De geesteswetenschappen verkeren in zwaar weer. Bètastudenten weten wel waarom
Als ik een euro had gekregen voor iedere keer dat een in exacte vakken geschoolde medeleerling me betichtte van het kiezen van een ‘pretpakket’, had ik nu… Geen idee, want ik heb ‘slechts’ het profiel Cultuur & Maatschappij gevolgd en kreeg alleen wiskunde C omdat ik dat vak op het gymnasium niet mocht laten vallen.
De geesteswetenschappen in het hoger onderwijs verkeren al jaren in een neerwaartse spiraal. In minder dan tien jaar is het aantal alfastudenten in de VS zowat gehalveerd. Een belangrijk punt is dat studenten die zich specialiseren in literatuur, muziekwetenschap, filosofie of geschiedenis daar zelden primair voor kozen vanwege een garantie op werk, maar juist om zich persoonlijk te ontwikkelen. Bildung boven big bucks.
Dat gaat er bij een hoop STEM-studenten (Science, Technology, Engineering, Mathematics, ofwel de bètavakken) niet in, tekent The New Yorker op vanaf verschillende Amerikaanse universiteitscampussen. Exacte studenten lezen óók romans, analyseren eveneens cantates van Bach en interesseren zich evengoed voor twintigste-eeuwse conflicten, maar dan in hun vrije tijd. Velen van hen beschouwen deze activiteiten nadrukkelijk als hobby, niet als 21st-century skills die goed scoren op de arbeidsmarkt.
Cultuur en kritisch denken leggen het op de universiteit steeds meer af tegen crypto en kunstmatige intelligentie. Gebouwen en vakken bij de geesteswetenschappen worden immer verder versoberd, terwijl de bèta’s flitsende faculteiten geserveerd krijgen. Wie neemt het op voor de taal en cultuur, die met de dag meer overschaduwd raken door labs en statistiek?
The New Yorker: ‘The End of the English Major’ (Leestijd: 50 minuten)