Goede Gesprekken
Commons. Lex Bohlmeijer in gesprek met Thijs Lijster
SoundCloud
Interview

Waarom bezitten mensen grond? Hoe kan het dat bedrijven een monopolie op waterbronnen hebben? Het idee dat alles om je heen te koop is, of andermans bezit is, is niet vanzelfsprekend. Privatisering is een keuze.

Dus kunnen we er evengoed voor kiezen om dit terug te draaien, stelt kunst- en cultuurfilosoof Thijs Lijster (1981). Ooit waren aarde, water, voedsel gemeenschappelijk bezit – ze werden ook wel meenten, in het Engels commons, genoemd. Iedereen kon er gebruik van maken. Er was sprake van balans; het gebruik was afgestemd op het gemeenschappelijk belang.

Met de onteigening, of toe-eigening, van de commons begon het kapitalisme. Inmiddels zijn onze politiek, economie en cultuur vervlochten in een systeem van bezit en handel. Zó vervlochten, dat het moeilijk is je een alternatief voor te stellen.

Daarom schreef Lijster Wat we gemeen hebben: een filosofie van de meenten. Hierin morrelt hij aan die onwrikbaarheid: met vuur en overtuigingskracht maakt hij ruimte voor vragen, kritiek en een andere voorstelling van de toekomst.

Lijsters boek komt in een tijd dat er een roep is om Om ons heen zien we allerlei collectieve praktijken ontstaan die het oude idee van de commons nieuw leven inblazen. Op het gebied van wonen, eten en vervoer.

Daar heb je drie ingrediënten voor nodig: een gezamenlijke bron, de activiteit van het delen en een gemeenschap. Maar, zo stelt Lijster in zijn boek, je hebt ook een ideologie nodig: een sterk verhaal.

Iemand zet een hek om een stukje van de aarde en zegt: zo, nu is het van mij. Gek idee eigenlijk, hè?

‘Ik haal een anekdote aan van een Amerikaanse autoverkoper die in de schulden zat en bedacht om Hij stuurde een fax naar de Verenigde Naties waarin hij eigendom claimde op de maan, omdat er wel in verdragen stond dat geen enkel land eigendom kon claimen op de maan, maar niet “geen enkel persoon”. Hij had een maas in de wet gevonden.’

‘Dat is al een gekke gedachte, maar Intussen heeft hij een rijke handel waar hij van kan leven. Dat zien we als een hoax. Maar waarom vinden we dat op de maan lachwekkend, maar is het op onze eigen planeet de normaalste zaak van de wereld dat we land verkopen?’

‘Zo worden tegenwoordig ook Er komt steeds meer een monopolie op water, van bedrijven als Nestlé of Er is wereldwijd een strijd gaande, waarin het gemeenschappelijke steeds meer in koopwaar veranderd wordt.’

De kern van je betoog is om dat idee weer ter discussie te stellen?

‘Ja, om te laten zien dat het niet vanzelfsprekend is dat land geprivatiseerd is. Dat is historisch ontstaan, en is in het verleden ook nooit zonder strijd gegaan. Ik noem het voorbeeld van de Diggers en de in het Verenigd Koninkrijk. Dat waren protestbewegingen uit de zeventiende eeuw. Ze hadden die naam omdat ze letterlijk de palen uit de grond trokken of de omheiningen met de grond gelijk maakten die waren neergezet, zodat van oorsprong gemeenschappelijk land in handen kwam van de landadel of de koning. Daar ontstond strijd over.’

‘Dikwijls blijft die strijd onzichtbaar. David Bollier, een andere auteur, spreekt over de privatisering van de commons als omdat het niet als diefstal wordt gezien, maar gefaciliteerd wordt door de wet. Ik wilde een schijnwerper op die strijd zetten: “Kijk, dit is voortdurend gaande. We moeten ons er bewust van zijn en ons positioneren in die strijd.”’

Waarom moet het een kunst- en cultuurfilosoof zijn die het kapitalisme te lijf gaat?

‘Dat komt deels voort uit de filosofen die mij inspireren. Ik ben ooit gepromoveerd op het werk van Walter Benjamin en Theodor Adorno. Filosofen van de en stevige critici van het kapitalisme. Ze zagen in de jaren dertig in Duitsland het fascisme voortkomen uit het kapitalisme. Vandaag de dag hebben juist mensen in de wereld van kunst en cultuur afstand ten aanzien van het gedoe daarbuiten, en zijn zij in staat om over alternatieven na te denken.’

