Het was zijn eerste dag als president van de Verenigde Staten, op 17 januari 2017, en Donald Trump wond er geen doekjes om. ‘From this day forward, it’s going to be only America first, America first.’

Ten overstaan van wie dan ook, waar dan ook ter wereld, rekende Trump in zijn inaugurele toespraak af met globalisering. De angst en onrust van de financiële en economische crisis maakten plaats voor ongegeneerd nationalisme en verzet tegen internationaal vrijemarktdenken.

Het bleef niet bij retoriek: vanuit het Witte Huis voerde Trump vier jaar lang een regelrechte handelsoorlog met China en bouwde hij hoge tariefmuren op staal en aluminium, die Europese bondgenoten troffen.

Toen deed dat nog de wenkbrauwen fronsen. Wie zou zich ontfermen over de wereldorde van samenwerking, vrijhandel en internationale instituties, nu de Verenigde Staten zich afkeerden?

Zes jaar later is het sobere antwoord: niemand. Op het wereldtoneel is het steeds meer ieder voor zich. Plots vind je Trumps opvattingen terug in de strategie van Joe Biden, de plannen van Europese leiders, en de toespraken van Nederlandse ministers. Het is eigen handel eerst. 

The Donald mag de verkiezingen hebben verloren, zijn wereldbeeld heeft aan invloed gewonnen

We zien de comeback van het strategisch , waarbij handelsmuren worden opgeworpen en rivalen gedwarsboomd onder de vlag van nationale veiligheid. The Donald mag de verkiezingen hebben verloren, zijn wereldbeeld heeft aan invloed gewonnen. 

Een teken aan de wand: Mark Rutte sloot op 30 januari 2023 een opzienbarend chipakkoord met Joe Biden, waardoor de export van chipmachinefabrikant ASML naar China zal worden beknot.

Hoewel Biden militaire redenen opvoert – wie weet wat voor slimme wapens de Chinezen gaan bouwen met die chips – is het een goed voorbeeld van strategisch protectionisme: de Amerikanen willen met dit akkoord China de toegang tot de beste chips afsnijden en zo China’s economische vooruitgang vertragen. Nederland doet mee, nadat het door Poetins oorlog geconfronteerd werd met zijn geopolitieke naïviteit. 

Logisch, op het eerste gezicht. Alleen: op den duur is dit eigen-land-eerst-denken slecht nieuws voor iedereen. 

Zeker als het gaat om technologie. In de race om de technologische vooruitgang ligt degene die het hardst rent niet langer automatisch op kop. Ook degene die zijn tegenstanders het slimst pootje haakt kan winnen, merkte hoogleraar onlangs op. 

Iedere vorm van sabotage lokt weer een reactie uit, waardoor we met z’n allen langzamer gaan lopen. Uiteindelijk betekent het dat we niet langer technologie en kennis uitwisselen, terwijl die juist zo nodig zijn om gedeelde uitdagingen als klimaatverandering, pandemieën en honger het hoofd te bieden.

Poetin was toch ook afhankelijk van ons?

Op 24 februari 2022 viel Rusland Oekraïne binnen. Prompt volgde een economische oorlog met het Westen.

In de jaren daarvoor kozen Europese regeringsleiders steeds weer voor goedkoop Russisch gas. De gaskraan werd alleen maar verder opengedraaid, zelfs toen de Russische agressie toenam (annexatie van de Krim, het neerhalen van vlucht MH17) en er werd gewaarschuwd door kameraden als Polen en de VS.

Poetin zou ons niets maken. Hij was immers net zo goed afhankelijk van ons, vanwege de tientallen miljarden euro’s die wij jaarlijks voor zijn fossiele brandstoffen betaalden.

Dat bleek onverstandig, naïef zelfs. Kort na de inval en de daaropvolgende economische voor Rusland, schroefde Poetin de export van drie cruciale grondstoffen in de wereldwijde voedsel- en energievoorziening terug: gas, Plotseling was economische afhankelijkheid geen garantie voor vrede, maar een drukmiddel van een moordlustige dictator.

Niet gek dus, dat strategisch protectionisme een heropleving doormaakt. Keuzes om de eigen vitale sectoren te beschermen leken niet alleen verstandig, maar onontkoombaar.

Amerikaanse druk op Veldhoven

Het historische chipakkoord tussen Nederland en de Verenigde Staten past dus in die trend. Ons kleine land speelt ineens een reusachtige rol binnen de internationale politiek. Dat heeft alles te maken met ASML, het belangrijkste bedrijf van Nederlandse bodem dat vrijwel niemand kent.

