Arm of rijk: iedereen doet domme dingen
Arme mensen eten alleen maar frikandellen, kopen dure flatscreens en zijn lui. Als ík arm was, beweren sommige mensen, zou ik veel slimmere keuzes maken. Maar dat is onzin: onder druk maken we allemaal dezelfde fouten. Dus weg met dat oordeel.
Arme mensen maken ongezonde keuzes en doen domme dingen. Ze geven hun geld uit aan fastfood, dragen merkkleding en hebben allemaal een flatscreentelevisie in de huiskamer hangen.
En de brave belastingbetaler maar opdraaien voor dit gedrag!
Het zijn denkbeelden die ik vaak tegenkom. In gesprekken, tijdens lezingen, maar evengoed onder columnisten en hun volgers. Steevast is de ondertoon daarbij dezelfde: ‘Ik ben niet arm, maar zou ik arm zijn, dan was ik er beter in dan de meeste arme mensen.’
Dat betwijfel ik.
Waarom maken we allemaal ongezonde keuzes?
Ons brein heeft een natuurlijk immuunsysteem dat ons behoedt voor onverstandige besluiten. Als we zwaar onder druk staan, staat dat systeem als het ware uit.* De hormonen die we aanmaken als we veel stress ervaren, doen ons verlangen naar comfort en troost. Wat heb ik nú nodig?
Dat kennen we allemaal wel: na een stressvolle, verdrietige of superhectische dag plof je neer op de bank. Het bezoekje aan de sportschool stel je uit – dat haal je later in de week wel in. En grijp je niet naar een chipszak of een reep chocolade, dan hoogstwaarschijnlijk naar je telefoon voor de afhaalservice.
Want wat boeit een bodyfitsessie en een quinoasalade met biocherrytomaatjes op een kutdag? Netflix en chocolade: snel, makkelijk en lekker. De ongezonde hap wordt zo een beschermingsmechanisme: het is troost onder direct handbereik. Dat is ook niet zo gek, want zoet of vet voedsel, dat zijn precies de stoffen die onze stresshormonen temmen.*
En kom, het kan ook wel een keertje. Vandaag was een slechte dag en morgen is er een nieuwe dag met nieuwe kansen.
Elke dag een nieuwe rotdag
Maar wat nu als morgen, overmorgen en de vele dagen nadien ook allemaal kutdagen zijn? Elke dag stresshormonen en elke dag een permanent gevecht met ongezonde keuzes? De kans dat je dan elke dag hetzelfde ongezonde gedrag vertoont, is groter dan je zou willen. Het hangt namelijk helemaal af van de context waarin we leven.
Armoede, permanente zorgen en veel willen maar weinig kunnen, vormen zo’n typische context die mensen onder hoogspanning brengt. Dat zorgt vaak voor langdurige stress. Op dat moment leef je eigenlijk in de overleefstand, en neem je voortdurend kortetermijnbeslissingen: je verkiest de snelle troost boven profijt in een verre toekomst.* Dat staat haaks op de langetermijnplanning waarmee we aan onze gezondheid werken.
De inspanningen die je vandaag levert met gezond eten, voldoende slaap, genoeg bewegen, weinig alcohol drinken en regelmatig sporten betalen zich pas veel later uit, omdat zulk gedrag je kansen op een lang, gezond en gelukkig leven waarschijnlijk verlengt.
De frikandel is een gevolg, geen oorzaak
Nog los van alle stresshormonen en kortetermijnbeslissingen zijn er meer verklaringen voor het mogelijk ongezonde gedrag van mensen in armoede.
Als broccoli 4,10 euro per kilo kost en frikandellen 2,60, is de keuze met een smalle beurs snel gemaakt. Op de korte termijn is vanuit financieel oogpunt de frikandel zelfs de meest rationele keuze. Als je naar de lange termijn kijkt, de termijn waarin we gezond worden en blijven, is dat allerminst het geval.
