Eén Golfstaat, twee huisarresten en drie ontsnappingen

Dubai, een van de zeven Verenigde Arabische Emiraten, presenteert zich graag als een gematigd islamitisch land en een gewillige handelspartner van het Westen. De luchthaven is een belangrijke overstaphalte tussen Europa en Azië, het hoogste gebouw en het meest luxueuze hotel ter wereld bevinden zich in de woestijnstaat, en eind november organiseert het land klimaattop COP28.

Zodra je aan die glamoureuze vernislaag begint te krabben, komen andere verhalen bovendrijven. Journalist Heidi Blake, die al furore maakte met haar boek over de dodelijke jacht van Rusland op dissidenten in het buitenland, bericht over het leven van Latifa bint Mohammed Al Maktoum, de dochter van de emir van Dubai. Alles wijst erop dat zij al zeker een kwarteeuw tegen haar zin wordt vastgehouden in de Golfstaat, nadat haar zus Shamsa kortstondig wist te ontsnappen aan haar familie.

Het beeld dat Blake schetst doet denken aan het jarenlange huisarrest van Britney Spears – tot de macht honderd. In 2018 waagde Latifa zich aan een spectaculaire ontsnappingspoging via Oman en India, met hulp van een Finse capoeira-instructrice, een Franse marineofficier en een Britse mensenrechtenactivist. Alle gebeurtenissen daarvoor en daarna schreeuwen om een verfilming die Latifa’s zaak internationale bekendheid geeft – met bedenkelijke bijrollen voor CNN, de oud-president van Ierland en de Britse opsporingsdiensten.

The New Yorker: ‘The Fugitive Princesses of Dubai’ (Leestijd: 1 uur en 20 minuten)