Laatbloeiers zijn doodgewoon. Tijd om ze zo te gaan bestempelen
Ervaring, schreef* Oscar Wilde, is simpelweg het etiket dat mensen op hun fouten plakken.
Wat hij geloof ik bedoelde is dat mensen middelmatigheid niet kunnen verkroppen. Echt beter zijn ze vaak niet geworden in hun leven, maar er is wel van alles gebeurd, dus is het fijn om dat verleden een of ander troostend etiket te geven. Ik ben niet oud, ik ben ervaren.
Journalist Henry Oliver is bezig met een boek over laatbloeiers. Mensen die aan het begin van hun leven niet of nauwelijks opmerkelijk waren, en na een bepaalde leeftijd opeens de schellen van hun ogen voelden vallen, de verbanden legden, de geest kregen.
Oliver denkt dat dit niet simpelweg een kwestie is van toeval; hij denkt niet dat deze mensen in andere omstandigheden eerder tot bloei zouden zijn gekomen. Hij gelooft dat sommige mensen daadwerkelijk zo in elkaar zitten. Dat het hen echt pas kon lukken op latere leeftijd.
De kern is vermoedelijk dat je fouten niet herhaalt, maar van die ‘ervaringen’ een gebakje maakt. Gebakjes die er zonder die fouten nooit hadden kunnen komen. Dit is allemaal irritant abstract, sorry daarvoor, dus lees vooral de blogpost waarin Oliver het fraai en concreet uiteenzet.
The Common Reader: ‘The case for opsimaths. Maybe late bloomers aren’t so late’ (Leestijd: 20 minuten)