Na de Irak-invasie waren niet alleen politiek en economie kapot. Ook de bodem ging eraan ten onder

Wie aan oorlog denkt, denkt vaak aan bommen, vuurgevechten en vluchtelingenkampen. Maar het afval dat achterblijft na een oorlog wordt meestal vergeten. Een vruchtbare grond en schoon drinkwater verliest men uit het oog in oorlogstijd, en chemicaliën worden gedachteloos gedumpt.

Voor de mensen en de natuur die achterblijven, wordt de vervuiling echter een enorm probleem.

In Irak, twintig jaar na de Amerikaanse invasie in maart 2003, hebben decennia van oorlog en wederopbouw het land giftig gemaakt. De Amerikanen lieten tonnen schadelijke stoffen en afval achter; nieuwe olieboringen hebben landbouwgrond onbruikbaar gemaakt; en inmiddels stijgen de kosten van de gezondheidszorg de pan uit.

Voor het journalistieke platform Undark zocht onderzoeksjournalist Lynzy Billing naar de vervuilende resten van de Iraakse tragedie. En zij ziet: om Irakezen een kans te geven hun land weer op te bouwen, moet er ook gekeken worden naar de bodem. Want op giftige grond kun je geen gezonde toekomst bouwen.