Barbie kan het nooit goed doen. Net een echte vrouw

Barbie is even populair als controversieel: de modepop zou het zelfbeeld van jonge meisjes ernstig schaden. De afgelopen jaren ging Barbie daarom steeds meer op een ‘echte’ vrouw lijken. Inclusief de enorme last om aan al onze verwachtingen te voldoen.
Op mijn vijfde verjaardag kreeg ik het cadeau dat al mijn wildste kinderdromen samenbalde in een felroze doos.
Ze had al maanden op mijn verlanglijstje gestaan. In de Intertoys had ik haar ettelijke malen uit het schap getild, eerbiedig als een priester die de monstrans van het altaar neemt. En ’s avonds in bed prevelde ik bij wijze van gebed de tekst van haar reclame, zo vaak dat ik die tot op de dag van vandaag uit mijn hoofd ken.
Sprookjeshaar Barbie, een rank popje gehuld in een hysterische gouden zeemeerminnenstaart, opgesmukt met lurexgaas en holografisch schubbenplastic. Haar blonde haar reikte voorbij haar enkels, en kon versierd worden met bijgeleverde tiara en glittersterren. Haar gezichtje was opgemaakt met parelmoeren oogschaduw en fuchsia lippenstift.
Het is tot op de dag van vandaag het mooiste cadeau dat ik ooit kreeg. Maar, wat ik me toen nog niet realiseerde, ook het meest controversiële.

Een ongeschikt rolmodel voor meisjes
Sprookjeshaar Barbie belichaamde ongeveer alles waarvoor Barbie in de jaren negentig onder vuur lag.
Ze had precies de bimbotietjes, wespentaille en volle heuppartij waarvan gezegd werd dat ze bijdroegen aan het verwrongen lichaamsbeeld van jonge meisjes wereldwijd. Haar meerminnenstaart kon je veranderen in een loeistrakke rok waarin een echte vrouw nauwelijks had kunnen bewegen. En net als alle Barbies van toen had ze gestrekte voetjes, in eeuwige afwachting van hooggehakte schoentjes – de folterwerktuigen van het patriarchaat.
Barbie was alles wat het feminisme niet voor diens dochters wenste
Kortom: Barbie was alles wat het feminisme niet voor diens dochters wenste. Ze representeerde de vrouw in haar meest ongeëmancipeerde, gekeurslijfde en behaagzieke verschijning. Ook al had Barbie elke denkbare baan, met haar ongenaakbare uiterlijk en oppervlakkig perfecte leventje was ze volgens velen totaal ongeschikt als rolmodel.
En dat heeft Mattel, moederbedrijf van het omstreden modepopje, geweten. Met het gloren van de vierde feministische golf raakte Barbie gestaag uit de mode;* sinds 2009 kelderde het aandeel van Barbie* op de internationale speelgoedmarkt.
Een charmeoffensief volgde. Vanaf 2016 werd Barbie een stuk diverser. Er kwamen poppen met meer huidskleuren en haartexturen, meer lichaamstypen,* en fysieke en verstandelijke beperkingen.* De voetjes werden bij een deel van de poppen plat of verstelbaar.* Allemaal zodat meisjes van nu kunnen spelen met een pop die een stuk meer aansluit bij wie ze zijn, en de vrouwen die ze om zich heen hebben.
De nieuwste poging tot eerherstel is de film Barbie, die vandaag in première gaat. De Barbiewereld uit de trailer lijkt een soort versmelting van wat Barbie was, en wat ze nu is. In de film gaan Barbies nog altijd gekleed in roze en glitter, wonen ze in droomvilla’s in snoepjeskleuren, en dragen ze louter stiletto’s. Maar er zijn Barbies van kleur, dikke Barbies, er is zelfs een Barbie die gespeeld wordt door een transgender actrice.
Geweldig natuurlijk. Maar toch... Ondanks de broodnodige en welkome inclusiviteitsslag die Barbie doormaakte, blijft een fundamenteel probleem overeind. Want hoe preciezer en foutlozer Barbie echte vrouwen moet representeren, hoe meer we haar in hun keurslijf wringen.
En dat maakt haar misschien wel minder feministisch dan ooit.


