Als je een populist wilt laten winnen, moet je vooral zijn standpunten overnemen
In de strijd om de kiezer nemen gevestigde partijen vaak de standpunten van populisten over. Werkt die strategie? Nee, zegt onderzoeker Tarik Abou-Chadi. Integendeel: populisten hebben baat bij plagiaat.
Vorige week kondigde Caroline van der Plas (BBB) aan dat ze haar eigen ‘stikstofwet’ gaat maken.* Want met de kabinetsplannen kan ze niet leven. ‘Het “stikstofprobleem” is een ZELF gecreëerd probleem. Boeren zijn het afvoerputje’, schreef ze vorige zomer op Twitter.
De BoerBurgerBeweging van Caroline van der Plas behaalde 18 procent van de stemmen in de Provinciale Statenverkiezingen.* En nu heeft Caroline van der Plas de kaarten in handen. Tenminste, zo zien sommige journalisten en collega-politici dat. ‘Na de monsterzege van BBB staat het stikstofbeleid op losse schroeven’, schreef de hoofdredactie van De Telegraaf.
Tegelijkertijd begint het kabinet ook te twijfelen aan de plannen die het zelf heeft gemaakt. ‘Ik heb de verkiezingsuitslag al een oorvijg en aardverschuiving genoemd’, zei CDA-leider Wopke Hoekstra.* ‘Wij moeten daarnaar luisteren.’
Ja, moet dat?
'Doe normaal of ga weg'
Al sinds de komst van Pim Fortuyn voelen de gevestigde partijen druk om standpunten of retoriek van hun populistische rivalen over te nemen . En dat is te merken. ‘Doe normaal of ga weg’, luidde de sprankelende boodschap van de VVD-verkiezingscampagne in 2017.
Toenmalig CDA-partijleider Sybrand Buma stelde in een lezing in 2017 dat de baan van de boze burger ‘is vergeven aan een immigrant of een Oost-Europeaan’. Onderwijl ging de elite ‘er met hun eigen vrijheid en gelijkheid vandoor’ en gaf deze aan de ‘nieuwkomers’.
Buma’s latere opvolger Wopke Hoekstra leende in februari 2023 zelfs een ideetje van Donald Trump: de voormalig consultant is tegenwoordig fervent voorstander van een hek om Europa.
Misschien niet geheel in lijn met het partijprogramma of met de politieke koers, maar schijnbaar noodgedwongen: alles om de boze burger serieus te nemen, anti-immigratiesentimenten te sussen en zo de gevaarlijke populistische revolte in te dammen.
Deze keer weet de coalitie (of beter: het CDA) niet wat ze zelf eigenlijk wil met het stikstofbeleid. Als het maar luistert naar de kiezers van een andere partij.
En? Werkt dat?
Tarik Abou-Chadi is universitair hoofddocent aan de Universiteit van Oxford en doet al jaren uitgebreid onderzoek naar de wisselwerking tussen gevestigde en populistische partijen in West-Europa.
Zijn antwoord op die vraag? Nee. Integendeel.
We lezen al jaren over de opkomst van het populisme. Wat wordt daarmee bedoeld?
‘Alle populisten hebben één ding gemeen: ze binden namens het volk de strijd aan met een corrupte elite. Maar wie dat volk en die elite dan zijn, dat kan nogal verschillen. Rechtse populisten menen dat globalisten – journalisten, politici, het World Economic Forum – de zuiverheid van de natie in gevaar brengen. Dat zij samenspannen tegen het volk ten koste van hun culturele identiteit. Linkse populisten zien een tegenstelling tussen klassen. Zij maken zich boos over een heel andere elite – hebzuchtige CEO’s en graaiende bankiers – die zichzelf verrijken over de rug van de hardwerkende burger.’
Caroline van der Plas gebruikt ook de populistische methode, maar een andere invulling, aldus Abou-Chadi. BBB won de verkiezingen met een verhaal over de hardwerkende boeren en burgers buiten de steden, die allerlei maatregelen opgelegd krijgen door de stedelijke bovenlaag.
