De maan leeft – dus laten we haar beschermen

Marjolijn van Heemstra
Correspondent Ruimtevaart
Illustratie: Ibrahim Rayintakath (voor De Correspondent)

We hebben de maan een halve eeuw weggezet als dode, dus onkwetsbare wereld. Maar ze leeft. Nu het aantal maanmissies groeit (250 in tien jaar), en er plannen zijn voor mijnbouw en permanent bemande stations, is het tijd om stil te staan en de vraag te stellen: wat doen we de maan aan?

De komende tien jaar staan er De redenen voor deze ruimtereizen lopen uiteen – van nieuwe wetenschap over het ontstaan van de oerknal tot het delven van grondstoffen in de lunaire bodem. Over één ding zijn de verschillende partijen het eens: de maan zal steeds meer voor de mensheid betekenen. Als springplank op weg naar Mars, als verstrekker van inzicht in de vorming van het heelal, als nieuwe vestigingsplaats of wingewest.

Maar omgekeerd wordt de vraag nauwelijks gesteld: wat betekent de mens voor de maan?

Dat deze vraag zo weinig gesteld wordt, komt misschien door het feit dat de maan al decennialang geportretteerd wordt als een stoffige, dode wereld waar niets valt te beschermen. Het is een visie die wortel schoot ten tijde van de Apollo-missies, de eerste maanlandingen. Wat de Apollo-astronauten daarboven aantroffen was een kaal en mensvijandig landschap.

Het meest indrukwekkende van de reis was volgens de meeste van hen niet de maan, maar het uitzicht op de thuisplaneet. Op kerstavond 1968 nam astronaut Bill Anders een foto (die later de titel kreeg) die inmiddels in ons collectieve geheugen verankerd zit. Op de foto lag op de voorgrond een grijs stuk maangrond dat somber afstak tegen die schitterende aarde. Van dichtbij had het meest bezongen hemellichaam van de mensheid niet de minste aaibaarheidsfactor.

Langzaam wordt duidelijk hoeveel we níét weten van dat grijswitte landschap boven ons

In februari 1973 werd onze natuurlijke satelliet dan ook publiekelijk doodverklaard op de voorpagina van Een monster maangrond, meegebracht met de Apollo 17-raket, was een jaar lang onder de loep gelegd. De conclusie van het onderzoek strookte met wat wetenschappers in de aanloop naar de Apollo-missies voorspelden. ‘Maan al 3 miljard jaar dood’, kopte de krant. De maan, werd gesteld, had zichzelf overleefd. Ooit waren er inslagen en maanbevingen geweest, maar inmiddels was de bijplaneet geologisch gezien overleden. Wat daarboven in de hemel hangt zou een levenloos oog zijn. Een mislukte aarde waar niets aan kapot kan.

Inmiddels heeft de wetenschap zichzelf gecorrigeerd. We hebben de maan een halve eeuw weggezet als dode, dus onkwetsbare wereld. Maar ze leeft. Niet alleen in de manier waarop ze aardse systemen in beweging zet, ook geologisch blijkt ze op haar eigen trage manier te transformeren. Onder haar kalme uiterlijk heeft de maan wel degelijk seismische activiteit. Er zijn waarvan de oorzaak nog maar gedeeltelijk begrepen wordt.

Daarnaast is er en blijkt de maan Niet, zoals op aarde, op basis van oceanen en regen, maar gebaseerd op interacties met kosmische straling, zonnevlammen en micrometeorieten. Net als de maanbevingen wordt ook de herkomst van dat water nog nauwelijks begrepen. Langzaam wordt duidelijk hoeveel we eigenlijk níét weten van dat grijswitte landschap boven ons.

En daarbij rijst de vraag of we niet beter moeten snappen hoe de maan functioneert, voordat de mens zich op grote schaal in dat langzame leven gaat mengen.

Sporen van de mens op de maan

Menselijke bemoeienis met de maan is geen nieuw verschijnsel natuurlijk. De eerder genoemde Apollo-missies zorgden in 1969 voor de eerste voetstap in het landschap dat zo’n

De afdrukken van de moonboots werden vergezeld van allerhande afval dat de Landers, vlaggen, as van de (op aarde) overleden wetenschapper en, niet te vergeten, de die onder toeziend oog van de wereldbevolking de driedaagse oversteek maakten.

Het zijn sporen die waarschijnlijk nog eeuwenlang te zien zijn vanwege het gebrek aan atmosfeer op de maan. Geen wind. Geen water. Alleen schaduw en alles verblekend zonlicht dat ongefilterd binnenkomt.

