Geschokte koppen in het internationale nieuws: de premier van Nieuw-Zeeland, Jacinda Ardern, stapt onverwachts op. Uit haar verklaring blijkt dat de intense druk van het leiden van een land in tijden van pandemie, wereldwijde inflatie, terreuraanvallen en natuurrampen niet eindeloos vol te houden is. ‘Ik ben een mens’, zegt ze, en na vijfenhalf jaar regeren ‘is de tank leeg’. Ze zou haar land geen dienst doen door langer te blijven, zegt ze. De emotie is hoorbaar: haar stem breekt terwijl ze praat.
Haar speech lokte uiteenlopende reacties uit: sympathie en begrip; woede; het verwijt dat ze opgeeft net nu zij en haar Labourpartij kelderen in de peilingen, en dat ze Labour in de problemen brengt voor de aankomende verkiezingen van oktober 2023.
Sommigen zoeken een politieke verklaring en wijzen op de dossiers die Arderns regering niet rond wist te krijgen (zoals het belasten van agrarische klimaatuitstoot en de felle huisvestingcrisis). Anderen wijzen naar de toenemende doodsbedreigingen en de niet-aflatende seksistische bagger waarmee Ardern dag in dag uit te stellen heeft. En weer anderen komen met de voorspelbare reactie: zie je wel, het kan niet, moeder zijn én leider. Girls can’t have it all.
Waarom Ardern zo in de aandacht staat
Het nieuws van haar vertrek gaat in rap tempo de wereld over, en krijgt meer aandacht dan je zou verwachten voor een relatief klein land. Ardern heeft wereldwijd dan ook een ongeëvenaarde symboolfunctie toebedeeld gekregen.
Terwijl er de afgelopen jaren wereldwijd rechtse mannetjesputters aan de macht kwamen, gebeurde in Nieuw-Zeeland precies het omgekeerde. Toen Ardern werd verkozen in 2017 was ze nog geen veertig. Ze wordt vaak in één adem genoemd met politieke kometen Obama, Trudeau en Macron, en voegde wegens haar populariteit het woord ‘Jacindamania’ toe aan het lexicon. Maar het regende ook hatelijkheden. Wat zegt Arderns optreden en de sterke reacties die ze uitlokt over onze blik op vrouwen en macht?
Jacinda Ardern, geboren in 1980, was bij haar aantreden als premier pas 37 jaar, maar ze verscheen niet uit het niets. Al op haar zeventiende werd ze geronseld door een politiek actieve tante. Ze studeerde politieke communicatie, werkte voor haar vrouwelijke voorganger, premier Helen Clark, evenals voor de Britse minister-president Tony Blair, en ze was voorzitter van de International Union of Socialist Youth.
Ardern gooide al langere tijd hoge ogen binnen haar partij, Labour. Toen die in 2017 historisch laag stond in de peilingen, besloot leider Andrew Little terug te treden, en vroeg hij Ardern om zijn plaats in te nemen. Het was slechts een paar maanden voor de verkiezingen. De legende wil dat Ardern de baan zeven keer afwees, uit twijfel aan haar eigen kunnen. Toen ze eenmaal accepteerde, steeg Labour pijlsnel in de peilingen. Korte tijd later was Ardern premier.
Progressief en ‘menselijk’
Daarmee kreeg Nieuw-Zeeland een uitgesproken progressieve roerganger. Ardern zette stappen om abortus uit het Wetboek van Strafrecht te halen, toonde zich bewust van de gevoelige koloniale geschiedenis van haar land, en vormde een parlement met een recordaantal Maori (de oorspronkelijke bewoners).
In 2019 nam Arderns regering, met slechts één tegenstem, de historische Zero Carbon Act aan, waarmee Nieuw-Zeeland een van de eerste landen is die de klimaatdoelen uit het Parijsakkoord wettelijk verankert. Haar regering zette vaart achter het ideaal van een totaal rookvrij land. Internationale oogstte Ardern lof met haar daadkrachtige ‘Go hard, go early’-aanpak van de pandemie, waardoor covid in Nieuw-Zeeland bijzonder weinig slachtoffers claimde, al leverden de strenge lockdowns, met hun economische repercussies, haar van rechterzijde scherpe kritiek op.
