En dan nu het goede nieuws: het gaat steeds beter met Nederland

Jesse Frederik
Correspondent Economie
Beeld: H. Armstrong Roberts/ Getty

Inflatie, oorlog, vogelgriep, stakingen: komend jaar wordt het natuurlijk weer kommer en kwel. Maar door alle ellende zou je bijna vergeten dat er ook heel veel wél goed gaat. Criminaliteit? Gedaald. Luchtkwaliteit: véél beter. En de integratie? Er is nog nooit zo veel vooruitgang geboekt.

Het belooft wederom een afschuwelijk jaar te worden.

Gastekorten, containeroverschotten, geknakte prijsplafonds, bestuurders in Bugatti’s, zwartgelakte memo’s, wilde stakingen, treinen die niet rijden, vliegtuigen die niet vliegen, varkensfraude, kippenpest, stikstofcrisis, asielcrisis, jeugdzorgcrisis, klimaatcrisis, een zandhagedis op een festivalterrein (Lowlands geannuleerd), de motharige asbestvlinder (terug in het land: gruwelijke jeuk), volle parkeerplekken, krappe woningen, hoge huren, groeiende wachtlijsten, Mark Rutte die blijft, Hugo de Jonge die blijft, Alfred Schreuder die blijft, builen, zweren, kikkers, steekvliegen en sprinkhanen.

Tot zover het jaaroverzicht 2023. 

Elk jaar brengt zijn eigen aaneenschakeling van ellende, je zou er moedeloos van worden. Maar is het werkelijk zo bar gesteld? Mwahhhhhh! In de afgelopen jaren boekte Nederland enorme ongevierde successen in de strijd tegen criminaliteit, belastingontwijking en luchtvervuiling. En met de integratie gaat het ook helemaal niet zo slecht. Daarom, ter genezing van alle malaise en misère: grootse dingen die goed gaan. Beter worden, soms zelfs véél beter.

Trend 1: De criminaliteit neemt met rasse schreden af (al biedt het internet nieuwe kansen)

Er klinken al jaren veel terechte zorgen over ‘ondermijning’ – de onderwereld die infiltreert in de bovenwereld – maar de cijfers over de afgelopen tien jaar laten vooral iets anders zien: de misdaad in Nederland is gigantisch gekelderd.

Het aantal registraties van inbraak en diefstal? Gedaald met 57 procent. Geweldsmisdrijven? 35 procent. Vernielingen aan auto’s? 57 procent. Of wat te denken van muntmisdrijven (valse bankbiljetten e.d.)? Goed nieuws: gehalveerd. Schennis der eerbaarheid (lees: potloodventen)? Fors afgenomen. En wist je dat er inmiddels nog maar in heel Nederland rondlopen?

Of neem een uitstervende vorm van oer-Hollandsche misdaad: de fietsdiefstal. Wie in de jaren negentig rondwaarde op een willekeurig stadsplein, liep al snel een bleke koopman met een vergeelde tandriem tegen het lijf. ‘Psst, fiets kopen?’ Aan de versleten banden en het gescheurde zadel te zien had de fiets er al wat kilometers op zitten, maar goed: wel schappelijk geprijsd! 

De tijd dat steden een de facto witte fietsenplan kenden met de junk als makelaar, is echter voorbij. In 1992 werd 318.000 keer aangifte gedaan van fietsdiefstal. In 2021 was dat nog maar 60.010 keer. 

Nu kun je denken: ja logisch, het heeft ook geen zin om aangifte te doen van fietsdiefstal, dus nogal wiedes dat het afneemt! Gelukkig peilt het CBS ook al decennia de aangiftebereidheid. Van de gepeilde slachtoffers van fietsendiefstal zei in 1997 38,2 procent aangifte te hebben gedaan.

