staan. Ik mag niet terug, ondanks dat ik zou willen: alles beter dan hier wisselend op straat en in een detentiecentrum slapen.’

Solomon is nu nergens gewenst, nergens heeft hij een identiteitsbewijs. Zou hij naar Ethiopië willen teruggaan, dan kan dat alleen op een illegale manier – wat weer de Maar zelfs als hij hiertoe bereid is, heeft hij er geen geld voor. Hij vertelt mij dat hij niet weet wat hij moet doen.

De consequenties van zijn verslaving blijken voor Solomon enorm: echt vrij kwam hij nooit meer. Vanaf nu moest ook hij gaan overleven in een land waar iedereen meer rechten zou hebben dan hij.

Steeds minder mensenrechten

Mensen als Solomon hadden vroeger, zo’n dertig of twintig jaar geleden, als ze in Nederland terechtkwamen, een minder zwaar bestaan. In de jaren negentig was er nachtopvang voor hen beschikbaar, of ze nu een verblijfsvergunning hadden of niet. Maar langzaamaan werd het overheidsbeleid steeds restrictiever. In 1994 trad de Wet op de identificatieplicht in werking. In 1995 verbood hen te werken. En in 1998 sloot de de toegang tot vrijwel alle publieke voorzieningen af, zoals maatschappelijke opvang, bijstand, AOW, WAO en toeslagen.

Ik zie bejaarde patiënten dag en nacht huizen bouwen, tot ze omvallen. En dan moeten ze nog dankbaar zijn ook

Het idee was dat totale uitsluiting zou zorgen voor terugkeer. In de praktijk gebeurt dat niet. Omdat dat vaak helemaal niet meer gaat, zoals we bijvoorbeeld bij Solomon zien. Wat het wel doet: een onderklasse in onze samenleving creëren van mensen die extreem gemarginaliseerd leven.

Iedere week zie ik vanuit mijn straatartsenpraktijk hoe zij uitgebuit worden, nog het ergste door mensen die zeggen goed te willen doen. Ik heb een patiënt van bijna zeventig jaar oud met eelt op haar handen die werkt als kindermeisje voor iets meer dan dertig euro per week. Ze kreeg kanker, maar zorgde wel dat ze drie dagen na de operatie weer aan het werk kon. Veel van mijn patiënten werken als koks op de Rotterdamse West-Kruiskade, non-stop. Ik zie dag en nacht huizen bouwen, tot ze omvallen.

En dan moeten ze nog dankbaar zijn ook.

Als deze mensen ziek worden, zie ik hoe snel ze uit hun fragiele netwerk worden gegooid. Er is niemand die ze beschermt, integendeel.

In 2013 diende de in navolging van de en een klacht in tegen Nederland bij het Europees Comité voor sociale rechten van de Raad van Europa. De Protestantse Kerk vond dat de staat het recht van niet-gedocumenteerde volwassenen op voedsel, kleding en onderdak – zoals beschreven in het – moet nakomen. Het Europees Comité oordeelde dat de maar de Nederlandse regering Er volgde waarvan de tekst zo vaag was dat deze op meerdere manieren te interpreteren was.

Mij leerden al die aantijgingen tegen de Nederlandse staat vooral dit: hoewel verdragen zoals het Europees Sociaal Handvest worden ontwikkeld door dezelfde staten die verantwoordelijk zijn voor de implementatie, kan een land toch besluiten het verdrag een beetje naar zijn eigen (politieke) smaak te interpreteren. Vervolgens blijken er geen harde mechanismen te zijn voor organisaties of individuen om de rechten zoals beschreven in die verdragen af te dwingen. Een land krijgt misschien wat forse tikken op de vingers, maar kan dat zonder al te veel consequenties verder gewoon negeren.

Simpeler gezegd: er is in Nederland blijkbaar voldoende ruimte om mensen mensenrechten te onthouden, omdat met name de sociale grondrechten door onze overheid 

De gevolgen daarvan, die zie ik bijna iedere dag.

Prima slapen in een boedelbak

Nadat hij vrijkwam had en kon Solomon niks meer.

Hij viel kort terug in gebruik, maar realiseerde zich dat dit zijn problemen groter zou maken. Hij kickte zelfstandig af: Hij kreeg een relatie, maar die liep na aan aantal jaar stuk op zijn stateloosheid, vertelt Solomon. Om zijn ex-vriendin niet bezorgd te maken, loog hij dat hij woonruimte had. Hij gaf haar zijn laatste geld, en ging zelf terug de straat op. Ik weet zijn ex-vriendin op te sporen en zij beaamt Solomons verhaal. Ze is hoogst verbaasd en verdrietig dat Solomon al jaren op straat slaapt.