Ardern schoof een andere waardeset naar voren, waarbij het woord ‘humanity’ vaak viel: menselijkheid
Een andere opvallende pijl uit Arderns progressieve koker was haar ‘wellbeing budget’, geboren uit de overtuiging dat het succes van een land niet enkel gemeten zou moeten worden aan de hand van geld, maar vooral aan de hand van het welbevinden van de inwoners.
Nieuw-Zeeland is rijk, aldus Ardern, maar heeft ook schrikbarende statistieken op het gebied van zelfmoord, huiselijk geweld en kinderarmoede. Daarom schoeide ze haar staatsbudget niet op financiële argumenten alleen, maar richtte ze het in om het welzijn te vergroten: er gingen bijvoorbeeld miljarden naar geestelijke gezondheidszorg, armoedeverlichting en de transitie naar duurzaamheid. ‘Economische groei alleen maakt een land niet groots. Dus het is tijd om ons te richten op de dingen die dat wél doen’, zei Ardern.
Mensen staan op één, was Arderns boodschap, niet geld. Ze schoof daarmee een andere waardeset naar voren, waarbij het woord humanity vaak viel: menselijkheid. En menselijkheid gaat om meer dan cijfers en prestaties.
Alsof ze dat punt nog eens goed wilde maken, werd Ardern de tweede regeringsleider ooit die in functie beviel van een kind. Na de komst van haar dochter, nog geen jaar na haar aantreden, nam ze zes weken verlof. Ze keerde vervolgens terug naar haar post, terwijl haar vriend, een bekende tv-presentator, huisvader werd. Dit alles kon het publiek volgen via Instagram.
De horror van Christchurch
Ardern wordt met name geroemd om haar optreden na het bloedbad dat een Australische man op 15 maart 2019 aanrichtte in twee moskeeën in Christchurch. Hij doodde 51 mensen en verwondde er nog eens 48. Vlak voor het schieten begon, stuurde hij een lang manifest vol racistische, extreemrechtse ideeën de wereld in; de aanslag zelf filmde hij en zond hij live uit op Facebook.
Aan Ardern de taak om haar land door de nasleep van de slachting te leiden. De manier waarop ze dat deed, gold bijna onmiddellijk als een voorbeeld van moreel leiderschap. Ten eerste veroordeelde Ardern de aanslag ronduit als terrorisme en schaarde ze zich onomwonden achter de getroffen moslimgemeenschap, met de woorden ‘they are us’. Ze beloofde semiautomatische wapens te verbieden, en deed dat ook, binnen een maand. De dader weigerde ze de faam te gunnen die hij zocht, met de belofte: ‘You will never hear me speak his name.’
Foto’s van Ardern die, gehuld in hijab, nabestaanden omhelst, gingen de wereld over. Ardern werd geprezen om haar solidariteit en empathie. Hier was een wereldleider die haar haar bedekte uit respect voor moslims! Een anti-Trump! Zo menselijk kon macht er dus uitzien. Eindelijk, een echte leider. Eindelijk iets anders.
Een ‘te knappe’ premier
Al waren haar politieke ideeën volgens critici inhoudelijk niet zó veel anders dan die van haar Labour-voorgangers, Jacinda Ardern ontketende een ware rage. Haar partij zag na haar aantreden een enorme toename in het aantal donaties; vrijwilligers en media-aandacht stroomden toe. Wat zorgde voor ‘The Jacinda Effect’?
Sommige commentatoren wezen op Arderns positiviteit, haar openhartigheid en haar vermogen om het vertrouwen van mensen te winnen. Anderen waren minder flatteus.
Arderns tegenstrevers deden er alles aan om haar jeugd, geslacht en uiterlijk tegen haar te keren
Jacindamania? Pff, jeugd en een knap uiterlijk, klonk het direct. Maar, bromde de ene politieke rivaal, Ardern miste de inhoud en de hersenen om een land te leiden. Haar populariteit zou niet duren, voorspelde de ander: dit jonge ding was niet meer dan stardust, sterrenstof. Politici moeten méér kunnen dan ‘glimlachen en zwaaien’, zei de derde, en de vierde oppositieleider sneerde dat Ardern moest bewijzen méér te zijn dan ‘lipstick on a pig’. Arderns tegenstrevers deden er kortom alles aan om haar jeugd, geslacht en uiterlijk tegen haar te keren, door in te spelen op het cliché van de oppervlakkige bimbo.
