Is de Russische invasie van Oekraïne de laatste stuiptrekking van een kolonisator?

Eerst voelt het als appels met peren vergelijken. In tweede instantie is een vergelijking best wel logisch: er bestaan namelijk allerlei overeenkomsten tussen de Russische oorlog in Oekraïne (sinds 2014) en de Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog tegen Frankrijk (1954-1962).

In 1830 vielen de Fransen het Noord-Afrikaanse land binnen, om het vanaf 1848 meer dan honderd jaar te besturen als volwaardige provincie. Algerije was daarom een veel integraler deel van Frankrijk dan zijn kolonies, vertelt historicus Todd Shepard in een leerzaam interview dat door Meduza naar het Engels werd vertaald. Zonder Algerije hadden de Fransen nooit kunnen pronken met of Zinedine Zidane.

Vanwege die identitaire verstrengeldheid was Frankrijk bereid aanzienlijke offers te brengen om Algerije onder de duim te houden. Ziedaar de parallel met Rusland, dat Oekraïne sinds zijn onafhankelijkheid in 1991 nog altijd beschouwt als ‘broedervolk’ met een gedeelde geschiedenis en cultuur.

Waar we nu naar kijken, stelt Shepard, is eigenlijk een laatste Russische wanhoopsdaad om zijn voormalige kolonie weer onder controle te krijgen. De gunstigste uitkomst? Dat de Russen, net als de Fransen, de oorlog verliezen en zich focussen op hun eigen territorium. Zodat Oekraïne zich in vrede verder kan ontwikkelen en Rusland zich, zoals Frankrijk in de jaren zestig, op de borst kan kloppen als de ex-kolonisator die nadrukkelijk niet de oorlog verloor, maar het progressieve licht zag.

Meduza: ‘‘Productive forgetting’’ (Leestijd: 15 minuten)