Ooit was Barbie revolutionair
Het is haast niet voor te stellen, maar toen de eerste Barbiepop in 1959 op de markt kwam, was dat niets minder dan een feministische overwinning. Tot die tijd hadden er vooral mollige babypoppen bestaan, die jonge meisjes spelenderwijs klaar moesten stomen voor het moederschap. Dat meisjes met een volwassen pop zouden spelen was vóór Barbie ondenkbaar.
Toen Ruth Handler, medeoprichter van speelgoedfabrikant Mattel en bedenker van Barbie, zo’n volwassen verkleedpop opperde, stonden de mannelijke ontwerpers niet te springen. Een pop met borsten, iek! Maar toen zag Handler op vakantie in Zwitserland een Lilli-pop. Lilli was het hoerige hoofdpersonage van een cartoon in het Duitstalige dagblad Bild. De poppen werden voornamelijk verkocht als fopcadeau voor vrijgezelle mannen. Maar Handler herkende in Lilli precies waar het jonge meisjes volgens haar aan ontbrak.
Met haar welgevormde lijfje, getuite lipjes en bête neergeslagen ogen leek de eerste Barbiepop nog verdacht veel op de dellerige Lilli. Toch omarmden moeders Barbie direct als deugdelijk speelgoed voor hun dochters.
Wat Barbie zo revolutionair maakte, was dat ze indruiste tegen de preutsheid en heersende gendernormen van het Amerika van de jaren vijftig. Barbie stapte resoluut uit het geijkte rollenpatroon dat vrouwen van jongs af aan werd opgelegd. Ze was geen moeder of huisvrouw, maar onafhankelijk, werelds en eigengereid. Natuurlijk kreeg ze op een gegeven moment wel vriendlief Ken (die overigens, op aandringen van Ruth Handler, een zichtbare bobbel tussen zijn plastic benen kreeg). Maar hij was duidelijk háár accessoire, in plaats van andersom.
Bovendien verdiende Barbie al vanaf het begin haar eigen geld. Al snel waren er voor Barbie pakjes te koop die bij bepaalde beroepen hoorden. Eerst vooral voor banen die vrouwen al hadden – zuster, lerares, stewardess – maar later ook voor werk dat voor vrouwen ongebruikelijk was. Zo werd Barbie al in 1965 astronaut, ver voor Sally Ride in 1983 als eerste Amerikaanse vrouw de ruimte in ging.
Kortom, eerdere poppen waren vooral bedoeld om meisjes één enkel pad op te sturen: moederschap. Barbie toonde haar speelkameraden hoeveel andere paden er eigenlijk voor ze openlagen. Voor het eerst lag de toekomst van spelende meisjes in hun eigen handen.
Dus waarom keerde het feminisme zich dan van haar af?

De belichaming van de witte middenklasse
Hoewel Barbie heel wat stereotypen doorbrak, bevestigde ze er haast evenveel. Hoe zelfstandig en mondain ze ook was, ze belichaamde ook de idealen van de witte middenklasse van de Verenigde Staten van de jaren vijftig. Haar leven was een soort kapitalistische ijldroom waarin geluk besloten lag in een goedgevulde kledingkast, een droomhuis en een garage vol sportauto’s.
En dan was er nog haar lichaam. In hetzelfde jaar dat Barbie astronaut werd verscheen er ook een kledingsetje voor een slaapfeestje, waarbij je naast een pyjamaatje ook een miniweegschaal kreeg. En hoewel deze standaard op 49 kilo afgesteld stond, kreeg je er toch een ‘dieetboekje’ bij. How to lose weight? Don’t eat! stond er op het omslag.
Al snel ontstond het idee dat het onrealistische lichaam van Barbie bijdraagt aan eetstoornissen van pubermeisjes
Zo werd Barbie al gauw een symbool voor de maatschappelijke hyperfocus op het uiterlijk van vrouwen – en daarmee het mikpunt van de toorn van de tweede feministische golf, die eind jaren zestig losbarstte. Tijdens het beroemde feministische protest bij de Miss America-verkiezingen van 1968 (waarbij de aanwezige vrouwen hun bh’s verbrandden), scandeerde de menigte dan ook: ‘I’m not a Barbie doll!’
Toch duurde het nog tot de jaren negentig voor de kritiek op Barbie zo luid werd dat ze de mainstream bereikte. Psychologisch onderzoek uit die tijd richtte zich steeds meer op hoe de maatschappelijke focus op het uiterlijk van jonge vrouwen hun ontwikkeling negatief beïnvloedt. Het publieke bewustzijn over eetstoornissen onder pubermeisjes groeide. Al snel ontstond het idee dat het onrealistische lichaam van Barbie hieraan bijdraagt.
Mattel was inmiddels een miljardenconcern en had het vooral druk met het neerslaan van de concurrentie. Aan Barbie zelf veranderde weinig. Maar toen Barbie in 2014 bij wijze van stunt op de cover van het Amerikaanse bikiniblad Sports Illustrated verscheen, was de backlash zo groot dat Mattel er niet meer omheen kon.
Barbie moest veranderen, en snel.