Dat met name…

‘De bekende slogan van Margaret Thatcher was “there is no alternativeer is geen alternatief voor het neoliberale kapitalisme. Terwijl kunstenaars en mensen in de cultuursector vaak proberen de wereld op een andere manier te bekijken, en er een andere draai aan te geven.’

In de kunst en cultuur wordt de verbeelding levend gehouden. Je bent geschoold in voorstellingsvermogen.

‘Zonder meer. heb ik het al gehad over de noodzaak om sterke verhalen te vertellen. Op een zeker moment werd in de filosofie Alle grote ideologieën waren failliet. En toen zei mijn promotor, professor René Boomkens: “Als we geen grote verhalen kunnen vertellen, laten we dan sterke verhalen vertellen.” Dat vind ik een mooi beeld, omdat we een sterk verhaal associëren met overdrijving en visserslatijn. Maar van een sterk verhaal kan ook kracht uitgaan. We hebben verhalen nodig om ons te oriënteren in de wereld.’

De verbeelding begint als je zegt dat het eigendom van land een vorm van diefstal is.

‘Inderdaad. De filosofen die in de tijd van de verlichting een sterk pleidooi voor eigendomsrecht hielden, deden dat vanuit een bepaalde gedachte. John Locke, Brits filosoof, zei dat je iets tot eigendom kan claimen Als je land gaat bewerken of iets gaat maken van natuurlijke producten, dan kan je dat jouw eigendom noemen. Dat was voor Locke een argument om de “Die wilden deden toch niks met het land en lieten dat een beetje liggen, maar wij Britten gaan daar echt iets van maken. Daarom kunnen we het claimen.” Daar zit de legitimatie van die onteigening in.’

Je voegt iets toe…

‘Latere auteurs gebruiken dat argument van Locke juist om te zeggen dat, als arbeid of activiteit een grond is van eigendom, dus bijna alles gemeenschappelijk eigendom is. Wie maakt nou echt iets zelf? Ik haal auteur Rebekka de Wit aan, “Ik kan wel zeggen dat ik dit kippenhok zelf heb gebouwd, maar het hout en de scharnieren komen van de bouwmarkt, en die zijn door andere arbeiders van bomen en uit erts gehaald.” Alle vormen van menselijk voortbrengen zijn het

Dat is de kern van haar Ben jij daarmee een anarchist?

‘Nou ja, in de bronnen in het boek laveer ik tussen marxistische en anarchistische auteurs. In de receptie van het boek werd me door sommige mensen juist verweten dat ik te weinig anarchistisch was. Maar er zit zeker inspiratie in van het anarchisme. Ik haal en andere auteurs aan, die in die traditie passen.’

Het zou de eerste keer in mijn leven zijn dat ik een anarchist ontmoet. Ik kan je wel marxist noemen?

‘Ik zeg zelf liever marxiaan. Dat is flauw, maar het is grappig dat mensen, als ze zich door filosofen laten inspireren, zich kantiaan of hegeliaan noemen. Bij Marx is het dan ineens ‘marxist’, alsof je dus dogmatisch geïndoctrineerd bent. Ik zeg daarom altijd dat ik marxiaan ben.’

‘Neoliberalisme is al vaak beschreven als een economisch en politiek systeem. Ik wilde benadrukken dat neoliberalisme een cultuur is, en Margaret Thatcher zei ook al eens dat de economie een instrument was, maar dat “to change the soul De rillingen lopen bijna over mijn rug als ik het zeg. Het was een neoliberaal project om de zielen van de mensen te veranderen. Dat is grotendeels geslaagd.’

Hoe is dat zo goed gelukt?

‘Een van de manieren – dat heeft al snel gezien – is dat we onszelf steeds meer als een ondernemer zijn gaan beschouwen. Een ondernemer van onszelf. We spreken nu soms van “de BV Ik”. We hebben allemaal een zakje “menselijk kapitaal” waarmee we investeren. We investeren in onze opleiding, in onze kinderen, in een relatie.’

‘Economisch taalgebruik is doorgedrongen in allemaal sociale relaties; daardoor zijn we alles gaan beschouwen in die termen. Als een vorm van eigen verantwoordelijkheid, waarin alle verantwoordelijkheid wordt teruggeworpen op het Zelf. Als je niet slaagt in je carrière, of als je kinderen mislukken op wat voor manier dan ook, dan wordt dat gezien als een persoonlijk falen.’