Daarin speelt je omgeving ook mee: leef je in armoede, dan leef je vaak ook in de minst gezonde buurten. Buurten waar de fastfoodrestaurants en andere leveranciers van goedkope ongezonde happen oververtegenwoordigd zijn.* Je zou denken: verbieden die tenten. Maar dan pak je het probleem niet bij de kern aan.
Die oververtegenwoordiging is namelijk zelf ook een symptoom van armoede. Het is een wisselwerking tussen de vraag naar goedkope sneltroostende voeding en het aanbod. Dat is ook zo in de buurt waar ik woon: al zou ik gezond willen eten, de biowinkels, traiteurs en versbereide maaltijden ga ik er niet vinden. Al helemaal niet voor een betaalbare prijs.
Daarbij zijn fastfoodrestaurants laagdrempelige ontmoetingsplekken in buurten waar relatief weinig andere plekken voor ontmoeting zijn. Ideaal om rond te hangen, wifi te gebruiken, even de kou te ontlopen en snel een goedkope hap of halve liter cola naar binnen te werken. Of zoals Gert van Dijk, ethicus bij artsenfederatie KNMG en het Erasmus MC, het stelt: ‘Het fastfoodrestaurant van nu is het wegbezuinigde buurthuis en de verdwenen kerk van vroeger.’*
Trouwens, dat doen welgestelde mensen toch ook? Ontmoetingen met vrienden in een gezellig restaurant onder het genot van een flesje bordeaux, een driegangenmenu, wat Franse kazen en een crème brûlée om de avond mee af te sluiten. Da’s nou ook niet het gezondste van het gezondste. Of goedkoop.
Wel houdt het ons letterlijk en figuurlijk warm. En het helpt ons om even onder de stress van alledag uit te komen.
Waarom doen we allemaal domme dingen?
Die veroordelende houding naar arme mensen toe gaat vanuit eetstijl regelrecht door naar hun uitgavenpatronen.
Veel mensen herkennen het: zodra je salaris wordt bijgeschreven, koop je die broek die je al zo lang wilde, reserveer je bij dat dure restaurant of plan je een uitje. ‘Ik heb er hard voor gewerkt.’
Maar wanneer iemand die er zogenaamd niet hard voor heeft gewerkt dat gedrag vertoont, strijkt dat tegen de haren in. Iemand die een uitkering of een minimumloon krijgt, moet de tering maar naar de nering zetten. Daarmee wordt voor het gemak maar even vergeten dat leven, opgroeien of opvoeden in armoede gelijkgesteld kan worden aan een dagtaak en eigenlijk heel hard werken is.*
Arme mensen staan er vaker alleen voor wat betreft opvoeding, kunnen zich geen huishoudhulp veroorloven, hebben niet de luxe om enkele malen per week naar het restaurant te gaan of eten te bestellen, en zijn druk met het managen van alle overheidstrajecten. Om nog maar te zwijgen van de administratieve lasten waar men mee opgescheept zit.
Dat brengt allemaal weer veel stress met zich mee, en die stress doet ons niet alleen verlangen naar troost of beloning, hij maakt ook gevoeliger voor beloning. En zo conflicteert de kortetermijnratio weer met de lange termijn. Want het betekent dat de stress die geen geld hebben met zich meebrengt, er juist voor zorgt dat je meer geld uitgeeft.*
Arm leven, duur leven
Voor vandaag is het prima om met een impulsaankoop even de stresshormonen een halt toe te roepen. Maar dat betekent wel dat er morgen wel weer meer stress en minder geld is.
Terwijl arme mensen over het algemeen al duurder uit zijn in het leven.
Dit is te verklaren aan de hand van een theorie met de dure naam Boots theory of socioeconomic unfairness. Samengevat: goedkope schoenen gaan veel minder lang mee dan dure schoenen. Op de korte termijn is vanuit financieel oogpunt de goedkope schoen de meest rationele keuze. Op de lange termijn is het vooral irrationeel. Want doordat goedkope schoenen sneller aan vervanging toe zijn, wordt goedkoop duurkoop.
