Ding, dong, de heks is terug

De heks is terug: in boeken, muziek en podcasts wordt de rebelse, vrijgevochten vrouw bezongen. Dat de figuur in het verleden vooral het slachtoffer was van onversneden vrouwenhaat, doet er niet toe: de heks anno ’23 is strijdvaardig, anti-kapitalistisch én staat pal voor de natuur.
Tremate, tremate, le streghe son tornate! Het was een van de belangrijkste slogans uit het Italiaanse feminisme van de jaren zeventig. Beef maar, de heksen zijn terug!
Een halve eeuw later geldt dat nog steeds. Ze zijn terug, en hoe. Stap een boekhandel binnen, en je ziet waarschijnlijk wel een tafel met titels als Waking the Witch, De wijsheid van de heks, of Witchery: Embrace the Witch Within. Open Spotify en je kunt luisteren naar The Witch Wave of, bij de keurige Britse BBC, de podcast Witch, over ‘de heks’ in feit en fictie.
Grote modehuizen spelen met hekserige looks en de Britse supermarktketen Selfridges biedt nu ook gewoon magische smudge sticks aan. Wicca (een vorm van hekserij) is een van de snelst groeiende spirituele denominaties. Hedendaagse heksen van eigen bodem, zoals schrijfster Susan Smit of heks Lunadea, zijn populairder dan ooit. En misschien heb je begin juni in het nieuws gezien dat er ook in Nederland inmiddels wordt geijverd voor een Nationaal Heksenmonument.
In haar nieuwste videoclip gaat de zangeres Dua Lipa, geflankeerd door Megan Thee Stallion, aan de haal met het prototype, compleet met bubbelende ketel en zelfs een brandstapel. ‘One thing about me, I ain’t taking no shit’, zingt ze; en ze zal de mensen eens laten weten ‘who really runnin’ things’.
Die sfeer – nu zijn wij aan zet, wij heksen – zit er goed in, zoals ook blijkt uit de veelgebruikte slogan ‘We are the granddaughters of the witches you didn’t burn’: je kunt hoodies, kaarsen, posters en andere snuisterijen met die opdruk in veelvoud op Etsy vinden, als deel van de berg merchandise die er de afgelopen jaren rond de figuur van de heks is ontstaan.
Wáren heksen eigenlijk wel de vrijgevochten vrouwen die er nu van worden gemaakt?
De wortel van de huidige populariteit van ‘de heks’ is het idee dat heksen vrije vrouwen waren; rebellen die uit de pas liepen met de sociale en religieuze normen van hun tijd, wilde types aan de rand van de gemeenschap, die hun wijsheid putten uit voorouderlijke tradities met wortels in matriarchale, godinnen vererende, prehistorische samenlevingen waarvan het bestaan nooit onomstotelijk kon worden vastgesteld.

De heks die nu het podium pakt in de populaire cultuur is risqué en rebels. Maar is het idee van de heks als rebel wel historisch correct? Criticasters mopperen van niet. ‘Activisten dwepen met mythes die door historici allang zijn ontkracht’, meende een historicus onlangs (waarbij ikzelf als een van die dwepende activisten werd aangemerkt, wegens dit eerdere essay).
Allemaal leuk en wel, die rebelse praatjes, maar wáren heksen eigenlijk vrijgevochten vrouwen?
Het antwoord op die vraag hangt ervan af of je het hebt over ‘de heks’ die door onze collectieve verbeelding spookt, of over individuele mensen die nu of in vroeger eeuwen, tegen hun wil, door hun omgeving als ‘heks’ zijn aangemerkt.