Vergeet Sillicon Valley – in Veldhoven bouwt ASML de meest geavanceerde chipmachines. Die is ongeëvenaard, en de apparaten van ASML (die eruit zien als tijdmachines) zijn onmisbaar in de wereldwijde digitale economie. Elk land heeft razendsnelle chips nodig – voor auto’s, broodroosters en – dus wie de nieuwste chiptechnologie in handen heeft, is koning.

Elk land heeft razendsnelle chips nodig – voor auto’s, broodroosters en smartphones – dus wie de nieuwste chiptechnologie in handen heeft, is koning

Maar chips zijn ook onmisbaar bij moderne wapensystemen, zoals in moordrobots met kunstmatige intelligentie. En nu lopen militaire spanningen op tussen de grootmachten: de Verenigde Staten schoten onlangs een vermeende spionageballon boven hun defensielocaties uit de lucht. Minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken besloot zijn bezoek, dat de spanningen juist had moeten verlichten, uit te stellen.

Bovendien vrezen de Verenigde Staten al jaren dat China Taiwan binnenvalt – een onafhankelijk land dat door de Chinezen wordt beschouwd als afvallige provincie. De VS hebben zich opgeworpen als beschermheer van Taiwan, waar meer dan de helft van de geavanceerde chips geproduceerd worden. Tegelijkertijd proberen de Amerikanen op iedere mogelijke manier te voorkomen dat China een eigen bevoorradingsketen voor de nieuwste chips optuigt.

Zie daar de reden voor een pakket afspraken met Rutte.

Onze overheid gaf ASML al vanaf 2019 geen exportvergunning voor de chipmachine, die enkel in Veldhoven geproduceerd . Maar Washington wil dat Nederland en Japan (het enige andere land met de een-na-beste technologie) nu ook stoppen met de voorlaatste . Dat is de afspraak die nu gemaakt is.

Dit gaat niet eens meer om het beschermen van onze eigen handel, maar om het moedwillig vertragen van een rivaal. Want als je Poetin niet kunt vertrouwen, waarom Xi Jinping dan wel?

The war on chips

Maar als het in deze deal daadwerkelijk om militaire overweging gaat, dan heeft Biden een bazooka van stal gehaald om een mier te raken. 

Chips maken vrijwel alle technologische vooruitgang mogelijk. Van de zorg (pacemakers) tot het onderwijs (laptops), en van transport (elektrische auto’s) tot de energiesector (zonnepanelen). Met het exportverbod saboteert Nederland bovendien een van de belangrijkste ambities van de Chinese president Xi Jinping: China wil in 2030 de wereldleider in kunstmatige intelligentie zijn, en dat is een stuk lastiger zonder baanbrekende chipmachines.

De nieuwe afspraak houdt dus niet alleen China’s en militaire groei tegen, maar is een verstrekkende poging om de technologische ontwikkeling in dat land te frustreren. Chips vormen het hart van onze postindustriële samenleving. The war on chips draait dan ook om de vraag welke land over dertig jaar wereldleider is op het gebied van technologie – en dus de meeste macht heeft. 

De nieuwe afspraak houdt dus niet alleen China’s en militaire groei tegen, maar is een poging om de technologische ontwikkeling in dat land te frustreren

Deze technologiewedloop is al jaren bezig. In 2019 moesten Westerse bedrijven technologie overdragen aan China om toegang te krijgen tot de markt, vaak door een joint venture aan te gaan met lokale bedrijven. Eerder werd het land al betrapt op industriële spionage, ook bij Philips, een Nederlands

In Amerika werd de Chinese telecomgigant Huawei verbannen van de markt, en sinds 31 januari 2023 geldt er zelfs een exportverbod op alle Amerikaanse technologie van dat bedrijf.

De officiële reden was nationale veiligheid, maar de uitrol van de Amerikaanse 5G-infrastructuur loopt jaren achter op die van China. Een lid van Trump’s Nationale Veiligheidsraad omschreef het later als een poging om ‘Huawei af te maken’.

Oftewel: de Verenigde Staten en China versperren elkaar de weg naar technologische vooruitgang, met nationale veiligheid als troefkaart. De Amerikanen slepen hun Europese bondgenoten nu mee in die geopolitieke worsteling – en gezien de economische oorlog met Poetin was er niet veel voor nodig om de Europeanen zo ver te krijgen. We laten ons niet nog eens verrassen.

