Toen ik nog geen minuut oud was, kreeg ik een label. ‘Het is een jongetje’, verklaarde de dokter. En toen ik vijf jaar oud was, kwam daar een label bij. 

‘Dit kind is genderdysfoor’, zei de dokter toen.

Niet mijn geslacht, maar dit aanvullende label zou een overheersende rol spelen in de jaren die volgden. Want met de diagnose ‘genderdysforie’ – de medische term voor een sterk onbehagen met het biologische geslacht of de geleefde genderrol – begon ook een langdurig medisch traject. Vanaf deze vaststelling was ik niet alleen ‘transgender’, maar ook ‘patiënt’. 

Het begon met gesprekken met een kinderpsycholoog, die me leerde omgaan met mijn ‘anders-zijn’ en met de pestkoppen die dat minder goed konden. Daarnaast kwam ik vlak voor mijn pubertijd onder behandeling bij een hormoonspecialist. Die schreef vanaf mijn twaalfde prikken voor die de mannelijke puberteit onderdrukten, en vanaf mijn zestiende kreeg ik daar vrouwelijke hormonen bij. Op mijn negentiende volgde uiteindelijk een geslachtsveranderende operatie.

Het was een pittige rit, maar wel eentje in wat nog altijd geldt als de Ferrari van de transgenderzorg. Nederland pionierde vanaf de jaren negentig met een liberale behandelmethode waarin transgender jongeren Ook nu nog geldt deze als de gouden standaard in de genderzorg wereldwijd.

Achteraf ben ik dankbaar voor het behandeltraject dat toen voor mij beschikbaar was. Als kind gruwde ik van het idee dat ik ooit een volwassen mannenlichaam zou krijgen, potig en behaard. Door de genderzorg die ik vanaf jonge leeftijd kreeg, is dat me goddank bespaard gebleven.

Maar ik zou liegen als ik zou beweren dat deze opluchting zuiver intrinsieke redenen heeft. Want hoezeer ik het krijgen van een mannenlijf verafschuwde, toch hebben óók denkbeelden die niet van mezelf waren een belangrijke rol gespeeld in mijn medische keuzes. Intuïtief heb ik altijd gevoeld dat ik geen man ben. Maar wat dan wel? Gelukkig gaf de buitenwereld lekker rechtlijnig uitsluitsel: wie geen man is, is een vrouw. En daar hoort nu eenmaal een specifiek lichaam bij.

Met name de laatste operatie koos ik vooral uit pragmatisme. Ik kon me simpelweg geen leefbaar leven voorstellen met het ambigue lichaam dat ik toen had. Terwijl ik dat nu, jaren later, anders zie.

Mijn verhaal illustreert volgens mij een belangrijk probleem dat tot nu toe weinig aandacht krijgt in gesprekken over genderzorg. Namelijk dat wat trans mensen écht nodig hebben voor een belangrijk deel helemaal niet in een ziekenhuis te halen valt. 

Wat ze nodig hebben is een maatschappij die ruimhartig plek voor ze maakt. Ook – of júist – als ze niet kiezen voor medische behandelingen.

Zelfs in tolerant Nederland zijn veel mensen negatief over trans personen

Feit: Toch blijft hun sociale positie op allerlei manieren kwetsbaar.

Zo krijgen trans personen Meer dan de helft van de transgender gemeenschap Ook pieken transgender personen nog altijd in statistieken rondom  en  

Hoe meer je buiten de geijkte genderhokjes valt, hoe hoger de prijs die je betaalt

Nog een feit: in hoeverre je als transgender persoon geconfronteerd wordt met uitsluiting, discriminatie en geweld, is sterk afhankelijk van hoe zichtbaar het is dat je transgender bent. Hoe meer je buiten de geijkte genderhokjes valt, hoe hoger de prijs die je betaalt. Gendernonconforme personen – mensen die niet duidelijk in het hokje man of vrouw vallen, of daar bewust zelf voor kiezen – krijgen volgens onderzoek vaker te maken met en vertonen vaker zelfbeschadigend gedrag

Niet gek. Want zelfs in tolerant Nederland heeft – ruim twee keer zoveel als het percentage dat negatief ten opzichte van homo- en biseksualiteit staat (‘slechts’ 4 procent). Bovendien hecht maar liefst 39 procent er belang aan te weten of iemand die ze ontmoeten een man of een vrouw is. Dat cijfer daalt ieder jaar, maar toch.