De slachtofferpeilingen van het CBS vertonen voor alle vormen van criminaliteit ook grofweg hetzelfde patroon als de geregistreerde criminaliteit door de politie. Sterker nog,

Er is één categorie van criminaliteit die wel stijgt: de internetcriminaliteit. Bedrog, oplichting, afpersing: ze nemen online allemaal toe. En tsja, waarschijnlijk zijn die geslachtsetaleurs, die schenders der eerbaarheid, ook daarheen vertrokken. Welke moderne potloodventer gaat nu nog in de grafkou bij een zandbak staan als je ook in de warmte van je eigen woning dickpics de DM’s in kan slingeren? 

Dus ja, er is sprake van verplaatsing van criminaliteit. De autodief van weleer is nu een Nigeriaanse prins die een erfenis in de aanbieding heeft (mits je even 2.000 euro aan banktransactiekosten ophoest). Maar zelfs dan: de criminaliteit is onmiskenbaar op zijn retour. Wat De Telegraaf je ook probeert wijs te maken, netto is Nederland een veiliger en beschaafder land geworden. 

Trend 2: Belastingontwijking wordt succesvol aangepakt

Wie weleens een krant leest, zal het weten: Nederland is een fiscaal piratennest. Het grootbedrijf kan hier aanspraak maken op een rijk repertoire aan belastingvriendelijke wetgeving. 

Niet voor niets fungeert Nederland als de Europese doorvoerhaven voor belastingmijdende geldstromen. Nederland heeft met zo’n beetje de hele wereld belastingverdragen, zodat geld hier belastingvrij heen kan komen, en ook weer belastingvrij kan doorstromen naar een belastingparadijs. Vele tientallen miljarden gingen zo ieder jaar door draaischijf Nederland naar Bermuda, de Bahama’s, de Kaaimaneilanden of elders. 

Maar, er is iets aan het veranderen. Sterker nog, Nederland is zijn status als belastingparadijs in rap tempo aan het verliezen. Zo kent Nederland sinds 2020 zogeheten bronheffingen op royalty’s en rente. Een Nederlands bedrijf dat betalingen doet aan een bedrijf in een moet sindsdien 25,8 procent belasting betalen over die geldstromen. De geldstromen vanuit Nederland naar belastingparadijzen Deze regelgeving – die nu nog alleen voor rente en royalty’s geldt – zal vanaf 2024 ook voor dividendstromen gaan gelden. 

Het heffen van bronbelasting op rentes, royalty’s en dividenden is slechts een van de vele maatregelen die in de afgelopen jaren is genomen tegen belastingontwijking. Een stortvloed aan Europese richtlijnen (ATAD1, ATAD2, DAC6, CFC) is de afgelopen jaren opgenomen in Nederlandse wetten.

Zo is ook de door Amerikaanse multinationals veelgebruikte cv/bv-structuur onschadelijk gemaakt. Nike, Activision Blizzard, Pfizer: allemaal maakten ze gebruik van deze belastingtruc. Tussen 2005 en 2015 stalden Amerikaanse bedrijven meer dan een half biljoen (!) euro in Nederland,

Maar op 29 mei 2017 stemde de Europese Raad in met een richtlijn om deze vorm van belastingontwijking te verbieden. Per 1 januari 2020 is deze richtlijn in Nederlandse wetgeving geïmplementeerd, en dit jaar kwam er nog een aanscherping overheen. Vrijwel alle Amerikaanse bedrijven hebben inmiddels hun cv-structuren ontmanteld. 

En al eerder sneuvelde ook de zogenoemde ‘hybride lening’: een gekunstelde lening om over dezelfde geldstroom in twee landen

In juni 2014 kwam er een akkoord in de Europese Raad om dit soort hybride leningen tussen lidstaten in de EU te verbieden. In mei 2017 volgde een akkoord om ook de hybride mismatches met landen buiten Europa op te heffen. Beide zijn inmiddels ook geïmplementeerd in Nederlandse wetgeving. 

