Deze Nederlandse gemeente dreigt onder water te lopen (maar een klimaatplan is er niet)
Er is een Nederlandse gemeente die straks als een van de eerste onderloopt door de stijgende zeespiegel. Waar bewoners, natuur en economie enorme klappen krijgen door de opwarming van het klimaat. Alle reden om in te grijpen, zou je denken. Maar er gebeurt nauwelijks iets.
In het najaar van 2022 verscheen een verbijsterend rapport over een kleine Nederlandse gemeente.
In dat rapport stond dat deze Nederlandse gemeente deels in zee zal verdwijnen vanwege het opwarmende klimaat.
Vorig jaar kreeg die gemeente daar al een voorproefje van: in november 2022 liepen grote delen onder nadat het heel hard had geregend. De komende jaren dreigt onder andere het drasland in het zuiden opgeslokt te worden door de oprukkende zee. Wat er dan gebeurt met de zeldzame vogels die er van oudsher broeden, is nog onduidelijk.
Sommige historische bouwwerken zullen niet zonder schade het einde van de eeuw halen, schrijven de onderzoekers. De klimaatschade aan huizen en infrastructuur kan in het ergste geval in de honderden miljoenen euro’s lopen.* Voor de bewoners kan dat rampzalig zijn. Wie nu al niet genoeg verdient om van rond te komen, gaat een onzekere toekomst tegemoet.
Ook de lokale economie zal onder het naderende natuurgeweld lijden. Omdat het zeewater opwarmt en de riolering gebrekkig is, sterft het rijke onderwaterleven af – terwijl die bijzondere natuur, populair bij duikers, de economische kurk is waar de gemeente op drijft.
Eerder concludeerde het KNMI dat klimaatverandering voor dit gebied nu al onomkeerbaar is. De volgende generatie bewoners ‘zal hoe dan ook terechtkomen in een heel ander landschap’, schrijft het weerinstituut.
Wel kan de schade beperkt worden – nog wel.
Je zou dus zeggen: alle reden om in te grijpen, en snel een beetje. Maar vooralsnog zijn er geen concrete plannen om deze gemeente te beschermen tegen het veranderende klimaat.
Hoe dat komt? Omdat deze Nederlandse gemeente niet Vlissingen of Heerenveen heet, maar Bonaire.
Caribische Nederlanders zijn vogelvrij voor natuurgeweld
In Europees Nederland zijn de gevaren van klimaatverandering al lang en breed uitgemeten. Van onderzoeksrapporten* en Tweede Kamerdebatten* tot klimaatprotesten en complete musea: er is continu aandacht voor de opwarming van de aarde, de zeespiegelstijging die daaruit volgt, en wat dat betekent voor de woningen en veiligheid van Europese Nederlanders.
De strijd tegen het water is Nederland niet vreemd: al eeuwen zijn er overstromingen en worden er dijken en waterkeringen gebouwd. De Watersnoodramp – vandaag precies zeventig jaar geleden – was zo’n grote wake-up call, dat ze leidde tot de invoering van het Deltaplan. In 2050 mag – volgens de Deltabeslissing Waterveiligheid – ieder jaar maar 1 op de 100.000 inwoners van Europees Nederland komen te overlijden door een overstroming.
Maar hoeveel politici spraken zich de afgelopen jaren uit over de naderende watersnoodramp in Caribisch Nederland?
Bedroevend weinig. D66, de Partij voor de Dieren en BIJ1 stelden sporadisch Kamervragen, maar vervolgens gebeurde er niet veel. Ook in de media is er nauwelijks aandacht. Eind 2021 sprak de directeur van de Dutch Caribbean Nature Alliance zijn zorgen uit over het feit dat Caribisch Nederland vergeten werd in de klimaatdiscussie.
Intussen zijn Caribische Nederlanders vogelvrij voor natuurgeweld. En dat terwijl Nederland de plicht heeft zijn burgers – ál zijn burgers – te beschermen.
