Langs de grauwe oevers van de Theems in Oost-Londen staat een indrukwekkend pakhuis. Ooit diende deze kolos als opslagplaats voor tabak, waar meer dan 5.000 kuub rookwaar zich opstapelde. Maar vandaag verzamelen zich hier zo’n 1.700 individuen op de jaarlijkse bijeenkomst van het effectief altruïsme (EA). Allemaal gedreven door één prangende vraag: hoe kunnen zij het welzijn van mens en dier op aarde zo effectief mogelijk verbeteren?
Zelden heeft een kleine beweging zo snel zo veel aandacht gekregen in internationale media. Door sommigen bewierookt als een morele revolutie, door anderen geminacht als misplaatst (of zelfs kwaadaardig) idealisme.
Wat effectief altruïsten voor elkaar krijgen is zeker indrukwekkend; zo ging mijn collega Rutger Bregman onlangs op bezoek bij een opleidingsinstituut voor wereldverbeteraars in West-Londen, waar talloze goede doelen worden opgezet die duizenden levens zouden kunnen redden.
Maar de beweging heeft te lijden onder de bedenkelijke reputatie van enkele voor hen belangrijke donateurs. Zo werd crypto-ondernemer Sam Bankman-Fried afgelopen november ontmaskerd als een bedrieger. Media omschreven de organisatie als onprofessioneel, zelfs ondemocratisch, omdat deze groep weldoeners zich voor het karretje liet spannen van (dus lang niet altijd even betrouwbare) miljardairs.
Die tegenstrijdigheid wekte mijn nieuwsgierigheid. Wat ik mis, is een beter en volledig beeld van wat deze beweging precies doet. Wie zijn deze mensen? Hoe ga je te werk om zo effectief mogelijk het grootst mogelijke verschil te maken? En waar komt dat geld nu precies vandaan?
Het is hier het Wilde Westen niet
Dit is hoe ik me Silicon Valley voorstel: geen stijve pakken te bekennen, en buiten het inhoudelijke programma kun je meedoen aan meditatiesessies. Overal zijn deelnemers druk in de weer – in gesprek of op hun sneakers onderweg naar de volgende ontmoeting of workshop. Veel een-op-eenafspraken, die je met iedereen (júíst onbekenden) kunt plannen op een digitaal platform.
Er hangt tegelijkertijd onrust in de lucht, alsof er een onzichtbare zandloper leegloopt. Deelnemers haasten zich naar de volgende workshop of paneldiscussie. Iedereen lijkt vastberaden om alles uit dit weekend te halen.
De beweging kent duizenden donateurs, hoor ik, maar het grote geld komt van mensen als Dustin Moskovitz, medeoprichter van Facebook. Zijn stichting, Open Philanthropy, financiert veel van de initiatieven binnen de beweging. Vorig jaar vloog meer dan 600 miljoen dollar aan beurzen de deur uit.
‘Het zou goed zijn als er meer financieringsbronnen waren, maar dat is geen reden voor ons om ons werk te staken. Daar hebben die dieren niets aan’
Riskant, lijkt me, die afhankelijkheid van een gulle gever. Maar, zeggen de aanwezigen, Moskovitz is geen cryptocowboy; hij heeft een bewezen staat van dienst als het gaat om belangeloos goeddoen. Bovendien heeft zijn organisatie meer democratische controlemechanismen dan die van Sam Bankman-Fried, bij wie het dus goed mis bleek. Het is een professionele club, niet het Wilde Westen, drukken ze me op het hart.
‘Het zou inderdaad goed zijn als er meer diverse financieringsbronnen waren’, geeft zelfs een van de medewerkers van Open Philanthropy toe. Zelf investeert ze in EA-initiatieven om het leven van dieren op boerderijen te verbeteren. ‘Maar dat is geen reden voor ons om ons werk te staken. Daar hebben die dieren niets aan.’
In een ideale wereld elimineren overheden extreem onrecht, wordt me verteld. Maar in een wereld waar dat niet het geval is, kun je beter iets dan niets doen.
Een leven redden voor de prijs van een tweedehandsauto
Wat effectief altruïsten gemeen hebben, is een fanatiek streven naar een meetbaar resultaat. Ik zit voor in de zaal tijdens een paneldiscussie. Het gesprek, over hoe je het beste goede doel uitkiest, wordt geleid door Sjir Hoeijmakers. Hij staat aan het hoofd van het onderzoeksteam van Giving What We Can, een organisatie van meer dan 9.000 mensen die maar liefst 10 procent (of meer) van hun inkomen voor de rest van hun leven aan goede doelen besteden.
Dat klinkt misschien als een bescheiden bijdrage, maar dat gaat bij een modaal salaris al om anderhalve ton. Daar kun je de rest van je leven je avondeten van betalen. Het onderzoeksteam berekent hoe je met dat geld de meeste mensen- of dierenlevens kunt redden.