Niet alleen de overheid functioneert als een bedrijf de stelling van en anderen maar het Zelf dus ook: onze identiteit en ons leven. Die ideologie heeft krachtig gewerkt, maar er wordt gedaan alsof het geen ideologie is, maar een natuurlijkheid. Terwijl ideologie juist een zeer sterk instrument is.

‘Buitengewoon sterk. Het kapitalisme is altijd goed in staat geweest om iedere vorm van kritiek in te kapselen en te absorberen. Zo is het neoliberalisme deels voortgekomen uit de tegencultuur van de jaren zestig, waarin er een grote wens ontstond tot zelfontplooiing, autonomie en zelfexpressie. Dat is

‘In een vorig boek haalde ik de slogan “Design your own life” van een grote Zweedse meubelverkoper – laten we het zo maar noemen – aan. Dat is eigenlijk een uitspraak van [de Duitse filosoof Friedrich] Nietzsche: Nu werd dat verkocht met het idee dat, als je maar de juiste spullen koopt en de juiste keuzes maakt in het leven, je jezelf kunt vormgeven. Daar zie je een verschuiving van de maakbare samenleving naar het maakbare individu. En maakbaarheid op grond van economische principes.’

Dat zie je voortdurend. In de jaren zestig is de vergiftigd door het economische denken. Het woord ‘vergiftiging’ gebruik je een paar keer: vergiftiging door het kapitalisme.

‘Waardes zoals zelfontplooiing en zelfexpressie zijn belangrijk, maar werden ingekapseld en volledig in economische termen geherdefinieerd.’

Je schetst dat we de keuze hebben tussen een neoliberale ramp en een neofascistische catastrofe. Er zit urgentie in de analyse van de opkomst van extreemrechts en het illiberale. Je analyseert dat aan de hand van onder andere. Is er honderd jaar later niks veranderd?

‘De geschiedenis herhaalt zichzelf nooit op exact dezelfde manier, maar er zijn parallellen met de Frankfurter Schule, omdat ze laten zien dat het kapitalisme en fascisme niet twee alternatieven zijn, maar dat het een uit het ander voortkomt. Max Horkheimer, de grondlegger van de Frankfurter Schule, zei: “Wie niet over kapitalisme wil praten, Je kan niet het fascisme bekritiseren zonder ook een analyse van het kapitalisme te maken.’

‘Dat is vandaag de dag ook het geval. Maar in het politieke landschap ziet de neoliberaal, of de centrist zou je kunnen zeggen, zichzelf als het enige redelijke alternatief voor het fascisme. Daar zijn voorbeelden van te noemen. [De Franse president Emmanuel] Macron zegt dat hij de [De Amerikaanse president Joe] Biden neemt het tegen [Donald] Trump op. Hillary Clinton zei ooit letterlijk en die ondergang was Trump.’

‘Dat zijn valse keuzes, omdat je een derde alternatief laat liggen. Maar je laat ook onbenoemd dat de angsten en woede van mensen ten aanzien van het bestaande systeem daaruit zijn voorgekomen. Veel van de onzekerheid of precariteit is juist een voortbrengsel van dat neoliberale kapitalisme.’

En vanwege die frustraties komt de sterke leider in beeld. Een vaderfiguur; Freud komt hier naar boven. Wat is voor jou de kern van de analyse van Adorno en zijn collega’s, in de jaren dertig, ten aanzien van de opkomst van het fascisme, zoals we het nu terugvinden in het neofascisme en extreemrechts?

‘De reden dat ze de psychoanalyse nodig hebben voor hun analyse van extreemrechts is dat er een libidinale band bestaat tussen een leider en zijn volgers, tussen een bepaalde beweging en de volgers. Het is genot. Met een pure economische analyse ben je er nog niet, want Je noemde de leider als vaderfiguur. Dat klopt deels, want de leider moet tegelijkertijd een gemankeerde vader zijn. Een soort loser.’

Want dan kun je je met hem identificeren?