'De heks als rebel' – dat zegt meer over de heks van nú dan over die van toen
‘Dé’ heks is wel degelijk een sterke vrouw. Ze werd in de renaissance al geassocieerd met de wijze vrouw of heler, zodat de Britse parlementariër Reginald Scot in 1584 in zijn Discoverie of Witchcraft kon schrijven: ‘Vandaag de dag is het om het even of je in het Engels zegt “zij is een heks” of “zij is een wijze vrouw”’. In Engelse heksenprocessen vind je bovendien voortdurend het woord strong naast de beschuldiging witch, alsof het de kracht was die gevreesd werd en bestraft moest worden. Diegenen die als heks werden vermoord, hadden kennelijk genoeg macht – tenminste in de opvatting van hun vervolgers – om paniek te ontketenen. (‘Wij heksen hebben een gezegde’, schrijft de moderne Amerikaanse heks Starhawk. ‘Daar waar angst is, is macht.’)
En onaangepast? Brutaal? Uitgesproken? De jaren 1560 – waarin de heksenvervolgingen hun eerste grote vlucht namen – waren ook het decennium waarin de scold’s bridle voor het eerst wordt vermeld. Dat was een metalen kooi die als straf om het hoofd van vooral vrouwen werd geplaatst, met een bit in de mond waaraan meestal een scherpe pin was bevestigd die spreken onmogelijk maakte. Een scold was een luide, onaangepaste vrouw; de scold’s bridle werd ook wel witch’s bridle genoemd. Kennelijk lagen die twee semantisch dicht bij elkaar.
Maar individuele als ‘heks’ veroordeelde mensen zullen in veel gevallen redelijk willekeurige slachtoffers zijn geweest van massahysterie, misogynie en de zucht naar een zondebok in economisch zware tijden. Ze zagen zichzelf ongetwijfeld niet als ‘heks’, kwamen dikwijls uit lagere klassen* en waren niet per se krachtig, laat staan openlijk rebels.
Een interessantere vraag vind ik: maakt het eigenlijk uit? Wellicht zegt het idee van de heks als een rebel meer over de heks van nú dan over die van toen. En er is wel degelijk iets heel rebels aan ‘de heks’ (m/v/x) zoals ze nu wordt vormgegeven.


Een symbool tegen (mannelijk) geweld en vrouwenonderdrukking
De slachtoffers van de heksenjachten van de renaissance, wie ze ook waren, zijn door hun gruwelijke einde een krachtig symbool geworden voor verzet tegen de samenleving die hun dood veroorzaakte. Een symbool tegen (mannelijk) geweld en – aangezien zo’n overgroot deel van de slachtoffers vrouw was – met name van vrouwenonderdrukking. En dat symbool vormt de heksen van nu.
Zo beschrijft moderne Amerikaanse heks Amanda Yates Garcia hoe hekserij haar heeft geholpen zich aan een jeugd te ontworstelen waarin de hele waaier aan machteloosheid present was: seksueel misbruik, armoede, verslaving en noodgedwongen sekswerk. Grip op haar eigen leven kreeg ze pas door zichzelf als heks te zien. Hekserij zou je kunnen omschrijven als het uitoefenen van invloed op je omgeving – méér invloed dan algemeen voor mogelijk gehouden wordt. En dus schrijft ze: ‘Jezelf uitroepen tot heks, magie beoefenen, heeft alles te maken met het claimen van autoriteit en macht voor jezelf.’
Maar de symbolische macht van de heks gaat veel verder dan persoonlijke empowerment. Het feit dat de heksenjachten zo’n fel misogyne ondertoon hadden, dat ze hand in hand gingen met een draconische inperking van de rechten van vrouwen in West-Europa, en dat vrouwelijke seksuele vrijpostigheid, geboortebeperking en abortus specifiek redenen konden zijn voor een veroordeling, maakt dat ‘de heks’ sterk resoneert in een tijd waarin die kwesties – met name reproductief recht – nog altijd brandend actueel zijn.
De kwesties waarvoor vrouwen werden veroordeeld, zijn nog altijd brandend actueel
En zelfs met feminisme is de kous niet af. De heks staat symbool voor nog méér. Kijk maar naar het werk van de Italiaanse econome Silvia Federici, die beargumenteert dat de heksenjachten instrumenteel waren voor de opkomst van het kapitalisme.* De ergste heksenjachten vielen niet toevallig samen met de landonteigening die door heel Europa aan de gang was, en die sociale en economische misère veroorzaakte voor wie tot dusver van dat land had geleefd. Misère waarvoor een zondebok werd gezocht en gevonden in een toch al onderdrukte groep: de vrouwen.
Daarnaast vormden de jachten een afrekening met elke vorm van magisch of animistisch denken, een afrekening die volgens Federici nodig was voor de nieuwe kapitalistische orde: een bezielde wereld kun je immers niet zomaar rücksichtslos uitbuiten. Wie zich dus vandaag de dag wil verzetten tegen dat kapitalisme en de bijbehorende uitbuiting, wendt zich al snel tot de heks.