Maar wat betekent impact – kun je dat wel even kwantificeren? Ja, zeggen de panelleden. Neem malarianetten. Wat blijkt: het redden van een mensenleven kost in dat geval minder dan de meeste tweedehandsauto’s. In cijfers: voor 4.000 euro kun je 1.001 netten kopen, waarvan er 795 worden gebruikt. Vervolgens slapen 1.431 mensen eronder (1,8 persoon onder elk net), waarmee 1,3 mensenlevens worden gered. Een van de organisaties die zich puur richt op malaria, heeft al 500 miljoen dollar opgehaald, en op die manier grofweg 170.000 levens gered.
Romantisch is het niet, die focus op cijfers en efficiëntie. Maar die is noodzakelijk, vinden de panelleden. De wereld is overladen met leed (kindersterfte, oorlogen, megastallen) en gevaren (pandemieën, klimaatverandering, kunstmatige intelligentie). Elk mens heeft maar beperkte tijd en middelen om er iets aan te doen, stelt de beweging. Dus van ieder waardevol project moet de waarde zeker zijn.
De aanwezigen vinden bovendien dat de cijfers in hun modellen veel meer zijn dan abstracte getallen. Ze representeren echt leed en echte risico’s voor levende wezens. Echt altruïsme draait dan ook niet om de gever, maar om de ontvanger, stellen ze. Het hoeft niet goed te voelen, het moet vooral goed doen.
Een hoofdvraag op de bijeenkomst is dus simpel: waar en hoe krijg je het meeste waar voor je geld? Op zoek naar het antwoord op die vraag kom ik vier grote thema’s tegen.
1. Wereldgezondheid
Hoewel de mensheid voldoende voedsel en middelen heeft om iedereen te voeden en te voorzien, leven er nog altijd 659 miljoen mensen in extreme armoede. (Dat is bijna tien keer zo veel als de gehele bevolking van Frankrijk.) Het meest schrijnende gevolg daarvan: mensen die medische hulp nodig hebben, ontvangen die vaak niet.
Als je in Nederland difterie hebt, krijg je een pilletje. Maar op andere plekken verliezen mensen iedere dag hun vrienden en familieleden aan vermijdbare ziektes, zoals worminfecties. Daar is veel te winnen. Zo redt Deworm the World, gesteund door effectief altruïsten, jaarlijks meer dan 24.000 kinderlevens.
2. Dierenwelzijn
Maak kennis met Pablo Moleman, een Nederlander die werkt bij ProVeg, een organisatie die de wereldwijde consumptie van dierlijke producten tegen 2040 wil halveren. Dit is een enorme uitdaging, aangezien de wereldwijde vleesconsumptie naar verwachting anderhalf keer zo groot zal zijn tegen 2050.
Moleman wil bijdragen aan de oplossing door plantaardige voedingsmogelijkheden te ontwikkelen. Dat is beter voor dieren, en voor het klimaat. Plantaardig voedsel moet makkelijker, toegankelijker en vooral lekkerder worden. De organisatie van deze bijeenkomst hoef je in elk geval niet te overtuigen, zie ik aan de bordjes bij de maaltijden: all food and drinks at this event are vegan.
Een andere deelnemer die ik spreek is Amanda uit Denemarken, 24 jaar oud. In dit oude pakhuis komt haar leeftijd niet als een verrassing; het merendeel van de deelnemers bestaat uit twintigers en dertigers. Acht weken geleden is Amanda een goed doel begonnen. Eén Amerikaanse staat, Arkansas, exporteert in zijn eentje al 6 miljard vissen per jaar om te gebruiken als aas. Dat moet stoppen, vindt Amanda, want er is een reële kans dat die dieren pijn ervaren. In dat geval is er een massamoord van bewuste, voelende wezens gaande.
Nu moet ik zeggen: ik voel van nature geen grote sympathie voor kleine aasvissen. Maar ik vind het lastig om haar redenering te bekritiseren zonder te vervallen in gebrekkige aannames.
3. Pandemieën
Een andere presentatie die ik bijwoon is die van Toby Ord, een bekende filosoof uit Oxford en een kopstuk van de beweging. Hij heeft het over de langetermijnkoers van de mensheid, en begint optimistisch: de gemiddelde diersoort sterft na ongeveer een miljoen jaar uit. Hoe zit dat met de mens? Als je gelooft dat elk mensenleven dezelfde waarde heeft (en wat kun je daar nou tegen inbrengen?), dan is het uitsterven van de mensheid een gebeurtenis die de allergrootste schade aanricht, zelfs als dit pas over duizend jaar plaatsvindt.