Met andere woorden: in onze maatschappij is nog altijd sprake van een diepgeworteld ongemak met mensen die op de een of andere manier buiten de overzichtelijke man-vrouwverdeling vallen. En hoe zichtbaarder dat laatste is, hoe ongemakkelijker mensen het lijken te vinden. Dit blijkt niet alleen uit onderzoek: vraag het een willekeurige transgender of genderdivers persoon en zij zullen dit bevestigen.

Toch zullen de meeste trans mensen, wanneer ze kiezen voor een medisch traject, hun keuze nauwelijks motiveren aan de hand van de sociale risico’s die het met zich meebrengt wanneer ze niet voor deze behandelingen kiezen. De noodzaak van goede genderzorg wordt doorgaans uitgelegd vanuit de individuele ervaringen van trans personen. Zij ervaren een mismatch tussen hun lichaam en de beleving van hun genderidentiteit, en hebben lichamelijke aanpassingen nodig om die gevoelens het hoofd te bieden. 

Hun genderdysfore gevoelens zijn in dit verhaal een zuiver individuele ervaring. Maar wat daarbij vaak vergeten wordt is dat die gevoelens – en de zorgvraag die eruit volgt – niet in een vacuüm ontstaan. 

Ze ontstaan in een samenleving die medische genderzorg als enige en onvermijdelijke behandeling van genderdysfore gevoelens ziet.

Hoe de vraag naar genderzorg is geëxplodeerd

Zou dat misschien een van de redenen zijn waarom de vraag naar genderzorg de afgelopen jaren explodeerde?

Met name de laatste jaren stapelen de problemen binnen de genderzorg zich op. De wachtlijsten zijn gigalang, en de ziekenhuizen die genderzorg verlenen kampen met grote capaciteitsproblemen. Sinds 2018 steeg de gemiddelde wachttijd met 27 procent. De totale tijd dat een patiënt op dit moment voorafgaand aan en tijdens het medische traject moet wachten – op intakes, op diagnostiek, op behandelingen–

Let wel: de gestelde norm voor deze wachttijd is 26 weken – oftewel een half jaar.

Die eindeloze wachttijden schroeven de lijdensdruk voor trans mensen op. Want stel je voor: je bent na een lange en soms zware persoonlijke zoektocht tot de conclusie gekomen dat de genderrol waar je je hele leven in gedrukt werd, niet past bij wie je vanbinnen bent. Vanaf dat moment komt elke ‘mevrouw’ of ‘meneer’ in de supermarkt, elk verkeerd gebruikt voornaamwoord, elk moment van verwarring of onbegrip bij anderen, onnoemelijk veel harder binnen dan daarvoor. En vervolgens moet je jaren wachten op passende zorg die daarbij kan helpen.

Hoe minder anderen aan je kunnen zien dat je transgender bent, hoe minder je te maken hebt met vooroordelen

De pijnlijke waarheid is namelijk dat een sociale transitie vaak beter geaccepteerd wordt wanneer je ook ‘zichtbaar’ van geslacht verandert. In onze maatschappij bestaan starre ideeën over hoe de lichamen van ‘echte’ mannen en vrouwen eruitzien. Dat maakt behandelingen met hormonen of operaties voor veel trans mensen van levensbelang. Want hoe minder anderen aan je kunnen zien dat je transgender bent, hoe minder je in het dagelijks leven geconfronteerd wordt met de vooroordelen van die anderen.

Ook ik pluk hier nog steeds de vruchten van. Omdat ik op tijd kon beginnen met een medisch traject, is nauwelijks aan mij te zien dat ik transgender ben. Door de puberteitsremmers werd mijn mannelijke puberteit uitgesteld, door vrouwelijke hormonen feminiseerde mijn uiterlijk. 