Dat geldt voor veel meer dingen. Denk aan subsidies voor bijvoorbeeld een elektrische auto, zonnepanelen of verduurzaming van je woning. Veelal moet je hier zelf eerst een bedrag voor neertellen. Dat kunnen mensen in armoede niet, waardoor ze niet profiteren van de baten en dus op de lange termijn opgescheept zitten met de meeste kosten. Dit zie je ook terug in gezondheidszorg: een tandarts is niet goedkoop, maar een slecht onderhouden gebit kost op den duur veel meer geld.
Ziehier dus hoe armoede al snel een vicieuze cirkel kan worden. Enerzijds koopt men spullen waar men geen geld voor heeft uit de behoefte om zich voor even goed te voelen. Anderzijds is men aangewezen op goedkopere spullen en moet men dus meer kopen. Zo kom je al snel uit op beslissingen die niet-armen niet kunnen begrijpen. Simpelweg omdat hun inkomens- en vermogenspositie hen weghoudt van die stress. Toch krijg je hun oordeel er gratis bij.
Zo brengt armoede naast aanhoudende stress ook schaamte en stigmatisering met zich mee. Armoede gaat dan niet langer alleen over minder hebben, het gaat evengoed over je minder voelen.
Een hard oordeel kost uiteindelijk veel geld
Als we allemaal ongezonde keuzes maken en allemaal domme dingen doen, waarom bestempelen we het gedrag van de ene groep als irrationeel en dat van de andere als rationeel? Simpel: zo is de samenleving nu eenmaal ingericht.
In Nederland hebben we de samenleving ingericht voor de zelfredzame burger. We moeten voor onszelf en onze directe naasten kunnen zorgen, eigen verantwoordelijkheid nemen en het liefst zo weinig mogelijk beroep doen op voorzieningen vanuit de overheid. En als we de overheid dan toch nodig hebben, is het aan onszelf om het bureaucratische doolhof te doorgronden.
Onderwijs, pensioenen, ggz, zorg, welzijn en armoedebeleid worden steeds meer gezien als kosten in plaats van investeringen in mensen
Dit mensbeeld zorgt ervoor dat onderwijs, pensioenen, ggz, zorg, welzijn en ook armoedebeleid in toenemende mate gezien worden als kosten in plaats van investeringen in mensen. Dat brengt met zich mee dat hoe meer mensen in armoede leven en hoe ongezonder de leefstijl (en dus meer nood aan zorg), hoe groter de kostenpost wordt.
Bouwen we een brug over een rivier, dan spreken we van een investering. Ben je ziek, dan maak je zorgkosten. Zo wordt er al snel een frame gecreëerd waarin het de brave belastingbetaler is die moet opdraaien voor het ongezonde en domme gedrag van anderen. Want het had allemaal voorkomen kunnen worden, door aanpassingen aan hun gedrag. En dus zijn we in Nederland streng over mensen die in armoede leven en hard in onze oordelen.
Op de korte termijn kan die focus op de kostenpost rationeel lijken, op de lange termijn is het een heel ander verhaal. Langdurige armoede (en het effect van stigmatisering en sociale uitsluiting op de gezondheid van burgers), de schuldenindustrie en het onrealistische mensbeeld van de zelfredzame burger zijn allesbehalve gratis. Hoe langer de armoede en bestaansonzekerheid duren, des te hoger de zorgkosten.* Hoe langer de schulden duren, des te hoger het ggz-gebruik.*
Dat maakt van het oordeel over mensen die in armoede leven een op lange termijn irrationeel en duur oordeel. En het is eerder een deel van het probleem dan van de oplossing. Afzien van een flatscreentelevisie gaat daar helemaal niets aan verhelpen. Hoogstens sterkt het het oordeel dat sommige mensen beter in arm-zijn zijn dan anderen.
Wel, ik dacht het niet.