‘Precies. Er zit een dubbelheid in de figuur van de leider. Aan de ene kant is hij heroïsch, maar er moet ook iets in zitten van een belachelijke figuur. Dat is de moeite die we hebben om met leidersfiguren om te gaan. Je zag het duidelijk bij Trump. Hij deed de meest belachelijke uitspraken en was ook een onhandig figuur. Maar dat was Juist eerder een vorm van identificatie. Ik las een keer in een artikel: “He was the loser that won.” Juist het feit dat hij niet tot het establishment behoorde, en door het establishment als een belachelijke figuur werd gezien, creëerde identificatie met alle mensen die zichzelf als zagen.’

Is het onvolwassenheid in maatschappelijk verband?

‘Onvolwassenheid, en daarbij het genot dat erin bestaat om de dingen te zeggen die je eigenlijk niet mag zeggen. Het feit dat hij voortdurend racistische en seksistische praat spuide was een extra bron van genot. Er was eindelijk iemand die zei waar het op stond.’

De onderwerping aan de sterke identiteit slaat vaak gruwelijk om in sadisme. Je trapt naar beneden tegen de nog zwakkeren aan. Dat gebeurde in de jaren dertig.

‘De Frankfurter Schule had het over Het masochisme bestond uit de bereidheid om je te onderwerpen aan een beweging of aan een leider, en daarin je eigen behoefte te veronachtzamen. Daarbij was er sadisme ten aanzien van diegene buiten het hek.’

Een machtswellust om je gevoel van eigenwaarde na die onderwerping te herstellen, en die uit zich dan tegenover de zwakkeren en de vreemden.

‘Precies. Die leider vult je opnieuw met trots. Die trots kan ook weer gebotvierd worden op de mensen buiten die groep.’

Zo’n analyse van honderd jaar geleden maakt het niet minder angstaanjagend als we naar onze eigen tijd kijken. Vind je niet?

‘Nee, het maakt het niet minder angstaanjagend. Maar ik hoop dat je daardoor de handvatten krijgt hoe je ermee om kunt gaan, en hoe je het eventueel kunt bestrijden.’

Het valt te bestrijden door na te denken over de commons, de meenten. Wat vind jij zo schitterend en inspirerend aan de commons?

‘Dat het idee van eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid doorbroken wordt in activiteiten van mensen in gemeenschappelijkheid. Dat mensen zich verenigen, ofwel in een buurt of op internet, en daarmee over het idee stappen dat je er alleen voor staat. Dat je iets moet bewerkstelligen, maar dat in een vorm van gemeenschappelijkheid kan doen.’

Het neoliberale, en bij uitbreiding het kapitalisme is een eeuwenlange aaneenschakeling van ‘onteigeningspraktijken’?

‘Ja. Je zou kunnen zeggen dat het startschot van kapitalisme de onteigening van de meenten was. Daar schrijft [Karl] Marx al over in Das Kapital. Het moment dat gemeenschappelijke gronden werden onteigend en omheind was het moment dat de gemeenschappen niet meer in hun eigen levensonderhoud konden voorzien. Dat mensen van een land werden weggejaagd en in de steden terechtkwamen, waar zo een industrieel proletariaat ontstond. Vanaf dat moment

‘Die onteigening van de meenten was de voorwaarde voor het kapitalisme in de moderniteit. Marx en andere denkers uit die tijd zagen het als een eenmalig iets: een historisch moment van de geboorte van het kapitalisme. Latere auteurs laten zien dat het nooit opgehouden is. De onteigening van de meenten is een voortdurend proces dat door de moderniteit heen telkens weer opnieuw de kop opsteekt.’

Het is ook een vergissing om te denken dat het met een meent uitsluitend over land gaat: stukjes land waar boeren hun vee in gezamenlijkheid lieten grazen, bij toerbeurt, of waar ze iets verbouwden. Nee, je kunt het uitspreiden over alle aspecten van het leven?

‘Traditioneel waren dat vooral die natuurlijke bronnen. Land, gemeenschappelijk viswater, waterbronnen of bossen waar men hout kon sprokkelen. Dat waren de traditionele meenten. Vanaf de jaren negentig, met name met de opkomst van het internet, heeft dat denken over de meenten een nieuwe impuls gekregen omdat er allerlei nieuwe meenten ontstonden. Wikipedia is daar een bekend voorbeeld van, een

‘Op internet wordt van alles continu gedeeld en dragen mensen daar gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor. Daardoor zijn sommige auteurs gaan denken over natuurlijke en kunstmatige meenten, waarbij je ook dingen als het internet of kennis meerekent. Taal is ook een meent. Iets waar we allemaal gebruik van maken, allemaal deel van uitmaken en aan bijdragen, en wat toch niemands exclusieve eigendom is.’