Zo maakt ze een sterk onderscheid tussen het onbedorven volk en de corrupte elite. Daar zitten rechts-populistische elementen in, ziet Abou-Chadi, maar het is een wezenlijk ander populisme dan dat van bijvoorbeeld Geert Wilders – een schoolvoorbeeld van radicaal-rechts populisme.
Tegelijkertijd ziet hij dat het label ‘populist’ door sommigen te pas en te onpas wordt gebruikt. De term wordt inmiddels al snel gebruikt om de standpunten van politieke tegenstanders te diskwalificeren, legt hij uit, maar het is een breed gedragen misverstand dat alle nieuwkomers in de politiek per definitie populistisch zijn.
Maar populisten zijn wel erg succesvol de afgelopen jaren. Zeker de nieuwkomers. Hoe komt dat?
‘Lange tijd werd gedacht dat economische factoren, zoals groeiende ongelijkheid, of culturele, zoals immigratie, de belangrijkste drijfveren zijn om te stemmen op een populist. Tegenwoordig ligt de nadruk in de wetenschap meer op het verlies van status. Populistische kiezers zijn mensen die het gevoel hebben dat ze verliezen in de sociale hiërarchie.’
‘Dat verlies kan zich zowel op economisch vlak voordoen – als je je baan kwijtraakt, bijvoorbeeld – als op cultureel gebied – zoals bij de komst van een asielzoekerscentrum in de buurt. Bij BBB gaat het om het gevreesde verlies van de leefgewoonten, zoals het beroep van de veehouder. En om de gelijke behandeling van stedelijke en landelijke gebieden; denk aan toegang tot publieke voorzieningen op het platteland.’
BBB trekt veel oudere kiezers – bijna 70 procent van het electoraat bestaat uit 50-plussers.* Daar zitten veel praktisch opgeleide Nederlanders tussen. Zij hebben voor hun gevoel nu eenmaal het meest te verliezen als er grote maatschappelijke veranderingen optreden. Het gaat dus eigenlijk om nostalgie, benadrukt hij. De goede oude tijd, toen de status quo nog de status quo was.
‘Maar’, zegt Abou-Chadi, ‘die tijd die zij zo romantiseren, heeft nooit bestaan.’
We zien dus dat die nostalgie besmettelijk lijkt. Gevestigde partijen nemen de standpunten van de populisten over. Ook de coalitie!
‘Ja, dat is precies de strategie die gevestigde partijen door heel Europa gebruiken, ook in Nederland. Accommodatie, noemen politicologen dat.’
Maar zo goed is die strategie niet, zegt u.
‘Kijk je naar de cijfers, dan zie je inderdaad dat het niet werkt. In een van mijn papers kijken we naar 350 strategieën van gevestigde partijen ten opzichte van rechts-populisten in 108 verkiezingen in West-Europa, tussen 1976 en 2017.* Onze conclusie: er is geen enkel bewijs voor dat het overnemen van hun standpunten of retoriek deze rechts-populisten zelf kleiner maakt. Als de cijfers al iets zeggen, dan maakt het hen juist groter.’
Hoe komt dat?
‘Als je erover nadenkt, is het niet zo gek. Het gaat om geloofwaardigheid: de kiezer is niet dom, en ziet dat gevestigde partijen de populisten napraten. Dus kiezen ze voor het origineel, want dat werkt beter dan een kopie. De ene doet het vanuit overtuiging, de ander lijkt geforceerd voor koerswijziging te hebben gekozen omdat de kiezers dreigen weg te lopen.’
Het gaat om geloofwaardigheid: de kiezer is niet dom, en ziet dat gevestigde partijen de populisten napraten
‘Daarnaast: als gevestigde partijen meedoen aan het populistische spel, leidt dat uiteindelijk tot de normalisatie en de legitimering van populistische uitdagers en hun ideeën. Dus zelfs als het op korte termijn een succes is – en dat is het al niet – maak je populisme op de lange termijn normaal door zijn standpunten en retoriek over te nemen. Dat geeft radicaal-rechts de kans om de grootste partij op rechts te worden, zoals je nu in Italië ziet bij Giorgia Meloni’s Fratelli d’Italia.’