Toch was dat zo, tot het moment dat ik hem voor het eerst zag. Soms waren er vaste plekken, zoals een bij een tankstation. Daar sloop hij iedere avond in, met stille toestemming van de Joegoslavische schoonmaker die hem stiekem broodjes gaf. Die deelde Solomon weer met andere dakloze vrienden.

Hij sliep daar prima, zegt Solomon me tijdens een autoritje op weg naar een tijdelijke slaapplek. Hij vergeet zijn gordel om te doen, want in een auto zit hij nooit. ‘Ik werd niet nat en de bak waaide niet om. Het is overleven. Wat kan ik erover zeggen?’

Zoals ik al schreef: Solomon is niet zo’n klager.

Zo snel mogelijk door naar het detentiecentrum

De afgelopen jaren steeds meer mensen die moeten leven als Solomon en Amro – niet alleen door ons strenge beleid binnen onze grenzen. Nederland binnenkomen is namelijk ook steeds moeilijker.

De Europese Unie sluit met landen die niet tot de EU worden toegelaten vanwege hun schending van mensenrechten, en zet deze landen vervolgens Het strenge visumbeleid dwingt mensen ertoe Niet alleen zijn deze routes vaak dodelijk – – ook raken migranten vaak getraumatiseerd doordat ze door smokkelaars en grenswachten zijn bedreigd. Van vrouwen heb ik gehoord dat zij onderweg Vervolgens kom je aan op een bestemming waar je wederom in een heel lastige positie zit.

De hoogzwangere vrouw moest vooral snel door naar het detentiecentrum

Je verplaatsen zonder papieren lijkt steeds meer te worden gezien als een criminele daad. Het onderwerp migratie is zelfs verschoven van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar Justitie en Veiligheid: mensen op zoek naar veiligheid worden gezien als Zo was ik eens betrokken bij de opvang van migranten die in een havencontainer waren gevonden. Het was snikheet en mijn oog viel op een hoogzwangere vrouw.

Toen ik aangaf dat ik haar wilde onderzoeken werd de angstige vrouw naar mij toe gebracht door drie gewapende mannen van de Koninklijke Marechaussee, die weigerden haar alleen te laten. Maar zwangere vrouwen in deze positie zijn kwetsbaar, en praten met drie gewapende mannen naast je maakt een stressvolle situatie alleen maar stressvoller. Een beschaafd land zou haar júíst moeten beschermen; in plaats daarvan werd zij behandeld als een crimineel. Zelfs een tolkentelefoon bellen was te veel. Ze moest vooral snel door naar het detentiecentrum.

Op deze manier bestrijdt Nederland de symptomen van ons eigen beleid. Want als je als migrant dit alles overleeft, dan ga je natuurlijk ook niet zomaar weer weg. Deze mensen leven hier voort in limbo: ze kunnen niks bijdragen, maar kosten wel veel geld. Wekelijks zie ik mensen tussen straat, ziekenhuis en detentie rondgeschoven worden.

En wat schieten we ermee op?

Een verhaal zonder happy end

Het beleid dat we kiezen Maar belangrijker: een groot onderzoek in Spanje liet zien dat de legalisatie van 600.000 immigranten terwijl het de economie Dat verbaast me niks. zijn

Vijf dagen in de week staat Solomon om zeven uur ’s ochtends op vanuit een portiek, bankje of park om uren achter elkaar vuil te prikken, waarna hij in de stad rondhangt tot het donker is en hij weer naar zijn slaapplek durft te gaan.

Hij zou denk ik prima als tolk kunnen werken, maar heeft ook een opleiding gedaan in de bouw, een sector waar we in Nederland juist Toch worden in Nederland liever arbeidsmigranten vanuit de hele wereld geworven dan dat we hem een tweede kans zouden geven. Terwijl deze man het doorzettingsvermogen heeft om vanuit de straat af te kicken.

Dat mannen als Solomon en Amro ondanks dit alles zo levenslustig blijven: dát is wat mij betreft een godswonder. De onmenselijke situatie waarin mijn patiënten zich bevinden kan ik niet oplossen: me om hen bekommeren kost veel energie. Ze bestaan voor de Nederlandse staat niet, dus ik sta per definitie voor een gesloten deur.

Soms slaap ik er minder om.

Maar hoe ellendig ook, ik zie altijd nog de mens die voor me zit – die overeind blijft en met wie ik contact kan maken. Die er ís.

Door een oproep op sociale media heb ik Solomon een tijdelijk huis kunnen geven, en hopelijk straks nog iets meer. Met zowel Solomon als Amro start ik een rechtszaak voor een verblijfsvergunning. Misschien helpt het iets, maar waarschijnlijk niet. Dit is geen verhaal met een happy end: de kans is het grootst dat ze op straat zullen sterven.

Toch probeer ik hun leven iets te verbeteren.

Want als ik iemand dicht bij huis niet help, help ik de wereld in het groot niet.

Meer lezen?