Krankzinnige offers, weinig respect: wie wil er nog politicus worden?
Sigrid Kaag kapt ermee. Haar werk vindt ze tof, haar partij staat achter haar, maar het vooruitzicht dat haar kinderen nog jaren moeten vrezen dat hun moeder wordt vermoord – dat is iets waar ze niet mee kan leven.
‘Wij zijn bezorgd dat mijn moeder net zo eindigt als Els Borst’, zeiden haar dochters onlangs in College Tour. ‘Het hoeft maar één keer mis te gaan.’
Het gezin van Kaag werd vorig jaar opgeschrikt door een man met een brandende fakkel voor de deur. Stikstofminister Christianne van der Wal werd thuis geïntimideerd door een groep brullende boeren op trekkers. (De initiatiefnemer achter de dwaze actie kreeg kortgeleden een erelidmaatschap van de jongerentak van de BoerBurgerBeweging.) Het thuisadres van Hugo de Jonge werd op Facebook gedeeld, met een doodsbedreiging erbij.
Die incidenten staan dus niet op zichzelf: steeds vaker worden bewindspersonen en Kamerleden ernstig bedreigd, waarschuwt de politie. Geert Wilders heeft al jaren nauwelijks bewegingsvrijheid. Ook lokale politici, zoals gemeenteraadsleden, ervaren vaker en meer geweld.
Wie wil er straks nog politicus worden?
Het is geen ijdele vraag in de week dat Den Haag leegloopt. Nogal wat mensen kondigden hun vertrek aan: Wopke Hoekstra (CDA), Pieter Heerma (CDA), Sigrid Kaag (D66), Carola Schouten (ChristenUnie), Marnix van Rij (CDA), Rens Raemakers (D66), Liane den Haan, en ene Mark Rutte. (Renske Leijten (SP) gooide een week eerder de handdoek in de ring.)
Nieuw leiderschap is prima, maar wie volgt ze op? De verharding van het debat en de opkomst van bedreigingen belemmeren het pad naar fatsoenlijk bestuur.
Politici zoeken dan ook sneller een nieuw beroep: de gemiddelde zittingsduur van Tweede Kamerleden is in dertig jaar bijna gehalveerd. Bij de VVD, GroenLinks en de ChristenUnie vertrok meer dan de helft, nog voor de verkiezingen van 2021. Ondertussen zien steeds minder jongeren* een toekomst op het Binnenhof zitten.
Dit probleem krijgen we niet zomaar opgelost
Een luidruchtige minderheid verknalt het voor de rest. Wat kan de verstandige meerderheid doen?
In een ideale wereld nemen sociale media de sleutelrol op zich met strenger toezicht, maar ik verwacht weinig van Twitter en Facebook. De eigenaren zien geweld niet als probleem, maar als een spektakel: binnenkort gaan Elon Musk en Mark Zuckerberg elkaar te lijf in een kooigevecht. (Letterlijk.)
Bovendien is het reguleren van sociale media lastig – een verbod op anonimiteit raakt bijvoorbeeld ook klokkenluiders en onderzoeksjournalisten, die we juist nodig hebben in een gezonde democratie.
Het besluit om volksvertegenwoordig-er te worden, is een daad van heldhaftigheid
Er is geen quick fix. Maar het tragische verhaal achter Kaags vertrek is een goed moment om dit in onze oren te knopen: politici brengen krankzinnige offers en krijgen daarvoor minimale waardering. Het besluit om volksvertegenwoordiger te worden, is een daad van heldhaftigheid. Ze zijn het doelwit van haat omdat ze hun nek uitsteken voor jou en mij. Dát moet de basis zijn van het gesprek dat de redelijke meerderheid met elkaar over politiek voert.
‘Ik hou van je’, zei Mark Rutte plotseling tegen Jesse Klaver, nadat hij zijn afscheid aankondigde. Klaas Dijkhoff (oud-VVD) en Gert-Jan Segers (oud-CU) zijn onlangs samen een podcast begonnen waarin ze ‘de aloude kunst van het hoffelijk totaal met elkaar oneens zijn’ willen herintroduceren. Zo kan het ook: hard op de inhoud, zacht op de persoon.
Het alternatief is een negatieve spiraal: haat jaagt capabele politici weg, maar onbekwame bewindslieden zullen de haat alleen maar versterken.
‘Stel je voor dat ik mij op mijn 59ste, na dertig jaar carrière, zou laten wegschreeuwen’, vertelde* Sigrid Kaag in 2021 aan De Groene Amsterdammer, ‘hoe is het dan voor alle jongere vrouwen die na mij komen of er al zijn?’
In de eeuwenoude geschiedenis van de politiek heeft Nederland – als enige Noord-Europese land naast Ierland – nog nooit een vrouwelijke regeringsleider gehad. Nu zoekt een van onze meest prominente vrouwelijke bewindslieden haar toevlucht buiten de politiek. En niet vanwege incompetentie, maar vanwege angst. Laten we dat nooit normaal gaan vinden.