Niet alleen de oppositie, ook de media legden nadruk op haar uiterlijk. Zo was er de Australische interviewer Charles Wooley, die tijdens een uurlang tv-gesprek meermaals benadrukte hoe aantrekkelijk hij de premier vond, en viste naar de precieze datum van de verwekking van haar kind: was het tijdens de campagne? Hij vroeg niets over haar beleid of ideeën, en de enige ‘politieke’ vraag die hij stelde was: ‘Hoe komt een aardig mens als jij terecht in de vuile wereld van de politiek?’ Alsof het om Roodkapje gaat die zich het donkere bos in waagt. Het is moeilijk voorstelbaar dat een mannelijke politicus zo badinerend wordt ondervraagd, of zich zo láát ondervragen.
Is Ardern niet ‘te knap’, dan is ze wel te lelijk. Vanwege haar prominente voortanden wordt ze regelmatig vergeleken met een paard, of fotoshopt iemand een bos penen in haar tas.
Dat het uiterlijk van hun premier voor veel Kiwi’s een steen des aanstoots is, werd nog eens duidelijk toen in 2019 de hashtag #TurnArdern opdook. Die stond voor de oproep om alle tijdschriften of boeken die Arderns gezicht op de cover hadden, om te draaien, zodat zij niet langer te zien zou zijn.
#TurnArdern werd een beweging. Mensen plaatsten filmpjes op sociale media waarin ze Arderns gezicht in de kiosk of supermarkt onzichtbaar maakten. De initiatiefnemer legde uit dat hij vond dat de premier te veel op covers stond. Hij wilde ‘een premier, geen fotomodel’.
Was Ardern te zichtbaar, te knap, te lelijk? Of worden er simpelweg veel mensen ongemakkelijk bij het beeld van een machtige vrouw?
Vrouwen en macht
Natuurlijk: in elke gezonde democratie krijgt een politicus te maken met kritiek. Maar een belangrijk deel van de afkeuring die Ardern opriep, ging nadrukkelijk niet over de inhoud van haar beleid. Sterker nog, ze was erop gericht om het daar niet over te hoeven hebben. Zolang je kunt zeuren over de tanden, kleding, stem of rimpels van een politica, of juist kunt gniffelen over haar tieten, hoef je haar argumenten geen aandacht te schenken. Niet voor niets lijkt het verspreiden van (neppe) naaktfoto’s van progressieve vrouwelijke politici een leuke rechtse hobby.
Zulke tactieken mogen dan modern overkomen, ze hebben een millennialange geschiedenis. Vrouwen die hun stem publiek verheffen – en zéker in de politiek – maken zich al sinds mensenheugenis impopulair bij mannen die vinden dat de plek van de vrouw in huis is, en dat het woord aan hén is.
Onze ideeën over welbespraaktheid en retorica wortelen nog altijd in een klassieke traditie die de vrouwelijke stem wegzet als een aberratie
Classica Mary Beard schreef met Women & Power een briljante, geestige geschiedenis van de manieren waarop vrouwen al eeuwen het zwijgen wordt opgelegd. Ze begint bij de Odyssee van Homerus, waarin koningin Penelope, de vrouw van Odysseus, en plein public van haar net volwassen zoon te horen krijgt dat ze haar mond moet houden omdat ‘spraak een mannenzaak’ is. Via Romeinse oratoren, die meenden dat hoge (vrouwelijke) stemmen ‘lafheid’ uitdrukten, en beroemde romanciers, die vonden dat vrouwenstemmen de taal zouden vervuilen tot hij klonk als het loeien van koeien of het balken van ezels, brengt Beard een ononderbroken lastercampagne tegen de vrouwelijke stem in kaart.
Ze toont hoe onze ideeën over welbespraaktheid en retorica nog altijd wortelen in een klassieke traditie die allesbehalve vrouwvriendelijk is, en die de vrouwelijke stem wegzet als een aberratie. Nog altijd, schrijft Beard, wordt van vrouwen veel vaker gezegd dat ze piepen, janken, kijven, krijsen, kakelen of andere niet-menselijke geluiden voortbrengen. Of dat hun stemmen ‘gewoon onprettig’ zijn om naar te luisteren.
Ook bij Ardern werd deze antieke kaart getrokken. Nadat ze haar indrukwekkende toespraak hield na de aanslagen in Christchurch, waarbij ze beloofde dat ze de naam van de dader niet uit zou spreken, tweette de Australische tv-presentator Sam Newman: ‘Goddank zegt de premier van NZ dat ze de naam van de terrorist niet zal noemen. Hoe afgrijselijk is haar accent?’ Zo moffelde hij Arderns boodschap weg achter geklaag over de stem waarmee ze die boodschap brengt. Een oude truc om niet te hoeven luisteren.
