Afhankelijk van wanneer je begint te tellen, is het dit jaar 150 of 160 jaar geleden dat de slavernij in Suriname werd afgeschaft.
In dit herdenkingsjaar verdient het verhaal van Ma Pansa een groter podium. Zij is een sleutelfiguur uit de geschiedenis van de Saamaka – Saramaccaanse marrons. Marrons ontsnapten aan de gruwelen van de plantageslavernij door diep in het regenwoud te gaan wonen. Ma Pansa vond een slimme manier om daar te overleven: voordat zij van de plantage vluchtte, vlocht zij rijstzaden in haar haar.
Ma Pansa geldt als voorbeeld van de cruciale rol die marronvrouwen speelden in het verzet tegen de slavernij. Zonder hun rijstzaden en plantenkennis hadden velen de vlucht naar het binnenland niet overleefd.
Toch komt Ma Pansa’s naam weinig voor in de archieven en koloniale verslagen. Die gaan doorgaans over het ‘mannelijke’ domein: religieuze aangelegenheden of zware gevechten en vredesonderhandelingen met de Nederlandse koloniale autoriteiten. Alleen door de sterke orale traditie van de marrongemeenschappen bleven verhalen zoals dat van Ma Pansa bewaard.
Ik fotografeerde Vera Pansa, Gerda Pansa en Susan Maabo, nazaten van Ma Pansa, in hun geboortedorp Balingsoela. Vera Pansa hulde zich voor de gelegenheid in traditionele kleding van ongebleekt katoen. Ze vertelde hoe Ma Pansa als vreemdeling rond het jaar 1740 aankwam bij Saamaka’s die al eerder naar het regenwoud waren gevlucht. De onbekende vrouw zorgde voor opschudding in de hongerlijdende gemeenschap.
‘Zeg ons wie u bent!’ eisten de Saamaka van Ma Pansa. Ze koesterden een gezond wantrouwen jegens buitenstaanders; je wist maar nooit aan wiens kant iemand stond.
De mysterieuze vrouw – haar grote haardos bedekt door een pangi – zei: ‘Ik ben Mama Prani. Ik ben een moeder die oplossingen brengt. Voor jullie, voor mezelf en voor onze nakomelingen. Ik heb rijst uit Afrika gebracht, zodat we de zaden kunnen planten om te overleven. Mijn naam is Mama Pansa.’
Ma Pansa deed haar pangi af en maakte haar ingevlochten haren los, waaruit talloze rijstzaden tevoorschijn kwamen.
Ze plantte de zaden en zodra de oogst groot genoeg was om de hele gemeenschap te voeden, vierde iedereen feest. Tot op de dag van vandaag telen Ma Pansa’s nakomelingen de rijstsoort mapáansa.
Dit artikel is tot stand gekomen met hulp van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.
Lees ook:
Deze dappere man leidde de eerste grote opstand tegen de Nederlandse slavernij In deze editie van de serie Verzwegen geschiedenis: Er is een lange – maar onbekende – geschiedenis van verzet tegen de slavernij. Die begon met Cuffy, de leider van de allereerste georganiseerde slavenopstand tegen de Nederlandse kolonisten.Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!