Inmiddels is het wereldwijd doorgedrongen hoe gevaarlijk een pandemie kan zijn. Wetenschappers waarschuwen al decennialang voor de reële risico’s. Maar we waren, op z’n zachtst gezegd, matig voorbereid. Nu weten we beter. Maar het is denkbaar dat er een virus ontstaat dat net zo besmettelijk is als corona, maar nog dodelijker. De grootste catastrofe in de geschiedenis van de mensheid was misschien wel de builenpest, die midden in de veertiende eeuw 30 tot 60 procent van de Europeanen tot slachtoffer maakte. Dat mag in de toekomst niet gebeuren, en dus gaat een fors deel van de fondsen hier naar pandemiebestrijding.
4. Kunstmatige intelligentie
Dit thema trekt veruit de meeste aandacht op deze bijeenkomst. Het wordt zo uitvoerig besproken tijdens de workshops dat het verboden is om erover te praten tijdens een paar borrels erna, hoor ik van een sociaal ondernemer.
Veel effectief altruïsten denken, net als Stephen Hawking vlak voor zijn dood, dat deze nieuwe technologie gruwelijk uit de hand kan lopen als overheden niet heel gauw de juiste vangrails bouwen.
Kunstmatige intelligentie. Het wordt zo uitvoerig besproken tijdens de workshops dat het verboden is om erover te praten tijdens een paar borrels erna
Ik beland aan een lunchtafel met Roman, een Zwitser die robotica studeerde aan Stanford. Hij ontwikkelt nu technieken die toezicht op kunstmatige intelligentie moeten verbeteren en misleiding moeten tegengaan. Ook aan tafel zit Henning, een Duitse machine-learning-ingenieur, die op zoek is naar een fulltime baan in AI-veiligheid. Er zijn nog tientallen, misschien wel honderden anderen zoals Roman en Henning op de conferentie.
Hun waarschuwing is eenvoudig: als we kunstmatige intelligentie creëren die slimmer en machtiger is dan wij, maar onvolledig afgestemd is op onze menselijke waarden en doelen, dan kunnen deze systemen keuzes maken die schadelijk zijn en zelfs leiden tot het einde van de mensheid. Stel je voor dat een superintelligente AI als doel heeft het elimineren van pijn in de wereld. In de zoektocht naar dit doel zou het kunnen concluderen dat de mensheid zelf een bron van lijden is, en besluiten om ons uit te roeien om dat doel te bereiken. Zonder de juiste afstemming (‘alignment’) op onze menselijke waarden kan AI dus een existentiële dreiging vormen.
Klimaatverandering ontbreekt, realiseer ik me. Dat terwijl de meerderheid van de mensen dit als de grootste bedreiging voor de mensheid beschouwt.
Als ik ernaar vraag, blijkt dat de aanwezigen zich daar inderdaad grote zorgen over maken. Ook op de websites van hun organisaties staan apocalyptische waarschuwingen voor deze uitdaging.
Maar, zeggen ze, klimaatverandering is een probleem waar al miljoenen knappe koppen mee bezig zijn. De vier grote thema’s die ze op de bijeenkomst bespreken zijn nóg veel meer verwaarloosd dan het klimaat, dus verwachten ze daar een grotere marginale impact te maken.
Bovendien hangen veel aandachtsgebieden samen: als je een einde maakt aan intensieve veehouderij, dan heb je al een flink deel van de uitstoot verminderd. Als het ons lukt om kunstmatige intelligentie op een veilige manier schaalbaar te maken, dan kan dat een belangrijke rol spelen in de strijd tegen klimaatverandering. En misschien zorgt degene die gered wordt door het malarianet wel voor een doorbraak in kernfusie.
‘Ik ben niet belangrijker dan andere wezens, ongeacht plaats, tijd of soort’
Als ik wegfiets van de conferentie ben ik kapot. Niet alleen ben ik moe van alle interacties, maar ook van al dat mensen- en dierenleed, van armoede tot uitsterven.
Ook voel ik wat frustratie. Ja, er zijn redenen om vooral kritisch te blijven kijken naar deze beweging, de grote afhankelijkheid van een handjevol miljardairs blijft link. Maar de mensen die ik heb ontmoet zetten zich hard in voor de meest kwetsbare mensen en dieren.
Een van de laatste mensen die ik sprak was Artūrs uit Letland. ‘Ik had een paar maanden vrij tussen twee banen in de financiële sector’, had hij me verteld. ‘Vlak voordat ik begon aan een functie in kwantitatief risicobeheer, begon ik te reflecteren op de zin van mijn leven. En toen had ik een belangrijk inzicht: ik ben niet belangrijker dan andere wezens, ongeacht plaats, tijd of soort. Daarom zet ik me nu actief in voor dierenrechtencampagnes.’
In tijden die gekenmerkt worden door individualisering is het verfrissend om mensen te ontmoeten die niet voor zichzelf, maar juist voor de ander van betekenis willen zijn.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!
Je bent niet ingelogd. Log in om andere verhalen te lezen, verhalen op te slaan, bijdragen te lezen en plaatsen, correspondenten te volgen en meer.