Schril, te hoog, onprettig, zo klinken de klachten. De stemmen van vrouwelijke politici of leiders zouden ‘geen autoriteit’ hebben.
Maar autoriteit is iets wat mensen elkaar toekennen, of ontzeggen. Ze is niet aangeboren, ze is cultureel. Het is niet zo dat een vrouwenstem geen overwicht kan hebben, schrijft Beard; het is eerder zo, dat we nog niet geleerd hebben om dat gewicht aan vrouwenstemmen toe te kennen.
Serieus genomen worden? Imiteer de man
Hoe los je dat op, als politica? De geijkte tactiek: een man imiteren.
Het is bekend dat Margaret Thatcher, de eerste vrouwelijke premier van Groot-Brittannië, getraind werd om lager te spreken, omdat haar hoge stem in de weg zou staan van haar succes. Je kunt het verschil tussen voor en na zelf horen.
Maar het is niet de vrouwelijke stem alleen die een struikelblok vormt om serieus te worden genomen op de hoogste niveaus van de macht. Het is het hele vrouw-zijn, met alles wat daarvoor symbool staat. Toon, uitstraling, manier van optreden, kleding… Al die dingen zijn voor een vrouwelijke leider een extra valkuil.
‘Politiek is sowieso hels, maar voor vrouwen is het een dubbele hel. Je moet niet alleen een standpunt hebben, maar ook nog een haarstijl’
Zoals de schrijfster Margaret Atwood het verwoordt: ‘Politiek is sowieso hels, maar voor vrouwen is het een dubbele hel. Je moet niet alleen een standpunt hebben, maar ook nog een haarstijl.’ Met andere woorden, er ligt een vergrootglas op je uiterlijk, inclusief je kledingkeuze; en alles wat opvalt – dat wil zeggen, afwijkt van de mannelijke norm – is riskant. Ieder uitgesproken feminien accessoire van een politica kan rekenen op uitgebreid mediacommentaar.
Niet zo gek dus dat veel vrouwelijke leiders kiezen voor een eerder masculiene look, zo dicht mogelijk bij de traditionele outfit van de macht: het mannenpak. Denk aan Angela Merkel en Hillary Clinton, met hun eeuwige, degelijke broekpakken. Maar pas op, je mag ook weer geen ‘manwijf’ worden.
Is je uiterlijk daarentegen te feminien, dan straal je geen macht uit en word je niet serieus genomen, zoals de voormalige Franse minister van Volkshuisvesting Cécile Duflot ondervond: zij werd onthaald op het joelen en fluiten van parlementsleden toen ze het woord probeerde te voeren in een (vrij kuise) gebloemde jurk. Ze kon zich maar met moeite verstaanbaar maken.
Te koud of te hard
Niet alleen in kledingstijl, ook in haar gedrag moet een politica een precaire balans vinden tussen ‘vrouwelijk’ (of feminien) en ‘mannelijk’ (of masculien).
Hoe moeilijk dat is, toont het voorbeeld van Theresa May, tussen 2016 en 2019 premier van Groot-Brittannië. Ze werd al snel een ijskoningin genoemd, stijfkoppig en niet in staat tot enig compromis, en kreeg de bijnaam ‘Maybot’ omdat ze zo weinig emoties toonde – zeker vergeleken met het cliché van de intuïtieve, warme vrouw.
Ze was een nepvrouw, maar anderzijds was ze ‘just not man enough’: ze miste, zo schreef een journalist, de essentiële mannelijke leiderschapskwaliteiten, en haar aanpak van Brexit was hopeloos ‘feminien’, dat wil zeggen: aarzelend en voorzichtig. Dat soort kritiek was precies waarom May geen emoties wilde tonen: vrouwen die dat doen worden onmiddellijk zwak genoemd, zo zei ze na haar aftreden.
Ze is niet de enige politica die zich ijziger voordoet dan ze is: ook de Schotse premier Nicola Sturgeon zegt zich aanvankelijk te hebben aangepast aan de (oudere) mannen om haar heen, en zich een agressieve, confrontatiezoekende stijl te hebben aangeleerd. Later heeft ze dat machogedrag losgelaten: ze kleedt zich feminien en durft zich kwetsbaarder op te stellen, en ze sprak zelfs openlijk over haar miskraam en haar imposter syndrome.