Nederland doet tegenwoordig aan goedaardig fiscaal imperialisme

Nog een klassieke belastingmijdende strategie die stervende is: bedrijven volpompen met leningen verstrekt door bedrijven uit fiscaal vriendelijke oorden. Zo betaal je nauwelijks belasting, omdat hoe meer rente je betaalt, hoe minder winst er overblijft. Met name private-equityfondsen – investeerders die bedrijven opkopen, reorganiseren en weer doorverkopen – hadden hier een handje van. Vanaf 1 januari 2019 geldt echter de ‘earningsstrippingsmaatregel’: een bedrijf mag niet meer dan 30 procent van zijn winst aftrekken als rente, begin dit jaar werd deze maatregel nog eens aangescherpt tot 20 procent. 

In december 2022 ging de Europese Raad ook nog eens akkoord met een vennootschapsbelasting op wereldwijde inkomsten van minimaal 15 procent. Alle EU-lidstaten moeten dus ten minste 15 procent winstbelasting heffen. En mochten bedrijven van buiten Europa in eigen land geen 15 procent belasting betalen, dan mogen Europese landen bijheffen. Het is een soort goedaardig fiscaal imperialisme: wij taxsplainen de rest van de wereld wat een redelijke vennootschapsbelasting is. 

Natuurlijk, het is geen fiscaal totaalfeestje. Plannen om voor alle Europese bedrijven de belastinggrondslag gelijk te trekken (de zogenaamde Common Consolidated Corporate Tax Base, waarbij de winst op Europees niveau wordt vastgesteld en vervolgens verdeeld onder de lidstaten) zijn nog steeds een brug te ver. De maritieme sector geniet nog steeds een vreemde uitzonderingspositie (google maar eens: tonnageregeling). En private-equitymanagers genieten fiscale privileges die niet zijn uit te leggen. 

Genoeg te doen dus, maar de vooruitgang is onmiskenbaar. 

Trend 3: De luchtkwaliteit is waanzinnig verbeterd 

‘De lessen vervallen wegens bedorven atmosfeer’, prijkte op 12 oktober 1970 op het schoolbord van de scholengemeenschap Casimir te Vlaardingen. Er hing die dag een dikke industriële mist over Vlaardingen. Leerlingen verlieten de klassen met koppijn, keelpijn en tranende ogen. 

Wie begin jaren zestig over de industrievlaktes bij Rotterdam uitkeek, zag kleurrijke rookpluimen. Als het weer niet meezat (nat, koud, windstil) mengden zwaveldioxiden zich in de lucht met fijnstof. Smog (een combinatie van ‘smoke’ en ‘fog’) was het gevolg. En smog was, tot een paar decennia geleden, een serieus probleem in grote Nederlandse steden. 

Inmiddels bestaat smog eigenlijk niet meer. Het is volledig verdwenen uit het Nederlandse stedelijke landschap. De concentraties zwaveldioxiden in de regio Rijnmond daalden bijvoorbeeld van 201 microgram per kubieke meter in 1963 naar slechts 1,4 microgram in 2021. 

Maar niet alleen zwaveldioxiden zijn op hun retour. Ed Buijsman, voormalig onderzoeker bij het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), liet enkele jaren geleden zien hoe dramatisch de Nederlandse luchtkwaliteit is verbeterd ten opzichte van de jaren zeventig. Lood in de lucht? 98,4 procent minder. Zwarte rook? Fijnstof? 64,2 procent. 

Goed nieuws, want luchtvervuiling is een sluipmoordenaar. TNO schat dat zelfs vandaag de dag door (ultra)fijnstof nog zo’n negenduizend Nederlanders per jaar prematuur het leven laten. Luchtvervuiling vergroot de kans op ziektes: hartfalen, astma, beroertes, kanker, parkinson, alzheimer. Maar concentraties fijnstof blijken ook invloed te hebben op bijvoorbeeld de criminaliteit en de schoolprestaties. 

Gelukkig daalden tussen 2005 en 2018 de emissies van fijnstof (PM2,5) van 23,8 kiloton naar 15 kiloton en van ultrafijnstof (PM10) van 36,7 naar 25,4 kiloton. Dit is met name te danken aan Europese regelgeving, waardoor alle nieuwe dieselmotoren – auto’s, binnenvaartschepen, mobiele werktuigen – een roetfilter moeten hebben. De fijnstofemissies van moderne voertuigen liggen daardoor bijna 95 procent lager dan die van oudere dieselauto’s.

