Een rauw boek uit Japan, over elkaar vinden in lijden

Stap tegenwoordig een boekwinkel binnen, en de kans is groot dat je met een jaarvoorraad literatuur van vrouwelijke Japanse auteurs onder je arm weer naar buiten loopt.

Het Westen stond er altijd al om bekend een fascinatie te hebben voor Japan, en de afgelopen jaren heeft dit zich geuit in een toename van vertaald werk van vrouwelijke schrijvers uit dit land. Dat is fijn: voorheen ging een gesprek over moderne Japanse literatuur vooral over Haruki Murakami; nu kunnen we het eens hebben over fantastische boeken als Buurtsupermens van Sayaka Murata, De geheugenpolitie van Yōko Ogawa én: Hemel van Mieko Kawakami. Die laatste roman, onlangs vertaald in het Nederlands, is erg bijzonder.

Hemel gaat voor een groot deel over het ondergaan van lijden, en hoe twee veertienjarige scholieren elkaar hierin vinden. Het thema ‘pesten’ zie je opvallend vaak terug in Japanse films en series, maar zelden zo rauw, emotioneel, hopeloos en dan weer hoopgevend als in dit boek. Als lezer is dit soms zwaar, maar aan het einde van de rit ben je toch blij dat je jezelf hebt blootgesteld aan deze miserie.

Het is mooi dat het werk van Kawakami en haar landgenoten eindelijk een weg vindt naar onze boekhandels. Hopelijk is het niet slechts een trend, maar volwaardige erkenning.

Mieko Kawakami: ‘Hemel’ (224 pagina’s, te koop bij uitgeverij Podium)