‘In Nederland had dat ook kunnen gebeuren, nadat Thierry Baudet met Forum voor Democratie de grootste werd in 2019. Maar waarom is zijn partij ten onder gegaan? Niet omdat gevestigde partijen populisten naar de mond gingen praten en de kiezer overliep, maar omdat de partij implodeerde.’
Wat ik begrijp uit wat u zegt, is dat het populisme in West-Europa misschien juist wel meer invloed uitoefent middels andere partijen die hun standpunten overnemen, dan door eigen politiek gewin en wetsvoorstellen. Klopt dat?
‘Dat is juist. In landen als Nederland ligt het ware succes van het populisme niet zozeer in het aantal zetels, maar in de koerswijziging van partijen zoals de VVD en het CDA. Hierbij doel ik uitsluitend op de populistische standpunten die door gevestigde partijen worden overgenomen. Dat is de zichtbare impact.’
‘Maar je kunt het ook omdraaien: welke progressieve voorstellen zouden centrumrechtse tot centrumlinkse partijen de afgelopen tien jaar hebben geïntroduceerd als ze níét zo bang waren geweest voor een populistische afrekening? Veel van die voorstellen zijn ergens onder in een lade blijven liggen. Dan denk ik aan arbeidsmigratie tegen vergrijzing, ambitieuzere klimaatplannen, maar bijvoorbeeld ook meer wetgeving voor lhbtq+’ers.’
Wat raad je gevestigde partijen in Nederland wel aan, in deze situatie? Is het niet gevaarlijk als het kabinet deze ‘boodschap van het volk’ negeert, zoals Wopke Hoekstra suggereert?
‘Gaan BBB-kiezers ineens weer CDA stemmen als zij wat concessies doen? Ik denk het niet. Nogmaals: het origineel werkt beter dan een kopie. Tenzij het CDA zelf een volwaardige populistische partij wordt, maar dan schiet je je doel voorbij.’
‘Ook geloof ik niet dat de kiezer BBB steunt wat betreft die vijf jaar extra tijd voor de boeren, die gezamenlijk slechts 2,5 procent van de werknemers op de Nederlandse arbeidsmarkt vertegenwoordigen. Geen enkele partij wint puur dankzij boerderijen als enige issue. Nee, de kiezers zien BBB als een katalysator voor meer, grotere veranderingen.’
Gaan BBB-kiezers ineens weer CDA stemmen als zij wat concessies doen? Ik denk het niet
‘Thema’s als klimaat en stikstof gaan niet écht meer over klimaat en stikstof; voor kiezers gaat het niet langer primair om de vraag of het probleem bestaat en hoe het opgelost moet worden. Het gaat over iets anders, namelijk het frame van de globalistische, stedelijke elite versus de hardwerkende man of boer. Het is een identiteitskwestie geworden.’
Dat statusverlies dus, en angst voor verdere maatschappelijke veranderingen. Het aanpassen van de stikstofdoelen is daar ondergeschikt aan.
Dus Hoekstra heeft het niet begrepen. Als u de strateeg van het CDA zou zijn, wat zou u de coalitie nu adviseren?
‘Haha, dat is een vraag die je als politicoloog eigenlijk niet zou moeten beantwoorden. Het is alsof je een econoom vraagt welke aandelen hij zou kopen. Eén verkiezingsuitslag, of het succes van één strategie, is afhankelijk van talloze factoren, en het voorspellen daarvan is niet onze taak.
Wat ik wel kan zeggen: de wetenschap suggereert dat je als gevestigde partij beter niet mee kunt gaan in het populistische spel. Geef ze geen platform. Als je het over stikstof hebt, leg dan uit waarom jíj bepaalde maatregelen wilt nemen, zonder te wijzen op verplichtingen vanuit de Europese Unie. Richt je op je eigen beleidsagenda.
Dat is dus precies het tegenovergestelde van wat de Nederlandse coalitie de afgelopen drie weken heeft gedaan.’