Trend 4: Er zijn meer banen dan werkzoekenden!

In juni 2015 meende werkgeversvoorzitter Hans de Boer dat het tijd werd de bijstand te versoberen. ‘Weet je wat ik vind?’ zei hij. ‘Al die labbekakken die hier in een uitkering zitten, die moeten aan het werk.’ Er waren op dat moment 751.000 werklozen en 124.000 openstaande vacatures. Wat een timing! 

Lange tijd waren dit de voornaamste economische discussies: een kwakkelende economie, werkloosheid, bezuinigingen. Maar inmiddels is het tij volledig gekeerd. Dit jaar waren er voor het eerst sinds de statistiek wordt bijgehouden meer vacatures dan werkzoekenden. 

Nog nooit was de arbeidsdeelname zo groot als in 2022, waarbij met name laagopgeleiden profiteren van de hoogconjunctuur. 

De verhitte economie is natuurlijk vooral gunstig voor werknemers. In een economie met meer banen dan mensen om ze in te vullen, kun je als werknemer eisen stellen. Je kunt ‘nee’ zeggen tegen slecht werk, beroerde arbeidsvoorwaarden of een te laag salaris. Schaarse arbeid stimuleert werkgevers om te innoveren en prijzig mensenwerk te automatiseren (zie: QR-codes in restaurants en zelfscankassa’s in supermarkten).

Het grote risico van zo’n economie is alleen dat deze in een spiraal van stijgende lonen en stijgende prijzen belandt (kortom: gierende inflatie). Werknemers eisen steeds meer salaris, wat weer doorwerkt in stijgende prijzen, wat weer gecompenseerd wordt in hogere lonen, enzovoorts, en zo verder. Nu er zo veel meer werk is dan werkzoekenden, wordt het dus voor de politiek belangrijker om scherpe keuzes te maken: wat vinden we echt belangrijk? Wat willen we met onze schaarse mensen en middelen?

Trend 5: De integratie gaat voorspoedig

‘Het multiculturele drama dat zich voltrekt is de grootste bedreiging voor de maatschappelijke vrede’, schreef Paul Scheffer in 1997 in een toonzettend essay. 

‘Wie alle beschikbare gegevens overziet, komt tot een ontnuchterende conclusie’, zo stelde hij. ‘Werkloosheid, armoede, schooluitval en criminaliteit hopen zich op bij de etnische minderheden.’ Om eraan toe te voegen: ‘De vooruitzichten zijn over de gehele linie niet gunstig.’ 

De vooruitzichten mochten niet gunstig zijn, de ontwikkelingen zijn dat gelukkig wel. Op alle indicatoren die Scheffer indertijd in zijn essay noemde, is vooruitgang geboekt. Nee, de achterstanden zijn niet geheel verdwenen, maar ze lopen rap terug.

Neem die schooluitval. In 2003 had maar liefst 45,5 procent van de 25- tot 35-jarige Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond niet minstens een havo-, vwo-, of mbo-2-diploma (een zogeheten ‘startkwalificatie’), inmiddels is dat nog maar 16,3 procent. 

Het opleidingsniveau van jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond stijgt dan ook. Waarbij met name onder Marokkaanse Nederlanders sprake is van een enorme inhaalrace. 

Of neem die criminaliteit: het aantal verdachten – zowel autochtoon als allochtoon – keldert. En het daalt nog het snelst onder jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond. Van de tienduizend 12- tot 18-jarige niet-westerse allochtonen stonden er in 2005 nog 887 geregistreerd als verdachte. Vandaag de dag zijn dat er nog maar 227. Dat betekent dat zij vandaag de dag ongeveer 30 procent minder crimineel zijn dan Nederlandse jongeren in 2006 (het jaar van oprichting van de PVV)!