De moderne heks breekt ook met het kapitalisme
Natuurlijk bestaat er hekserij-light, waarbij je, met een sprenkeling van sterren- en maansymbolen, geurkaarsen en lila esthetiek, keurig kunt blijven meestappen in de mallemolen van koopzieke zelfverbetering, volgens de basishandleiding neoliberaal kapitalisme. Maar voor serieuze beoefenaars is het belangrijkste kenmerk van moderne hekserij juist het expliciete doel om daaruit te breken.
Want wat doet de moderne heks eigenlijk? Misschien trekt ze thee van kruiden, of werkt ze met mineralen waarvan ze helende werking verwacht; misschien legt ze de tarot of oefent ze haar derde oog. Waarschijnlijk zit ze ook gewoon in het treinzitje tegenover je, op weg naar haar (of zijn, of hun) kantoorbaan. Hekserij anno nu heeft teleurstellend weinig te maken met rondedansen bij een kampvuur en al helemaal niets met Satan of duistere krachten. Je kunt het beter zien als een moderne religie – een van de snelst groeiende, zelfs.*
Susan Smit, auteur van De wijsheid van de heks (2022), heeft het in haar heldere uitleg van wat hekserij voor haar betekent dan ook liever over ‘de oude religie’. Het oude slaat op de poging om aan te haken bij voorchristelijke tradities en gebruiken, zoals het vieren van oogstfeesten en zonnewendes; al zijn die gebruiken doorgaans zo grondig uitgewist (dan wel in een christelijk jasje gestoken) dat veel vormen van hekserij en paganisme noodgedwongen eerder van moderne snit zijn (wicca bijvoorbeeld, een van de bekendste stromingen, werd grotendeels bedacht halverwege de twintigste eeuw, door een stel excentrieke Britten).



Een nieuwe religie die zich diep identificeert met de natuur
Een nieuwe religie, dus – zij het een zonder hiërarchie. En daarmee een andere blik op de wereld. De aandacht voor de maan, seizoenen en bezielde natuur die hekserij kenmerkt, is meer dan esthetiek: het is een diepe identificatie met die natuur.
Zo beschrijft wiccahogepriesteres Phyllis Curott* de openbaring die ze had tijdens een heksensabbat: ‘Ik wás de aarde, en alles wat haar wordt aangedaan, werd mij aangedaan. Het afval dat in haar rivieren wordt geloosd, zat in het bloed dat door mijn aderen vloeide; de gifstoffen die op haar worden uitgestort, vulden mijn longen; de schadelijke stoffen die worden begraven in haar aarde, vergiftigden mijn lijf. Wat we haar aandoen, doen we ons allemaal aan, en al onze kinderen.’
De microplastics in mijn cellen knikken driftig ja bij zo’n tekst.
Hekserij is voor Curott dan ook een antwoord op de dominante cultuur van exploitatie en winstbejag die ons naar de rand van de ecologische afgrond heeft gebracht. ‘Mijn heksencredo is simpel: we leven op een heilige manier omdat we leven in een heilige wereld.’
Ook heks Starhawk schrijft over de heiligheid van natuur en cultuur in al hun vormen. Het is waardevol om die tot je door te laten dringen, bijvoorbeeld door erover te mediteren, maar het wordt pas echt krachtig wanneer Starhawk uitspelt wat dat voor haar spirituele praktijk betekent.
Mediteren is verrijkend voor jou persoonlijk, maar een sterkere spirituele daad zou zijn: ‘het afval opruimen dat is achtergelaten op een kampeerplek, of de straat opgaan om te protesteren tegen een onveilige kerncentrale’. Alles is heilig en met elkaar verbonden, de aarde zelf is een godin. En wie die principes echt wil eren, moet in actie komen. Starhawk is niet voor niets ook activist. ‘De Craft... vereist verantwoordelijkheid.’
Moderne heksen kijken stuk voor stuk verder dan de mens