Het digitale domein is een voorbeeld van een eeuwenlange dynamiek waar jij hoop aan ontleent. Het kapitalisme eigent zich dingen toe, maar er ontstaan ook voortdurend nieuwe meenten. Het kapitalisme heeft die nodig om ze weer te kunnen toe-eigenen en vergiftigen. Toch blijft het opkomen, en daar ontleen je hoop aan?

‘Precies. Dat laat zien dat die onteigening van de meenten geen lineair proces is tot een nulpunt waar er niks meer over is. Zelfs dat is niet nieuw, omdat in de onteigening van de meenten telkens weer de condities worden gecreëerd om nieuwe meenten te doen ontstaan.’

‘In wezen zie je dat al in de negentiende eeuw. Arbeiders trokken naar de steden en daar kwamen ze in fabrieken te werken. Die fabrieken waren het eigendom van de kapitalist, maar dat waren ook de plekken waar arbeiders zich begonnen te verenigen. Nadat de bel had geluid begonnen ze samen te komen. Ze gingen overleggen en gemeenschappelijk plannen bedenken over hoe ze de situatie konden verbeteren. Zo ontstonden arbeidersbewegingen, vakbonden en noem maar op.’

‘Die dynamiek zie je telkens. Er zijn weliswaar onteigeningen van meenten, maar er ontstaan ook weer de condities voor nieuwe meenten.’

Het kapitalisme heeft ze nodig om te kunnen parasiteren. Start-ups zijn een parallel; ze ontstaan voortdurend. Als ze succes hebben worden ze

‘Zonder meer, maar je moet er niet fatalistisch over zijn. Het is geen in steen gebeitelde natuurwet. Het is bij uitstek iets waar strijd over moet zijn. Ik haal een artistiek project aan van Jonas Staal, die samen met een jurist zegt: Wij stoppen al die activiteit en vormen van gemeenschappelijkheid erin, maar we profiteren er niet van. [Topman Mark] Zuckerberg en zijn aandeelhouders strijken de winst op, terwijl onze dingen daarin zitten. Het zou een collectieve dienst moeten zijn in plaats van een private industrie.’

Wat voor strijd zie je voor je?

‘In dit geval een juridische strijd, maar in wezen zie je die strijd overal de kop opsteken. Eén van de hoofdstukken gaat over de stad. In de stad vinden aan de ene kant enorme privatiseringen plaats en monopolies van huizeneigenaren. Maar tegelijkertijd zie je een tegenbeweging van stadsactivisten die het recht op de stad terug claimen. Ze of vormen van onteigening en uitzettingen, in de vorm van

Het verplaatst zich zelfs naar de politiek. Ik las vandaag [18 januari 2023] in de krant dat er

‘De politiek speelt absoluut een rol. Die hobbelt er vaak achteraan. Eerst moet er een mensen moeten zich uitspreken, er moeten belangenorganisaties ontstaan, en dan sijpelt dat door in wetgeving.’

Jij houdt je, als academicus, ook Die beschouwen we niet als meent, eerder als iets van de elite, maar het is het wel?

‘Omdat het zo’n archaïsch instituut is, zitten er allerlei sporen in van eerdere systemen en organisaties van de samenleving. Daarom is het interessant om tegen de universiteit aan te kijken als een vorm van kennismeent. Principieel vinden kennis en wetenschap in gemeenschappelijkheid plaats. Het bestaat bij de gratie van circulerende ideeën en kennis. Dat doen wetenschappers dagelijks door les te geven, te lezen, naar congressen te gaan en door te publiceren.’

‘Dat zijn vormen van delen, en op het moment dat kapitaal daar grip op krijgt, drijft het een wig in die vormen van gemeenschappelijkheid. Er zijn bekende voorbeelden uit de farmaceutische industrie waar Daar zit dan een embargo op omdat het is gefinancierd door een farmaceutisch bedrijf.’

Dat is een vorm van onteigening.