Een dwingende vraag om perfectie
De documentaire Tiny Shoulders: Rethinking Barbie (2018) volgt het team bij Mattel dat in 2015 begon aan Barbies herontwerp.
Vanaf het begin is het zwoegen. Kim Culmone, hoofdontwerper van Barbie, is overtuigd van de noodzaak om Barbies lichaam aan te passen. Maar ze moet haar best doen om haar team te overtuigen. Wat als het wordt gezien als opnieuw een goedkope stunt? Bovendien spelen er praktische bezwaren. Om Barbies beentjes te bewegen is altijd wat ruimte nodig. Maar als de kier tussen Barbies dijen blijft, vindt de wereld straks misschien dat Mattel niet ver genoeg is gegaan.
Toch: de noodzaak voor het herontwerp wordt ook evidenter. In de docu is een proefspeelsessie op Mattels hoofdkantoor te zien. De jonge meisjes vinden het maar niks, die voluptueuze Barbie. ‘Dat is geen echte Barbie, die is dik!’ giechelen ze. Ze hebben duidelijk stellige ideeën over hoe een stukje plastic in de vorm van een vrouwtje eruit moet zien om een ‘echte’ Barbie te zijn. Ondertussen vraag je je af wat er gebeurt als hun oordeel zich in de puberteit naar binnen keert.
Je zou natuurlijk willen dat deze kinderen kunnen spelen met een pop die hun onzekerheden niet bevestigt, maar wegneemt. Die ze beschermt voor schoonheidsoordelen, in plaats van ze aan te leren. Én tegelijkertijd hun fantasie aanwakkert, en ze laat wegdromen bij een leven van later dat nog even niet realistisch hoeft te zijn.
Zoals Michelle Chidoni, hoofd pr van Mattel, zich afvraagt in Tiny Shoulders: ‘Leggen we niet veel te veel verantwoordelijkheid op de plastic schoudertjes van een pop?’
En inderdaad, ook na alle aanpassingen lijkt de last op Barbies schouders nauwelijks geslonken. In plaats van gewoon te kunnen zijn gaat ze nog altijd gebukt onder de verwachtingen die de maatschappij haar oplegt. Zelfs in de roep om een pop met dezelfde imperfecties als echte vrouwen schuilt een dwingende vraag om perfectie.


