Vergeet de nicotinepleister: zo stopt iedereen met roken
Een pak zware shag roken, twee glazen jenever wegtikken, en je maandsalaris verbrassen in het gezelschap van de rondtollende kersen, bessen en watermeloenen in een gokkast: in Nederland mag het zodra je de grens van 18 jaar eenmaal hebt bereikt. Weliswaar met accijnzen, neutrale (lees: gedrochtelijke) verpakkingen en perronproscripties.
Draai je de aardbol om, dan ligt daar in het zuidwesten van de Grote Oceaan een eiland dat het vanaf nu anders doet. Nieuw-Zeeland maakte onlangs de keuze voor een beweeglijke leeftijdsgrens voor tabak, voor iedereen die op of na 1 januari 2009 geboren is.* Oftewel: een levenslang rookverbod voor de nieuwe generatie.
Hoe meer ik erover nadenk, hoe sterker ik overtuigd raak van dit vernuftige voorstel. Want laten we eerlijk zijn, die cilindervormige kankerstaaf kost (vooral arme mensen) klauwen met geld, laat je hoesten als een bejaarde hond die zich in een bot heeft verslikt, en roeit elk jaar 20.000 Nederlanders uit* – ongetwijfeld ken je er zelf één.
Daartegenover staat een kortstondige stressverlichting (gevolgd door juist een grotere verzwaring),* een vertrouwd rustmoment (misschien voegt de stap dichter bij het oneindige nog wat opwinding toe), en de beste gesprekken op een avond uit (al zijn rookruimtes in kroegen inmiddels verboden).
In de vorige eeuw, toen roken zich verspreidde van de salons in Parijs tot de schuren in Paterswolde, wist nog niemand dat de kleine teerbuizen het grootste moordwapen ooit zouden worden. Nou ja, niemand? De tabakslobby was er eerder achter dan wij, maar deed er alles aan om het te verhullen. ‘Rook verstandig’, zei Johan Cruyff in 1978 nog in een reclame voor zogenaamde light-sigaretten.* Toen het eenmaal duidelijk was dat zoiets niet bestond, was het al decennia te laat: miljoenen Nederlanders waren verslaafd.
Uiteindelijk gaat dit om meer dan roken. Nieuw-Zeeland durft ver vooruit te kijken, en mikt weloverwogen op een toekomst die verschilt van het heden
Vier op de vijf rokers zouden er vandaag liever mee kappen,* maar dat blijkt nog moeilijker dan een marathon lopen op Crocs. Misschien moeten we sigaretten helemaal verbieden. Maar ergens is het wreed om miljoenen mensen hun peuken af te pakken nadat je hebt toegestaan dat ze verslaafd zijn gemaakt, en gehouden – de staat beschermt je niet, maar straft je wel.
Waarom zouden we die verslaving vandaag nog laten beginnen, als we ook kunnen kiezen voor die beweeglijke leeftijdsgrens, zoals in Nieuw-Zeeland? Dat elegante plan zorgt ervoor dat we in de toekomst niet tegen hetzelfde probleem aanlopen. Bovendien sluit het andere maatregelen om roken te verminderen niet uit.
Uiteindelijk gaat dit om meer dan roken. Nieuw-Zeeland durft ver vooruit te kijken, en mikt weloverwogen op een toekomst die verschilt van het heden.
Hoe anders voelt dat in Nederland. Sla de krant open en je ziet dat wij worstelen om de uitdagingen van een snel veranderende wereld het hoofd te bieden. In plaats van ons lot actief vorm te geven en visie te tonen, wachten onze leiders zelfgenoegzaam tot crises (klimaat, stikstof, wonen) toeslaan –om dan pas in actie te komen. Dikwijls te laat.
Terug naar de sigaret, mijn dierbare maar dodelijke ondeugd. Vorig jaar, voor het eerst in de recente geschiedenis, daalde het aantal rokers wereldwijd. Ondanks die vooruitgang eisen die brandende stokjes jaarlijks 8 miljoen (!) levens* en zullen ze dat waarschijnlijk nog tientallen jaren blijven doen.
Hoever moeten we precies gaan om dit te stoppen? Ik weet het niet, maar de beweeglijke leeftijdsgrens uit Nieuw-Zeeland is in ieder geval een uitstekende eerste stap.