Dit alles is klein bier vergeleken bij wat de maan nu te wachten staat. De komende tien jaar zal het aantal landingen verveelvoudigen

Gedurende de afgelopen jaren kwamen daar beetje bij beetje nieuwe sporen bij. Sondes en satellieten, en er bleef zelfs microbisch leven achter: beerdiertjes aan boord van het Israëlische ruimtevaartuig Beresheet, dat Beervormige wezentjes met een doorsnee van een millimeter, die in cryptostaat zomaar tien jaar overleven op een barre plek als de maan en waarschijnlijk dus nog niet overleden zijn.

Maar dit alles is klein bier vergeleken bij wat de maan nu te wachten staat. De komende tien jaar zal het aantal landingen verveelvoudigen. En dus ook het afval en de sporen. Als het Artemis-programma van de NASA volgens plan verloopt, stappen er ergens halverwege dit decennium zelfs Waar die zullen neerkomen wordt heel precies uitgedacht. NASA wil koste wat het kost voorkomen dat eerdere voetstappen worden uitgewist. De landingsplek van de Apollo’s kreeg in 2021 in Amerika een Niemand mag ze aantasten, en dus mag ook niemand landen in de buurt.

Voilà: de eerste menselijke grenzen op de maan zijn getrokken. En niet alleen voetafdrukken zorgen er voor grensgebieden: er wordt gesproken over safety zones − afgeschermde gebieden − rond en China wil tegen 2050 een Earth-Moon Economic Zone hebben afgezet in de waarin Chinese ruimtevaartuigen permanent tussen aarde en maan moeten pendelen om grondstoffen te vervoeren. Van een onverdeeld witgrijs geheel verandert de maan in een gefragmenteerd landschap van afgeschermde zones.

Littekens die je vanaf de aarde kunt zien

Planeetwetenschapper Cassie Conley voorziet weinig goeds in dit opdelen van de maan, vertelde ze me toen ik haar eind 2022 sprak. ‘Als we naar de geschiedenis op aarde kijken’, stelt ze, ‘is dit waarschijnlijk een voorbode van grote aantasting van het landschap.’ Als voor de NASA bracht Conley jarenlang advies uit over het mogelijk verstorende effect van ruimtevaartactiviteiten.

Wat Conley betreft tasten we buitenaardse landschappen dus zo min mogelijk aan. Maar het was moeilijk, zei ze, om haar standpunt gehoord te krijgen binnen de ruimtevaartindustrie. Steeds moeilijker zelfs, met de komst van private partijen met een winstoogmerk, waarvan ‘Die voelen minder maatschappelijke verantwoordelijkheid. Terwijl: de maan en ook Mars kunnen op den duur door menselijk ingrijpen worden aangetast. Op de maan zou dat zelfs kunnen leiden tot permanente littekens die je met je telescoop vanaf de aarde kunt zien.’

Dit is onze kans om een landschap te beschermen voordat we het vernielen

Afhankelijk van hoe intensief de mijnbouw is, legde Conley me uit, kan het afgraven van maangrond ervoor zorgen dat het oppervlak het zonlicht anders gaat weerkaatsen. ‘Het probleem is: we weten niet precies wat het teweegbrengt. Neem regoliet, maanstof. Dat is Levensgevaarlijk om in te ademen. Als het door mijnbouw opstuift, kan het jaren duren voordat het weer neerdaalt, omdat er op de maan nauwelijks zwaartekracht is. Het zou zomaar kunnen dat bij flinke mijnbouw de maan in een stofwolk gehuld raakt.’

Is dat erg, een stofwolk om de maan? Conley heeft genoeg collega’s die er hun schouders over ophalen. Maar zelf vindt ze het moeilijk te verkroppen dat een industrie die een kleine groep mensen verrijkt het aangezicht kan veranderen van het enige landschap waar de hele mensheid op uitkijkt.

Conley is niet de enige die zich druk maakt om de aantasting van de maan. Vorig jaar stelde een groep wetenschappers en denkers een Hierin staat dat de maan het recht heeft te blijven voortbestaan zoals ze is. De Britse astrofysicus Charles Cockell pleitte voor De JustSpace Alliance, opgericht door astronoom Lucianne Walkowicz en astrofysicus Erika Nesvold, roept op tot meer aards verantwoordelijkheidsgevoel

Het is de vraag of deze stemmen in het geweld van alle raketlanceringen gehoord worden. Conley is enigszins sceptisch, maar niet helemaal zonder hoop: ‘Het probleem is dat veel mensen er niet over na willen denken, omdat het toekomstige plannen betreft.’ Maar precies dat is de grote kracht van het nadenken over planetaire bescherming buiten de aarde, vindt Conley. ‘Tot nu toe hebben we altijd met terugwerkende kracht moeten leren hoe verstorend ons ingrijpen in een landschap was. Laten we lessen trekken uit dat verleden. We weten niet wat de gevolgen zullen zijn van exploitatie van de maan. Dit is onze kans om voor het eerst in de geschiedenis een landschap te beschermen voordat we het vernielen.’

Meer lezen?