De opkomst en ondergang van de jongste Wimbledonwinnaar aller tijden

Zeventien jaar was hij pas Boris Becker, de roodharige Duitser die zo gecast had kunnen worden als lid van de familie Wemel in Harry Potter. In totaal zou hij 64 tennistrofeeën winnen, waaronder een gouden Olympische medaille. Sportlegendes als John McEnroe, Pete Sampras en Andre Agassi hadden het zelden makkelijk als de taaie Becker aan de overzijde van het net stond.

Zo veel succes als Becker had op de baan, zo veel tegenslagen verwerkte hij buiten de lijnen. Zijn huwelijk met een zwarte vrouw kon op een golf aan virulent racisme rekenen waar zelfs Harry en Meghan van zouden schrikken. (Die relatie zou hij later om zeep helpen met een buitenechtelijk vluggertje achter in een sushitent.) Van zijn zakenpartners was de een nog dubieuzer dan de ander: een louche Roemeense coach, een gewiekste Zwitserse ondernemer en een Britse telecommagnaat die hem een woekerlening aansmeerde.

In drieënhalf uur schetst documentairemaker Alex Gibney Becker als iemand die zichzelf bewust in de nesten werkt, en vanuit een nadelige positie worstelt en bovenkomt. Hij duikt op het gravel en ontduikt belasting; hij betaalt schulden af met bezittingen die hij ook nog niet heeft afgelost. Vermakelijk is het wel: alleen Boris Becker krijgt het voor elkaar om als trainer van tennisgrootheid Novak Djokovic binnen een paar jaar af te glijden naar frauduleus uithangbord van de Centraal-Afrikaanse Republiek.

Apple TV+: ‘Boom! Boom! The World vs. Boris Becker’ (Kijktijd: 2 afleveringen van in totaal 3 uur en 30 minuten, proefabonnement vereist)