Waar stopt de wedloop?

In dit licht klinkt een exportverbod voor chips misschien als een no brainer. Zeker op de korte termijn, maar op den duur verandert zo’n deal de regels van het geopolitieke spel. En dat is gevaarlijk.

Xi kan terugslaan, bijvoorbeeld door de export naar Europa van cruciale grondstoffen zoals kobalt en speciale aardmetalen te beperken. Zijn reactie zal niet alleen Westerse burgers raken, maar tegelijkertijd regeringsleiders uitlokken tot verdere escalatie, die de Chinezen weer zullen zien als een nieuwe aanval. Zo zullen de zetten zich herhalen, volgens het aloude draaiboek van protectionistische .

Op die manier vloeien er steeds meer middelen en energie naar het vertragen van de ander – het pootje haken – en steeds minder naar het erkennen van de onmiskenbare wederzijdse voordelen van handel en samenwerking. 

Nu gaat het nog om computerchips, maar straks mogelijk ook om biotechnologie (China incasseert jaarlijkse de meeste biotech-patenten, en patenten op bijvoorbeeld gentechnologie geven een betere kans op het beheer van biologische data), quantumcomputers (een mogelijke katalysator voor technologische doorbraken, waar de Verenigde Staten niet langer de leider zijn) en klimaattechnologie (China bouwt meer dan 40 procent van de windturbines wereldwijd, tegenover 12 procent van de Verenigde Staten).

Waar stopt die strijd? Nederland importeert voor bijna 50 miljard euro aan goederen uit China (bijna net zoveel als de totale uitgaven aan Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en dat bedrag groeit al jaren. 

Vier van de vijf Nederlandse zonnepanelen komen uit China. Het exportverbod op chips vertraagt niet alleen urgente innovatie, maar maakt ons kwetsbaar voor wraak. Dat wij nu meegesleurd worden in een potje economisch worstelen tussen twee grootmachten kan straks ook betekenen dat de energietransitie hier nodeloos wordt vertraagd. 

Voor het voortbestaan van de planeet klinkt samenwerking, in ieder geval op de korte termijn, een stuk strategischer dan het opwerpen van nieuwe muren.

Toch wijzen de cijfers eerder op een terugkeer naar zelfvoorziening. In nog geen vijftien jaar zijn buitenlandse directe investeringen meer dan gehalveerd, van 5,3 procent van de wereldeconomie in 2007 tot 2,3 procent in 2021.

Weet waar je aan begint

Na de Tweede Wereldoorlog bouwde het Westen een wereldorde op waarin vrijhandel, internationale instituties en samenwerking de hoofdrol speelden. Nu zijn het de Amerikanen zelf die aan de fundering van dat systeem zagen – en laat Nederland zich daarin meesleuren. 

Weet waar je aan begint: als iedereen alleen maar aan zijn eigen belang denkt, verliezen we uiteindelijk allemaal.

Met dank aan Ties Dams van Instituut Clingendael en Joris Teer van The Hague Centre for Strategic Studies.

Correctie 11-2-2023: Bij vergissing is er in eerste instantie een conceptversie van dit artikel gepubliceerd. Op 11 februari is deze vervangen door de geredigeerde versie.

Meer lezen?

Mogen we er wat chips bij? Een kijkje in de keuken van het meestgewilde product ter wereld Auto’s, smartphones, broodroosters: allemaal kunnen ze tegenwoordig niet meer zonder microchips. Maar zo gewild als ze zijn, zo kwetsbaar is het systeem waarin die chips worden gebouwd – zie het chiptekort dat de wereld nu parten speelt. Voor Europa is de harde en (te) late les: een eigen chipindustrie is best belangrijk. Lees de analyse van Evgeny Morozov Hoe kwetsbaar Europa is, leer je van een broodrooster Je kunt een broodrooster zien als een metafoor voor een van de belangrijkste ontwikkelingen van de laatste dertig jaar in Europa, zegt tech-expert Bert Hubert. Omdat alles wordt geoutsourcet, begrijpen bedrijven zelf niet meer wat ze maken. Dat gebeurde in de telecomsector: door jarenlange uitbesteding hebben internet- en telefoniebedrijven nauwelijks technologische kennis meer in huis. Dat maakt kwetsbaar. Lees het interview van Maurits Martijn