Dan de werkloosheid: ook daar een enorme inhaalslag. De netto arbeidsdeelname (het aandeel werkenden op het aantal 18- tot 75-jarigen) is de afgelopen twintig jaar onder migrantengroepen snel toegenomen. Vooral Nederlands-Marokkaanse vrouwen zijn veel meer gaan werken: in 2003 werkte slechts 35,4 procent van de vrouwen met een Marokkaanse achtergrond, in het eerste kwartaal van 2022 was dat 62 procent.

Dat Marokkaanse migranten patriarchale normen en waarden meenamen is ongetwijfeld waar. Maar de waardeoverdracht gaat duidelijk ook – en misschien wel vooral – de andere kant op. Het CBS liet zien dat bij Marokkaanse moeders in 1995 slechts 10,6 procent van het inkomen uit werk kwam, bij hun dochters in 2020 is dat al 62,1 procent. Daarmee lijken zij, in ieder geval voor wat betreft hun werkende leven, veel meer op Nederlandse vrouwen dan op Marokkaanse vrouwen (in Marokko zelf is de vrouwelijke arbeidsparticipatie slechts 16,7 procent). 

De toestroom van migranten wordt door zwartkijkers vaak als een enorm probleem gezien. Maar stel je even voor: hoe zou het leven van de 420.000 Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond eruitzien als ze in Marokko waren opgegroeid? 

Ze zouden ongetwijfeld verschrikkelijk veel armer zijn. Zelfs een Nederlander die tot de armste 5 procent behoort is namelijk rijker dan 95 procent van alle Marokkanen! Nederlandse Marokkanen uit de tweede generatie behoren, volgens onderzoek van het CPB, gemiddeld tot het 31ste percentiel van de inkomensverdeling, wat hen al rijker maakt dan 99 procent (!) van alle Marokkanen! En ja, daarbij wordt rekening gehouden met het feit dat je daar voor een euro meer koopt dan hier. 

Let op: logaritmische schaal bij dollars!

Het is makkelijk om te vergeten hoe godvergeten rijk Nederland is. Geen enkele Nederlander – zelfs als die opklimt van de armste 5 procent tot de rijkste 5 procent – kan een welvaartssprong maken die vergelijkbaar is met die van vrijwel iedere Marokkaanse arbeidsmigrant. De verhoudingen worden nog absurder voor recentere migrantenlanden zoals Afghanistan, Somalië en Eritrea. Een Afghaan die in de armste 10 procent in Nederland zit, verdient bijvoorbeeld al twintig keer meer dan het mediane inkomen in Afghanistan. 

Overduidelijk voelen mensen ongemakken en spanningen door migratie. Maar weegt het ongemak van sommigen werkelijk op tegen de gi-gan-tische welzijnsverbetering die we migranten kunnen bieden door ze een bijdrage te laten leveren aan ons land?

Misschien komt het goed

Komend jaar wordt het natuurlijk weer kommer en kwel. Amsterdam Zuidasdok? Acht miljard duurder. Renovatie van het Binnenhof? Zeven jaar later. Defensie? Tanks kwijt. Belastingdienst? Doet het niet meer Vladimir Poetin blijkt in het diepste geheim de wereldvoorraad aan tritium te hebben weggekocht (wat het betekent, wie zal het zeggen, maar ga maar uit van het ergste). En het ministerie van VWS heeft een miljard jodiumtabletten ingeslagen. Jodiumtabletten, godbetert! Alsof dat werkt tegen tritium! Kunnen ze dan helemaal niks daar bij de overheid? En waarom moet Splinter Chabot daar acht miljoen wijzer van worden? Heeft die verstand van jodium dan?

We zullen luidkeels ons beklag doen. En gelukkig maar! Klagen is goed: zonder verwachtingen geen vooruitgang. 

Maar mocht de rampspoed je komend jaar wat te veel worden, en mocht je werkelijk gaan geloven dat ons land ongeneeslijk ziek is, denk dan nog eens terug aan dit verhaal: misschien dat we het overleven.

Meer goed nieuws?