Een juridisch limbo: de verdragen gelden niet
Sinds 2010 is Bonaire – net als de voormalige Nederlandse koloniën Saba en Sint Eustatius (samen: de BES-eilanden) – een ‘openbaar lichaam’ van Nederland. De drie eilanden hebben een aparte status binnen het Koninkrijk, die vergelijkbaar is met die van een Europees-Nederlandse gemeente. Het is dus ook aan de Nederlandse regering om de bewoners van die eilanden te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering, zegt onderzoeker mensenrechten en milieu Daphina Misiedjan van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Toch zweven de drie eilanden in een juridisch limbo. VN-klimaatakkoorden en -verdragen, zoals het Klimaatakkoord van Parijs, zijn niet van toepassing op de eilanden, net zomin als het Nationaal Water Programma. Waarom? Volgens minister Rob Jetten (D66) van Klimaat en Energie passen die wetten en verdragen alleen binnen de context van Europees Nederland. Omdat de Caribische natuur zo anders is, moeten daarvoor aparte plannen gemaakt worden – maatwerk dus.
Alleen komt dat maatwerk er maar niet, waardoor er in feite twee niveaus van bescherming bestaan binnen één koninkrijk: één groep die wel onder de klimaatverdragen valt, en één groep die aan zijn lot wordt overgelaten. En dat is in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat bepaalt dat er geen onderscheid mag zijn tussen Europese en Caribische Nederlanders: allemaal hebben ze hetzelfde recht op leven.
Zo veel gegevens als er voor Europa zijn, zo weinig weten we over Bonaire
Het is veelzeggend dat er pas in 2022 een uitgebreide studie uitkwam met de klimaatscenario’s voor Bonaire. En zelfs die studie is niet helemaal compleet, vanwege een gebrek aan betrouwbare data. Weerstatistieken, hoogtedata en overstromingsgegevens: de onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam hadden moeite om hier volledige datasets over te vinden* – een schril contrast met de overvloedige data voor Europees Nederland. Voorlopig is het beeld van de impact van klimaatverandering op de BES-eilanden dus verre van volledig.
Ondertussen heeft Bonaire te maken met schrijnende ongelijkheid. De minimumlonen, pensioenen en uitkeringen zijn op de eilanden substantieel lager dan in Europees Nederland, met onder andere als gevolg dat 40 procent van de Bonairianen in armoede leeft. Op het eiland duwen de dagelijkse zorgen om voldoende eten op tafel te krijgen zorgen over de oprukkende zee soms naar de achtergrond.*
Neem het verhaal van Airsa, die ik vorig jaar interviewde over dit onderwerp. Samen met haar vriend runt zij een haarsalon op het eiland. Onlangs nodigde Greenpeace haar uit voor een bijeenkomst over klimaatverandering op Bonaire, maar die moest ze laten schieten omdat ze een klant had. ‘Ik hoorde achteraf dat maar weinig lokale inwoners kwamen opdagen. Iedereen is hard aan het werk.’
Het water staat Bonairianen aan de lippen
Als Zuid-Holland dreigt opgeslokt te worden door de zee, zou de Nederlandse overheid dan ook zo passief zijn? Had ze dan ook tot 2022 zitten suffen?
Er zijn ook lichtpuntjes: het lijkt erop dat Den Haag langzaam ontwaakt uit de sluimertoestand van het afgelopen decennium. Zo kondigde het ministerie van Economische Zaken en Klimaat eind november aan dat er een speciale klimaattafel komt voor Bonaire – een overlegorgaan waarbinnen maatschappelijke organisaties, overheid en bedrijven zijn vertegenwoordigd. Tijdens het bezoek van de koninklijke familie aan Caribisch Nederland dat nu bezig is, staan klimaatverandering en -adaptatie op de agenda.
Onderzoeker Daphina Misiedjan werkt op haar beurt mee aan het onderzoeksproject ‘Island(er)s at the Helm’, een initiatief van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde waarin lokale onderzoekers vanuit allerlei disciplines de klimaatproblematiek op de BES-eilanden bestuderen en mogelijke oplossingen aandragen. Misiedjan: ‘We onderzoeken vanuit de sociologie, architectuur, archeologie, rechten en antropologie hoe mensen daar met klimaatverandering omgaan, en wat zij nodig hebben.’
Maar een voldongen feit blijft: terwijl wetenschappers steeds pessimistischer gestemd zijn over of het überhaupt zal lukken om de opwarming van de aarde te beteugelen, ontbreekt de infrastructuur om Caribische Nederlanders te beschermen tegen de gevolgen hiervan.
Het water staat hen intussen al figuurlijk aan de lippen. En het moment waarop dit letterlijk zal zijn, komt rap dichterbij.