‘Ja. Bij corona hebben we het recent meegemaakt met vaccins, waarbij de wetenschap Dat wordt opgepakt door een bedrijf met het exclusieve eigendom op zo’n formule, en dat brengt het voor grof geld op de markt. Dat bracht een gezondheidsrisico met zich mee, omdat de vaccins daardoor Vooral in het mondiale Zuiden. Pas later zijn er wetenschappers geweest die in open access een nieuw vaccin hebben ontwikkeld, dat daardoor goedkoper kon worden geproduceerd.’

Dit is een illustratie van de stelling dat kapitalisme vooruitgang remt.

‘Absoluut, kapitalisme wordt natuurlijk juist met innovatie geassocieerd. is het ook wel eens genoemd. Maar aan dit voorbeeld en vele andere zie je dat het vaak innovatie remt. Apple is een bekend voorbeeld. De technologie in onze iPads en iPhones is Vervolgens heeft Steve Jobs daar een glimmend jasje omheen gedaan, en nu klagen ze iedereen aan die iets produceert wat er ook maar een beetje op lijkt. Je kunt in de technologie, de cultuur, de wetenschap zien dat kapitalisme vaak een rem is op vooruitgang en ontwikkeling.’

De commons vormen een praktijk. Maar het is ook een begrip, een manier van denken?

‘De wisselwerking tussen theorie en praktijk is er altijd geweest. Het denken en schrijven over de commons is geïnspireerd door allerlei protestbewegingen en vormen van activisme. Tegelijkertijd zie je dat concepten juist sturend kunnen zijn voor vormen van activisme. Doordat je met een andere bril naar de wereld gaat kijken, zie je dat er iets niet klopt. Dat er verandering moet komen. Ik haal op een gegeven moment die beroemde zin van Marx aan: “Filosofen hebben tot nu toe de wereld verschillend geïnterpreteerd, Dat is een valse tegenstelling; als je de wereld wil veranderen, moet je haar eerst ook anders dan de status quo geïnterpreteerd hebben.’

Het is inspirerend om te denken over de mens als een precair wezen. Je hebt het over een nieuw wereld- of mensbeeld?

‘Bij het nieuwe ervan wil ik wel een vraag stellen. Ik pretendeer zelf niet het wiel uit te vinden, want dat zou haaks staan op dat idee van de meenten. Juist omdat ik voortdurend put uit de ideeën en filosofieën die al voorhanden zijn. Het put uit oude, ook niet-westerse tradities. Uit

Er zijn voortdurend voorbeelden van de concrete praktijk, maar het is van belang om te benadrukken hoe dat wereldbeeld werkt. Daar moet je hard aan werken, juist omdat het kapitalistische wereld- en mensbeeld zo effectief is.

‘Dat is zonder meer waar. Het wordt ons dagelijks ingepeperd, dus we hebben die andere blik hard nodig. Het is belangrijk om kwetsbaarheid te benadrukken, omdat die neoliberale ideologie heeft gehamerd op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid. Dat je prestaties of de dingen die je hebt voortgebracht je eigen verdienste zijn. Maar als je de mens bekijkt vanuit kwetsbaarheid, laat je zien dat we allemaal kwetsbare wezens zijn en Van baby af aan.’

‘Dat spreekt voor zich, maar het houdt eigenlijk nooit op. Het blijft altijd zo. We moeten het hoofd niet ervan afwenden in schaamte of walging, maar zien dat daar de schoonheid van het mens-zijn inzit. In de onvolledigheid en kwetsbaarheid, en dat die de basis vormen voor solidariteit en gemeenschappelijkheid. En liefde, in wezen.’

interconnectedness: er zijn veel filosofische stromingen in de wereld waar dit de kern van is.

‘Ik speel met het woord “individu”. Het betekent letterlijk ondeelbaar. In het Grieks heb je atomos, dat is hetzelfde. Het individu wordt als een atoom gezien, als een elementair deeltje dat door de ruimte zweeft en af en toe op iets anders botst. Een op zichzelf bestaande kern. Terwijl we, als je het vanuit kwetsbaarheid en onvolledigheid bekijkt, condividu zijn. We zijn mede-deelbaar, we maken deel uit van een netwerk van verbindingen zonder welke we niet eens bestaan. Zonder al die verbanden, met mijn familie, mijn gemeenschap, maar ook met de organismen in mijn lijf, de technologieën waar ik gebruik van maak, ben ik überhaupt niet eens.’

Er zit schittering in. Het is zo mooi juist; waarom zouden we dat afwijzen?

