Luister nu naar Tigri Tories, onze nieuwe podcast over de allermooiste Surinaamse literatuur

Als het gaat over Nederlandse literatuur, dan denken de meeste mensen aan Jan Wolkers, Remco Campert of Gerard Reve. Maar weinig Nederlanders kennen schrijvers als Edgar Cairo, Bea Vianen, Thea Doelwijt of Trefossa. Dat is zonde, want Nederlandstalige literatuur is veel rijker dan we onszelf meestal toestaan om te zien.

Wij, Noraly Beyer en Raoul de Jong, vinden het hoog tijd dat Surinaamse werken die nauwelijks op de plank met Nederlandse literatuur in boekenwinkels belanden, de aandacht krijgen die ze verdienen.

Onze podcast Tigri Tories brengt een eerbetoon aan de Surinaamse schrijvers die iedereen zou moeten kennen, omdat hun verhalen ons wat leren over het Nederland en Suriname van vroeger en nu. Hun werk biedt perspectieven op wat het betekent mens te zijn, opent deuren naar minder bekende delen van onze geschiedenis, en verrijkt niet alleen onze boekenkasten maar ook onze levens.

Die Surinaamse verhalen noemen we Tigri Tories, verhalen van de Naar het Surinaamse gezegde: ‘Zolang tigri niet gehoord wordt, blijft de jager de held.’ Met andere woorden: als we alleen naar de jager luisteren, blijft het verhaal incompleet.

Drie schrijvers die elk een deeltje van de geschiedenis vertellen

We kozen voor drie schrijvers die met hun leven en hun werk elk een ander deeltje van de Surinaamse en Nederlandse – en onze gedeelde – geschiedenis vertellen. Zij schreven respectievelijk een kinderboek, een literair manifest en een roman.

Om te beginnen: Anton de Kom (1898-1945), misschien wel de grootste schrijver uit de Surinaamse geschiedenis. Zijn boek Wij slaven van Suriname (1934) kreeg tijdens zijn leven slechts één druk, maar na de wereldwijde Black Lives Matter-protesten in 2020 belandde het in de Nederlandse bestsellerlijst en werd De Kom opgenomen in de Canon van Nederland. In het kinderboek Anangsieh tories vertelt De Kom verhalen over een van oorsprong West-Afrikaanse spin – mythes die ooit meekwamen uit Afrika en de slavernij hebben overleefd. In 2022 zijn deze verhalen, die De Kom ooit aan zijn kinderen vertelde voor het slapengaan, voor het eerst uitgebracht. 

Het werk van Thea Doelwijt is weliswaar minder bekend, maar heeft zo’n vijftig jaar geleden heel wat teweeggebracht in Suriname. Haar boekje De speelse revolutie (1968) zou een vooraankondiging blijken van een culturele revolutie die eind jaren zestig en begin jaren zeventig in Suriname plaatsvond. Aangespoord door jonge schrijvers, dichters en intellectuelen pleitten toen steeds meer Surinamers voor een onafhankelijk Suriname en een eigen cultuur. 

Tot slot kozen we de roman Ātman (1968) van Leo Ferrier, een van de eerste boeken van een Surinaamse schrijver die werden uitgegeven door een Nederlandse uitgeverij. Het is een prachtig boek dat in Suriname niet werd begrepen, en dat in Nederlandse boekhandels op een apart plankje werd weggezet. Wij doen een poging om Ātman uit de vergetelheid te halen.

We trappen Tigri Tories vandaag af met een introductie van Raoul zelf, over zijn Boto Banja. Voor het essay liet hij ziet inspireren door de Surinaamse schrijvers op wier schouders hij staat.

Luister hier naar aflevering 1 van Tigri Tories