Hoe documentaires de nieuwe melkkoe van de filmindustrie werden
Geen enkele documentaire zal ooit evenveel geld in het laatje brengen als Avatar – dat begrijpt iedere bioscoopganger. Maar dat zelfs de financieel succesvolste docu ooit (Fahrenheit 9/11 van Michael Moore) qua omzet liefst 588 films voor zich moet dulden, is toch even schrikken. Nog geen tien jaar geleden werden documentaires door Hollywood behandeld als restcategorie, bestemd voor filmhuizen en de publieke omroep.
Dat veranderde met de komst van misdaadreeksen The Jinx en Making a Murderer. Zette Truman Capote in 1965 met In Cold Blood de standaard voor non-fictieboeken over moord en doodslag, vijftig jaar later deden HBO en Netflix dat voor het kleine en grote scherm. Streamingdiensten hebben er alles voor over om het volgende krankzinnige moordmysterie op hun platforms uit te kunnen zenden, tot exclusieve interviewcontracten met nabestaanden aan toe.
Journalist Reeves Wiedeman is bezorgd over de hypercommercialisering van documentaires, schrijft hij op Vulture. Zo zetten productiebedrijven regisseurs en editors onder druk om binnen luttele weken een compleet narratief aan te leveren, terwijl de beste documentaires jaren vergen om een onderwerp volledig te doorgronden. En pleiten sommige ethici ervoor om geïnterviewden meer invloed te geven op het eindproduct, terwijl journalistieke onafhankelijkheid een docu kan maken of breken – vergelijk de integere Metallica-film Some Kind of Monster maar eens met de onoprechte vernislaag van Harry & Meghan.
Vulture: ‘Reality Check’ (Leestijd: 30 minuten)