‘Er bestaat vanuit de neoliberale ideologie een sterke neiging om dat soort verbanden af te wijzen. Om de self-made entrepreneur te zijn.’

En het heeft een maatschappelijke uitslag. En dan wordt het gevaarlijk. Als je onvolledigheid afwijst in maatschappelijke termen, krijg je een gemeenschap die vijandig staat tegenover wat er van buiten komt. Maar ook daar geldt: wederzijdse afhankelijkheid.

‘Zonder meer. Ik haal een Italiaanse filosoof aan, Roberto Esposito, die heeft er Hij speelt met de termen communitas en immunitas. Gemeenschappen hebben de neiging om zich te immuniseren, oftewel om zich af te wenden van de ander of de buitenstaander. Maar in de gemeenschap zelf zit dat andere altijd al ingebakken. Als je jezelf daarvoor wilt immuniseren, val je eigenlijk de gemeenschap zelf aan. Gemeenschappelijkheid bestaat juist bij die relatie met de ander.’

Je wordt juist vatbaarder voor ziekte als je het op die manier probeert buiten te sluiten?

‘Het is het beroemde verhaal van Edgar Allan Poe, Hij vertelt over een stel edelen, dat op de vlucht voor de pest zichzelf heeft opgesloten in een klooster. Op een gemaskerd bal doet iedereen op een gegeven moment het masker af, waarop een van de gasten zelf de Rode Dood blijkt te zijn, de pest die heerst. Iedereen valt dood op de grond. Een prachtige metafoor. Juist het immuniseren, het proberen buiten te sluiten van de dreiging van buitenaf, leidt tot de ondermijning van de gemeenschap zelf.’

Als je je hoopt vestigt op het precair zijn van mensen, omdat daar een kracht in zit, en vruchtbaarheid, moet je het wel onderscheiden van precariteit.

‘Het is een onderscheid dat maakt. Tussen precair-zijn als menselijke conditie, wat een eigenschap van ons allemaal is, en precariteit. Met precariteit bedoelt dat kwetsbaarheid in de samenleving vaak ongelijk verdeeld is. Langs lijnen van klasse, etniciteit, gender, noem maar op. Dat zag je duidelijk tijdens de coronapandemie. Aan de ene kant werd gezegd: “We zitten allemaal in hetzelfde schuitje.” En een van de mooiste voorbeelden daarvan vond ik Madonna die een filmpje uploadde dat ze in een bad met rozenblaadjes zit, en zegt: “Het virus maakt geen onderscheid, Terwijl zij dat zei in haar enorme landhuis!’

‘Je zag wel degelijk dat mensen van kleur In huishoudens kwam de zorg voor kinderen Ouderen in tehuizen waren Die kwetsbaarheid was ongelijk verdeeld. Dat is geen natuurlijk gegeven, maar zo hebben we de samenleving ingericht. Bij sommigen zorgt hun kwetsbaarheid voor meer problemen dan bij anderen.’

Is er een weg terug?

‘Ik denk het wel. We hebben de afgelopen decennia gezien dat steeds meer dingen in ons dagelijks leven in een vorm van koopwaar veranderd zijn. Op dezelfde manier kan er ook een beweging terug zijn, waarbij we die dingen veel meer als meenten gaan beschouwen. Je ziet die discussie plaatsvinden in volkshuisvesting. Er wordt geroepen dat een woning niet een koopwaar op de markt moet zijn, Iedereen moet kunnen beschikken over een fatsoenlijke woning.’

‘Hetzelfde kun je zeggen over voedsel, vervoer, zorg en noem het maar op. Al dat soort basisvoorzieningen zijn we steeds meer als koopwaar gaan zien, maar ze zijn niet van nature koopwaar. Niets is in wezen, van nature koopwaar. Iets moet altijd tot koopwaar gemaakt worden. En zo zou je ook een beweging de andere kant op kunnen sturen. Dat dingen juist tot meent gemaakt worden.’

Jij komt, en daarin blijf je die kunst- en cultuurfilosoof, uit bij Star Wars, nietwaar?

‘Het voorbeeld van Star Wars haal ik aan omdat het een mooi voorbeeld is van hoe sociale en politieke bewegingen altijd verschillende groepen aan zich moeten binden. De rebellen in de Star Wars-films; de hoofdpersonen zijn prinses Leia, Han Solo en Luke Skywalker. Prinses Leia heeft een ideaal; Han Solo zit er vooral voor het geld, hij wil geld verdienen; en Luke Skywalker vindt het vooral spannend om zich te verbinden aan die beweging. Voor hem is het een avontuur.’