Dat ze soms twijfelt aan haar eigen kunnen, noemt Sturgeon menselijk: zulke twijfel is een vorm van bescheidenheid die je, in haar ogen, nooit helemaal zou moeten verliezen. Ook niet als machthebber.
En Ardern?
Deze uitstap naar de ongemakkelijke geschiedenis van vrouwen en macht brengt me terug naar Jacinda Ardern. Want tegen de zojuist geschetste achtergrond wordt pas echt duidelijk waarom zij zo opvalt.
Ardern doet namelijk niet mee aan de geijkte strategie van het niet te feminien afsteken tegen je mannelijke collega’s. Ze draagt jurken, rokken, prints en kleuren, en opvallende sieraden. Ze glimlacht veelvuldig en lijkt geen moeite te doen om haar stem artificieel laag te houden. In plaats van nadrukkelijk ‘haar mannetje te staan’ of de confrontatie te zoeken, stelt ze zich uitermate vriendelijk, menselijk en benaderbaar op.
Zo deelde ze op sociale media het bemoedigende briefje dat haar moeder in haar tas had gedaan op de dag van de verkiezingen – en schiep zo een eerder vertederend dan indrukwekkend beeld van zichzelf. Ook zag ze er geen been in om een nieuw economisch steunpakket voor arme gezinnen aan te kondigen via een Facebookfilmpje, vanaf haar bank, met haar tien dagen oude dochter in haar armen. Autoritair is anders. Zó anders dat het leek alsof Ardern zich om ‘autoriteit’ überhaupt niet bekommerde.
In plaats van zich te pantseren, sprak de premier publiekelijk over haar grote nervositeit en haar imposter syndrome – de overtuiging dat je per ongeluk op je positie bent beland, dat je het eigenlijk niet kunt, en dat je wel snel zult worden ontmaskerd als incompetente fraudeur. Werd ze aangevallen of beschimpt, dan antwoordde ze met zelfspot. Zo reageerde ze op de terugkerende opmerkingen over haar tanden, en de suggestie dat ze een kunstgebit heeft, met de tweet: ‘Neptanden? Zoals ik al zei – als je tanden zou bestellen, nam je ze toch zeker niet in maat XL.’
Wat verder opvalt: in plaats van te hameren op haar dossierkennis of ervaring, benadrukte Ardern keer op keer hoe ‘intuïtief’ ze te werk gaat. ‘Ik ben geen geleerde’, schreef ze. ‘Ik heb altijd het gevoel gehad dat mijn politieke denkbeelden en motivatie eerder uit mijn onderbuik komen dan uit boeken.’ Elders zei ze vooral vanuit ‘instinct’ te handelen. En in weer een ander interview, dat ze doet ‘wat goed voelt’.
Over haar universitaire studie politieke communicatie hoorde je haar dan weer zelden. Een opvallende keuze – want intuïtie wordt bij uitstek met vrouwen geassocieerd, en met emotie in plaats van ratio. Dingen die we traditioneel juist niet met machthebbers associëren, en waar we minder status aan toekennen.
Op naar een ander soort macht
Ik weet dat het gebruikelijk is om te benadrukken hoeveel seksisme een vrouw als Ardern voor haar kiezen krijgt. Maar eerlijk gezegd vind ik dat het nog meevalt, gezien de millennia-oude wetten van de macht die ze met voeten treedt. Ze deed voortdurend dingen die eigenlijk, traditioneel, not done zijn voor een leider. Ze trommelde zich niet op de borst en leek haar eigen gezag soms zelfs te ondermijnen.
Zoals Margaret Thatcher ‘handbagging’ tot uitdrukking verhief – de Britse premier droeg vaak opvallende damestasjes bij zich, en had de reputatie ermee uit te halen naar dwarsliggende collega’s – zo slaagde Ardern erin om een ander symbool van vrouwelijkheid tot krachtig statement te maken van vrouwelijke macht. Namelijk: haar kind.
