Bezuinigen op zorg? Geef elk arm gezin tien miljoen
Elk jaar geeft de Nederlandse overheid, en dus wij als belastingbetaler, bijna 50 miljard euro* uit aan de gezondheid van haar burgers. De staat draait op voor medicijnen, voor beenprotheses en coronatests, en investeert in ziekenhuizen, artsen en het helpen van mensen die willen stoppen met roken.
Fantastisch natuurlijk.
Hoe wordt dat geld besteed? Niet alles wat medisch kán, is ook betaalbaar – of wenselijk. Daarom heeft de overheid een richtlijn vastgesteld: een gered gezond levensjaar mag maximaal 80.000 euro kosten. Is de ingreep (of het medicijn) duurder, dan wordt die niet kosteneffectief bevonden en in principe niet vergoed.
Die kostenafweging is dus belangrijk: er is, ook op medisch gebied, zoiets als ‘te duur’.
Waarom is er dan niet veel meer aandacht voor een van de allergrootste ziekteverwekkers?
Armoede maakt je doodziek
Wie arm is, leeft gemiddeld 25 jaar korter in goede gezondheid. Dat maakt armoede tot een ergere ziekteverwekker dan overgewicht (daardoor verlies je tussen de tweeënhalf en zes gezonde levensjaren) of roken (een leven lang sigaretten roken kost je gemiddeld acht gezonde levensjaren).*
Toch wordt armoede vaak niet als een ziekteverwekker gezien. Dat komt omdat met name de gevolgen van armoede ziekmakend zijn. Wie arm is, leeft bijvoorbeeld vaker in een ongezonde woning en stelt een doktersbezoek weleens uit, omdat het te duur is.
Als je nauwelijks kan rondkomen, vergroot dat ook de kans dat je rookt, te veel drinkt of er een ongezond voedingspatroon op nahoudt. Armoede veroorzaakt daarnaast ook chronische stress, die op zijn beurt de biochemische processen in je lichaam op tilt doet slaan.
Allemaal dingen die je via een omweg ziek maken. Maar inmiddels weten we uit steeds meer onderzoek dat armoede ook rechtstreeks ziek maakt. Een jeugd in armoede tast bijvoorbeeld je immuunsysteem aan, waardoor je later vatbaarder bent voor infecties.* Opgroeien in armoede nestelt zich zelfs in je DNA: het beïnvloedt welke genen aan- en welke uitgeschakeld worden. Resultaat: een verhoogde kans op onder andere overgewicht, diabetes en hartziekten. Zelfs de kinderen van arme mensen, hun klein- én hun achterkleinkinderen kunnen de schade van armoede genetisch met zich meedragen.
Kortom: armoede is in allerlei opzichten heel, heel, heel erg duur.
Wat we kunnen uitgeven om iemand uit de armoede te halen
Wat als we bereid zouden zijn om evenveel geld uit te geven aan de bestrijding van armoede als aan de bestrijding van andere ziekteverwekkers?
Een bierviltjesberekening leert dat we dan 80.000 euro maal 25 gezonde levensjaren = 2 miljoen euro kunnen spenderen om één persoon uit de armoede te halen. Voor een arm gezin met drie kinderen wordt dat dan 10 miljoen euro.
Dat is veel meer dan nodig is om te zorgen dat dat gezin geen stress meer hoeft te hebben over onbetaalde rekeningen, dat het zoveel gezond voedsel kan kopen als het wil, naar een betere woning kan verhuizen en een doktersbezoek niet meer hoeft uit te stellen omdat dat te duur is.
De helft van dat geld – 5 miljoen – of een kwart zou ook al wonderen doen. Ofwel: de gezondheidswinst van armoedebestrijding is goedkoop!
Een gigantische gezondheidswinst
Er is natuurlijk een maar: je wordt niet alleen ziek van absolute armoede, maar ook van relatieve armoede. Absolute armoede is, simpel gezegd, een tekort aan geld om gezonde voeding, een goed huis en je doktersbezoek te betalen. De simpele oplossing is: geef arme mensen meer geld.
Relatieve armoede is ingewikkelder: dat is de mate waarin je (veel) minder geld hebt dan de mensen om je heen. Dat veroorzaakt stress omdat je het gevoel hebt een tweederangsburger te zijn en niet volwaardig kan deelnemen aan de samenleving. Die stress maakt ziek. Wil je relatieve armoede bestrijden, dan zul je de ongelijkheid in de samenleving moeten aanpakken. Een fikse som geld kan daarbij helpen, maar je zal ook stevig moeten sleutelen aan ons belastingstelsel.
Maar dat zijn zorgen voor later. Zullen we beginnen met het laaghangendste laaghangende fruit? De absolute armoede bestrijden? De gezondheidswinst zal gigantisch zijn, de zorgkosten danig lager.
En passant verhoog je ook het bruto nationaal geluk en krijgt de maatschappij er beter opgeleide en productievere werknemers voor terug.
Waarom doen we dat dan niet?