‘En ik denk dat dit bij uitstek iets is waar linkse bewegingen steken hebben laten vallen. We hadden het eerder over de libidinale kracht van rechts. Die Die zwaaien met het vingertje of ze zeggen: “Dit is goed voor je portemonnee.” Maar dat je er een vorm van spanning of avontuur aan kunt ontlenen, dat is wat die film zo mooi laat zien.’

Daarachter liggen drie revolutionaire bewegingen. Dat woord aarzel je niet te gebruiken. Je hebt het bijvoorbeeld over ecologisch oorlogscommunisme. Dat klinkt bijna dreigend.

‘Ik noem een aantal ideeën, inderdaad. Dat ecologisch oorlogscommunisme komt uit de koker van Maar ik heb problemen met het antidemocratische karakter van zijn voorstel. Hij zegt: “We moeten de democratie misschien maar even voor een eeuw of wat buitenspel zetten; we moeten nu vooral eerst de planeet redden. En daarna kunnen we de democratie langzamerhand misschien wel weer invoeren.”’

‘De geschiedenis heeft geleerd: als macht eenmaal weggegeven wordt, krijg je haar moeilijk weer terug. Ondanks de enorme uitdaging waar we voor staan, denk ik dat het Anders gaat het niet.’

‘Het voorbeeld in Frankrijk van de gele hesjes laat zien dat ecologische maatregelen alleen maar Je kunt niet allerlei ecologische maatregelen afkondigen en de rekening op het bordje van de zwaksten leggen. Mensen moeten het gevoel hebben dat hun eigen leven er beter van kan worden.’

Je schetst alternatieven, waaronder acid communism, maar brengt ze wel als sterke verhalen, maar met kanttekeningen erbij. Alsof je er niet helemaal in gelooft.

‘De term ontleen ik aan de Britse filosoof Mark Fisher. Hij laat zien wat ik net aan de hand van Star Wars probeerde uit te leggen: hoe socialisme of communisme als een economisch en politiek project altijd gecombineerd moet worden met een vorm van zelfexpressie en zelfontplooiing. Hij zag het in de tegenbewegingen in de jaren zestig en zeventig. Het is een gemiste kans dat de gevestigde linkse politieke partijen en de hippiebeweging niet tot elkaar kwamen. Die

Het kan; het moet langs democratische weg. Jouw boek is een uitnodiging om onze ‘gemeenzin’ te trainen, zoals je dat noemt.

‘Ook weer een spel met woorden. Dat is een beroepsdeformatie, dat ik graag nieuwe woorden onderzoek.’

Omdat die nieuwe wegen openen.

‘Precies. Gemeenzin is een letterlijke vertaling van common sense. Dat wordt vaak vertaald met “gezond verstand”. Wat iedereen al denkt of weet. Terwijl de meent allerminst is wat nu common sense is. Ik wil laten zien dat we onze gemeenschappelijke manier van kijken naar de wereld, de gemeenschappelijke bril die we als het ware op hebben, dat daar een verschuiving in moet plaatsvinden. Gemeenzin is ons vermogen om de meenten te zien en te herkennen. Ze zijn in wezen overal, maar we behandelen ze niet als zodanig.’

Meer luisteren of lezen?

Alle miljardairs onder de guillotine! (Of: hoe we afrekenen met het kapitalisme) Groei, vooruitgang en steeds maar meer geld. Kapitalisme heeft ons leven in de houdgreep. Wij hebben ons dat systeem zo eigen gemaakt, dat het vrijwel onmogelijk is om er afstand van te nemen en kritiek op te hebben. Toch is dat precies wat Sjors Roeters doet in zijn boek Miljardairs onder de guillotine. Beluister of lees mijn podcast Het bizarste idee dat de mens ooit bedacht: dat je een stukje grond kunt bezitten Stervende ecosystemen, uitbuiting, ruimtegebrek: de grote problemen van de mensheid zijn bijna allemaal ontsprongen aan het idee dat ‘land’ iets is dat je privé kunt bezitten. Willen we de planeet leefbaar houden en een écht democratische samenleving, dan moeten we beginnen bij de grond onder onze voeten. Lees het essay van George Monbiot