Hieruit spreekt een wereldvisie die lijnrecht ingaat tegen de diepste aannames die aan onze dominante cultuur ten grondslag liggen – tegen individualisme, kapitalisme en antropocentrisme. Het is vast niet voor niets dat de meeste heksen die ik ken maatschappijkritische kunst maken, of zich actief mengen in het publieke debat, of deel vormen van protestbewegingen voor het leven, zoals Extinction Rebellion of andere klimaatactiegroepen. Ze kijken stuk voor stuk verder dan de mens.
Op dit diepste niveau is ‘de heks’, zoals ik haar nu om mij heen zie, fundamenteel rebels. Ze vraagt ons verantwoordelijkheid te nemen voor de wereld om ons heen. En die als geheel als heilig te zien.
Groter of noodzakelijker kan rebellie vandaag nauwelijks zijn.
Grappig genoeg lijkt deze ‘nieuwe’ opvatting van de heks – als verantwoordelijk en strijdvaardig type – verrassend trouw aan het oermodel. De Italiaanse historicus Carlo Ginzburg ploos de procesverslagen van vroege heksenjachten uit en ontdekte vooral in de Noord-Italiaanse streek Friuli, maar ook elders in landelijk Europa, een schat aan documenten.* Daaruit bleek dat aangeklaagden, tenminste vóór de heksenjachten op stoom kwamen, met de bijbehorende martelmethodes, kettingbeschuldigingen en sturende vragen vanuit de inquisitie die steeds dezelfde ‘satanische’ scènes opleverden, daadwerkelijk meenden met magische krachten behept te zijn, en zichzelf ook werkelijk rekenden tot een geheime groepering met magische taken.

Deze benandanti, of weldoeners, zagen zichzelf als een soort anti-heksen: ze werden van tijd tot tijd ’s avonds en ’s nachts opgeroepen om ‘in de geest’ een strijd te voeren tegen kwade wezens die bijvoorbeeld probeerden om de oogst te verpesten. Zo vertelde een man in Jürgensburg ’s nachts als benandante te hebben gevochten tegen ‘een tovenares, die rondging in de vorm van een brandende vlinder’.
'De heks' is weer een strijder voor het goede: de heksencirkel is rond
Geen satanische boosdoeners dus, maar juist diegenen die in het geweer kwamen tegen onzichtbare, schadelijke krachten. Velen spraken bovendien van een nachtelijke godin, die in getuigenissen van Schotland tot Frankrijk, Roemenië tot Noord-Italië onder wisselende namen opduikt: Diane, Satia, Holda, Perchta, Frau Fenus… en waarvan de wortels zo oud zijn dat we ze niet kunnen achterhalen. Ze was een goede kracht.
Pas gaandeweg werd de benandante in de propagandamachine van de inquisitie vervormd tot de kwade kracht waartegen hij of zij oorspronkelijk streed.
Zo is ‘de heks’ eerst vervormd tot symbool van het kwaad, en zorgt de zelfdefinitie van de huidige heks voor een nieuwe omslag richting ‘strijder voor het goede’ – waarmee de heksencirkel rond is.
Grote delen van dit essay verschenen eerder in het pamflet ‘Heksenmonument’ (Lebowski, 2023). Ze zijn hier aangevuld met meer context, voorbeelden, vertalingen en bronnen.