Is Barbie het echte probleem?
De vraag is of Barbie deze berg van verwachtingen ooit waar hoeft te maken. Eén ding blijven we namelijk onderschatten: de grilligheid van kinderspel.
Voor haar boek Forever Barbie: The Unauthorized Biography of a Real Doll observeerde journalist M.G. Lord kinderen terwijl ze met Barbie speelden. Het viel haar op hoe persoonlijk en radicaal het spel van kinderen kan zijn. Een dochter van een vriendin, wars van patriarchale indoctrinatie, gebruikte haar Barbiekeukentje als operatiekamer voor haar dokter-Barbie. Een ander meisje en haar broertje speelden dat niet Barbie, maar Ken ontvoerd werd door een draak, en dat Barbie de held was die hem moest redden.
Misschien moeten we ermee stoppen vrouwen – plastic of niet – met onmogelijke keuzes op te zadelen
Het deed mij terugdenken aan mijn Sprookjeshaar Barbie. Mijn kinderspel was net zo tegendraads, in mijn geval omdat spelen met Barbies voor een vijfjarig jongetje als ik allesbehalve geaccepteerd was. Ook dat is onderdeel van Barbies baanbrekende nalatenschap: meisjesachtige jongens en trans kids in de dop die via haar konden dromen van de vrouwelijkheid die de maatschappij angstvallig bij hen weg probeert te houden.
Misschien is het daarom dat ik nog steeds iets zie in de pracht en praal van de poppen uit mijn jeugd. De vrouwelijkheid van Barbie toen was als de vrouwelijkheid van een travestiet: politiek incorrect en onrealistisch, maar ontegenzeggelijk fabulous en onweerstaanbaar – een vorm van vrouwelijkheid waar de maatschappij om sneert of schaterlacht, maar die de queer gemeenschap al decennialang op een voetstuk zet. Net als dragqueens ondermijnden Barbies van toen bestaande gendernormen misschien juist door ze op een overdreven manier te belichamen.
Tegelijkertijd worstel ook ik, nu ik groot ben, met een lijf dat niet meer vanzelfsprekend meegaat in de heersende schoonheidsnormen. De covidkilo’s werden gewoon kilo’s, en op mijn dijen verscheen de afgelopen jaren een rood en boos labyrint van striae – het resultaat van te veel pizza, een sedentaire baan en een lap aan mijn sportlaars. Maar was het Sprookjeshaar Barbie die deze toekomstige onzekerheden al in mijn jeugd in mijn onderbewuste verankerde?
Volgens mij is Barbie vooral een product van een maatschappij die nog altijd niet goed weet wat ze met vrouwelijkheid aan moet. We zijn onzeker over welk verhaal we vrouwen en vrouwelijke mensen moeten aanreiken om hen werkelijk te bevrijden, en projecteren deze onzekerheid vervolgens op een popje dat volgens ons de verkeerde keuze maakt. Maar in plaats van Barbie constant te verbeteren, zijn wij wellicht degenen die een evolutie moeten doormaken.
Misschien moeten we ermee stoppen vrouwen – plastic of niet – met onmogelijke keuzes op te zadelen: ben je bimbo óf intellectueel, glamoureus óf gewoontjes, tutje óf stoer, gebonden óf onafhankelijk?


De unieke potentie om alles tegelijkertijd te zijn
Het plot van de film Barbie lijkt precies zo’n keuze centraal te stellen.
Barbies zorgeloze en perfecte leven in Barbieland neemt op een dag een donkere afslag; plotsklaps zakt ze door haar gestrekte hakvoetjes, en moet ze op platte voeten door het leven.
Van een mishandelde pop (zo eentje waar haar eigenaar op heeft zitten tekenen) krijgt Barbie de keuze: of de rest van haar leven seksloze slippers dragen, of een reis afleggen naar de ‘echte wereld’, om de magie van Barbieland te herstellen.
Een beetje filmkenner voorvoelt wel hoe dat af zal lopen: waarschijnlijk leert Barbie in de echte wereld dat een leven op slippers ook iets waard is. Dat hakken mogen, maar niet hoeven. En dat vrouwen best naar glamour mogen hongeren, maar ook af en toe als slons door het leven mogen gaan.
Het zou misschien wel de belangrijkste wending betekenen in Barbies lange geschiedenis als icoon. Als pop heeft ze de unieke potentie om alles tegelijkertijd te zijn. Zolang onze fantasie het maar toelaat.
En als onvolmaaktheid en het-ook-gewoon-even-niet-weten onderdeel worden van dat repertoire, komt ze dichter dan ooit in de buurt van wat het betekent om een ‘echte’ vrouw te zijn.