In een tijd van politieke verharding hielp deze premier ruimte te scheppen voor een ander soort machthebber, en een ander soort macht
Eeuwenlang waren kinderen hét excuus om vrouwen weg te houden uit het openbare leven, en om hen te verbannen naar het huiselijke domein. Ardern nam haar zuigeling echter mee naar een vergadering van de Verenigde Naties. Haar vriend zat ermee op schoot, terwijl zij een krachtige speech hield; de beelden gingen de wereld over.
Dat Ardern kan opereren zoals ze doet – met kwetsbaarheid, empathie en een nadrukkelijk intuïtieve benadering – is hoopgevend. Het laat zien dat onze millennia-oude ideeën over vrouwen en macht, en hoe macht eruit hoort te zien, in beweging zijn, ondanks het hardnekkige seksisme dat ook altijd de kop op steekt.
Wat je ook vindt van de details van haar beleid, Arderns leiderschap – en met name de compassie en menselijkheid die ze benadrukt – verdient bewondering. ‘Het idee dat macht niet samen kan gaan met compassie, mildheid en empathie’, zei Ardern, ‘dat is iets wat ik weiger te accepteren.’ In een tijd van politieke verharding hielp deze premier ruimte te scheppen voor een ander soort machthebber, en een ander soort macht. En dat is ruimte waar leiders van alle genders van kunnen profiteren.
‘Ik ben een mens. Politici zijn mensen’
De schok en teleurstelling die ik zelf voel als ik het nieuws zie, en die ik online geëchood zie in allerlei artikelen en reacties, duiden erop dat deze vrouw inmiddels niet alleen een symbool was geworden, maar ook een experiment dat linksom of rechtsom iets zou bewijzen over wat een vrouw anno nu kan doen.
Ardern belichaamt tegen wil en dank het conflict tussen moederschap en werk in hoogconcentraat, en haar besluit zal onvermijdelijk worden geïnterpreteerd in het licht van de aloude vraag ‘of vrouwen het allebei kunnen’ – kind én carrière. Die vraag zullen mensen beantwoorden afhankelijk van hun eigen wereldbeeld: ofwel met ‘nee, het kan niet, zie je wel’, ofwel met ‘Ardern heeft juist laten zien dat het wel kan’.
Ze werd een Atlasfiguur die de nieuwe politiek, de nieuwe gendernormen, de nieuwe linkse hoop, het nieuwe mensbeeld moest dragen
Zelf presenteert Ardern haar vertrek niet als een vrouwelijk, maar als een menselijk besluit. In de speech waarin ze haar vertrek aankondigt, zegt ze met nadruk: ‘Ik ben een mens, politici zijn mensen. [...] Ik weet dat er veel discussie gaat zijn over andere verklaringen, maar je zult er geen vinden, behalve deze: soms is de tank simpelweg leeg.’ Haar afscheid is daarmee precies in lijn met haar imago van menselijk leiderschap. En dat, zegt ze zelf, is ook wat ze hoopt dat men zal onthouden: dat je een ander soort leider kan zijn, ‘sterk én aardig’, ‘een die weet wanneer het tijd is om te gaan’.
Misschien waren het niet alleen de baan en al die crises waarmee Ardern moest omgaan, in combinatie met de gebroken nachten die je als jonge ouder sowieso hebt, maar was het ook de druk van de mondiale symboolfunctie, inclusief alle lof en al het gif, die Ardern uiteindelijk te veel is geworden. Ze werd een Atlasfiguur die de nieuwe politiek, de nieuwe gendernormen, de nieuwe linkse hoop, het nieuwe mensbeeld moest dragen.
Misschien zijn we het aan Ardern verschuldigd om haar, die de macht zo’n menselijk gezicht wist te geven, ook menselijke eigenschappen toe te staan – zoals uitputting.
Meer lezen?
Heks, dat is hoe bange mannen vrouwen met macht noemen Het lijkt misschien een onschuldig scheldwoord: heks. Maar er gaat een eeuwenoud systeem van vrouwenhaat, marteling en uitsluiting achter schuil. En een diepgewortelde angst voor mondige vrouwen met macht. Het wonderlijke verhaal achter het coronasucces van Nieuw-Zeeland De grenzen van Nieuw-Zeeland blijven nog tot zeker volgend jaar gesloten voor buitenlanders. Het past binnen de strategie van het land: keihard ingrijpen. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen: op pandemielijstjes scoort Nieuw-Zeeland uitstekend. Toch is de corona-aanpak van het land maar zeer ten dele een voorbeeld voor de rest van de wereld – zeggen de twee mannen die erachter zitten.Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!