Deze oorlogsmisdadiger is nu dj. Wordt hij ooit nog vervolgd?
Bijna nonchalant pleegt hij een oorlogsmisdaad. Een sigaret balanceert losjes tussen de vingers van zijn linkerhand, de loop van een kalasjnikov richt hij naar beneden met zijn rechter, een witte zonnebril rust op zijn kruin. Zijn lichaam leunt licht achterover; het rechteronderbeen zwaait naar achteren, alsof het aanstalten maakt om een vrije trap te nemen voor Rode Ster Belgrado.
Zo bekend als de executie van Vietcong-officier Nguyễn Văn Lém in 1968 is het beeld dat oorlogsfotograaf Ron Haviv in 1992 vastlegde niet. Gruwelijk is de foto wel: het is een van de tientallen moorden die de Servische paramilitaire groep Arkan’s Tigers pleegde in de Bosnische stad Bijeljina tijdens de Joegoslavische burgeroorlog. En zelfs dit is een kleine greep uit de honderden oorlogsmisdaden die sinds de jaren negentig nooit zijn opgehelderd.
Dertig jaar nadien begon tijdschrift Rolling Stone te graven naar informatie over de koudbloedige executie van Tifa Šabanović. Dankzij Bellingcat-achtig speurwerk kunnen de journalisten met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zeggen dat de Servische kopschopper Srđan Golubović heet.
Zijn landgenoten zullen hem eerder kennen als DJ Max, professioneel plaatjesdraaier op raves, poolparty’s en het populaire EXIT Festival. In tegenstelling tot oorlogsmisdadiger Radovan Karadžić, die zich jarenlang het alter ego aanmat van een spirituele geneesheer,* weigert Golubović zich te verstoppen. De hamvraag: zal Servië dan wel Bosnië hem ooit vervolgen voor zijn verleden? En zo ja, wanneer?
Rolling Stone: ‘The DJ and the War Crimes’ (Leestijd: 35 minuten)