Je zou kunnen zeggen dat ik geluk heb gehad. En dat de naar schatting zevenduizend transgender personen die momenteel bij genderpoliklinieken op de wachtlijst staan gewoon onmiddellijk deze noodzakelijke zorg moeten krijgen.

Allemaal waar. Maar toch, dat woord ‘noodzakelijk’ blijft knagen. Want wat maakt deze zorg noodzakelijk – zijn het enkel de genderdysfore gevoelens van individuen, of is het de samenleving die daar zo veel ongemak bij ervaart?

Ben je wel écht transgender, vragen de critici zich af

Dat ongemak is namelijk onmiskenbaar. Zie ook de commentaren van ‘genderkritische’ opiniemakers die zich grote zorgen maken over de enorme stijging van de vraag naar transgenderzorg.

Waar deze critici vooral aan twijfelen, is of iedereen op de wachtlijsten van de genderpoli’s wel écht transgender is, en of ze bovendien wel allemaal wilsbekwaam genoeg zijn om voor verregaande, soms onomkeerbare medische aanpassingen te kiezen. Zit al die genderonzin niet gewoon tussen de oren? Zijn deze mensen überhaupt wel psychisch in orde? En groeien de meeste kids niet over hun genderverwarring heen? Of zou er sprake zijn van sociale besmetting door woke tiktokkers, met hun blauwe haar en hun nieuwerwetse voornaamwoorden? 

Het grote gevaar, tamboereren de onruststokers, is dat ‘normaal’ genderdivers gedrag (jongens die met barbies spelen, meisjes die in bomen klimmen) ineens reden wordt voor verregaand medisch ingrijpen. Een wezenlijke zorg. Lang niet elk kind dat zich tegen de verwachte rollenpatronen in gedraagt, hoeft bij een genderkliniek aangemeld te worden. 

Neem het gezeur over toiletten dat regelmatig de kop opsteekt Degenen die kritisch op de transzorg zijn omdat die ‘normaal genderdivers gedrag’ onnodig zou medicaliseren, klagen meestal net zo hard over trans vrouwen die hun plek opeisen binnen damestoiletten en kleedkamers; hun toegang tot die ruimtes zet de privacy en veiligheid van vrouwen ernstig onder druk, vinden zij.

We zijn nog steeds erg slecht in het toelaten van ‘anders-zijn’

Het probleem is dat de inschatting of iemand wel of niet in een damestoilet thuishoort gemaakt wordt op zichtbare lichaamskenmerken. En dat dus met name de trans personen aan wie je kunt zien dat ze trans zijn er worden lastiggevallen – en juist niet de cis personen wier veiligheid zo in het geding zou zijn.

Ikzelf identificeer mij niet eens als vrouw, maar kan (bij gebrek aan genderneutrale opties) meestal probleemloos van vrouwenwc’s gebruikmaken. En dat ik weinig frictie ervaar in de openbare ruimte, is met dank aan de transgenderzorg waar deze opiniemakers zo tegen zijn.

Het lijkt misschien een onbenullig voorbeeld. Maar wat het laat zien, is dat we nog steeds erg slecht zijn in het toelaten van genderdiversiteit en ‘anders-zijn’. Dat de roep om meer ruimte voor de groep die niet in de vaste genderhokjes valt steevast kan rekenen op fel verzet. En dat er anders uitzien dan men verwacht nog steeds een diepe impact heeft op hoe gemakkelijk je je als trans persoon door het leven kan bewegen. 

Zo bezien is het toch vreemd dat de ervaringen van trans mensen nog altijd worden gezien als een individuele worsteling, waarvoor iemand vooral een arts nodig heeft.

Genderzorg was lange tijd: we helpen je van het ene hokje naar het andere

Terugkijkend op mijn eigen transitie werd me de afgelopen jaren steeds meer duidelijk hoezeer mijn innerlijke genderdysfore gevoelens beïnvloed werden door van buitenaf opgelegde gendernormen. Aan mij de simpele taak om dat vooral niet te worden en mijn lichaam in lijn te brengen met de enige genderidentiteit die buiten man bestond: vrouw.

Dat gold overigens net zo goed voor de genderzorg. Het behandeltraject was er lange tijd vooral op gericht om transgender personen te helpen met de overstap van het ene genderhokje naar het andere. Om, kort gezegd, geboren mannen vrouw, en geboren vrouwen man te maken.

Zoals Thomas Steensma, behandelend psycholoog bij het VU Medisch Centrum, laatst zei in ‘Dertig jaar geleden kwamen er ook mensen op de polikliniek die aangaven: “Ik voel me geen vrouw maar ik hoef niet per se een man te worden.” Maar dan voldeden ze niet aan de diagnose van een genderidentiteitsstoornis en kregen ze geen toegang tot zorg.’

Die binaire genderverdeling ligt niet meer in lijn met de ontwikkelingen van de huidige tijd. Er zijn inmiddels veel transgender personen (onder wie ikzelf) die hun identiteit buiten de gevestigde man-vrouwverdeling zien. De groep personen die zich identificeert als non-binair, a-gender of genderfluïde werd afgelopen jaren steeds zichtbaarder en luidruchtiger. Sommigen van hen kiezen niet voor medische ingrepen, anderen wel. 

Gelukkig komen er steeds meer mogelijkheden voor trans mensen om zelf de behandelingen te kiezen die passend voelen. Maar zolang de maatschappij geen soortgelijke ontwikkeling doormaakt, blijft de acceptatie van transgender personen voorwaardelijk en beperkt. 

Hoeveel genderzorg is er nodig in een maatschappij die haar eigen normen wat meer los durft te laten?

Momenteel wordt waarom de vraag naar genderzorg de afgelopen jaren steeg, en waarom de zorgvraag van patiënten in die tijd veranderde.

De ongemakkelijke vraag die hier wat mij betreft niet mag ontbreken, is hoeveel genderzorg er nodig zou zijn in een maatschappij die haar eigen normen rondom gender wat meer los durft te laten, en voor allerlei vormen van genderexpressie ruimte maakt.

Want wie heeft uiteindelijk het meeste baat bij de medische bril waarmee we de ervaringen van trans mensen standaard bekijken? Is het werkelijk de transgender gemeenschap? Of is het stiekem ook onze samenleving, die door de medicalisering van genderdiversiteit haar eigen starre gendernormen nooit hoeft te bevragen?

Transgender en non-binaire personen zijn wat dat betreft een soort contrastvloeistof; zij laten precies zien waar de gendernormen die gelden als ‘normaal’ en ‘natuurlijk’ tekortschieten. Lange tijd bood de medische trechter waarin trans mensen terechtkwamen een uitkomst om niet over die tekortkomingen na te hoeven denken. De onnoemelijke complexiteit die gender is, kreeg een overzichtelijke plek: het ziekenhuis.

Misschien kampt niet de trans gemeenschap, maar de hele maatschappij met een genderidentiteitsprobleem. En moeten we verder kijken dan de zorg om trans personen écht te helpen.

Meer lezen?

Deze campagne tégen gender laat juist het belang van gender zien Transgender-kritisch collectief gendertwijfel.nl verspreidt een poster die zwaar leunt op cultureel bepaalde signalen die iemand zichtbaar ‘man’ of ‘vrouw’ maken. Terwijl hun manifest juist betoogt dat geslacht geen ‘construct’, maar een biologisch feit is. Ga naar deze column Ik ben trans en snap J.K. Rowlings zorgen over de positie van vrouwen. Transfobie is alleen niet de oplossing Ik ben trans en Harry Potter-fan. Toen schrijfster J.K. Rowling uit de kast kwam als transfoob, schrok ik enorm. Maar: ik snap haar ook, want haar zorgen over de veiligheid van vrouwen zijn reëel. Ga naar dit artikel