Dankzij jonge kiezers maakt Australië een ruk naar links. Kan dat ook in Nederland?
In Australië zijn sinds kort millennials en gen Z’ers in de meerderheid. Het gevolg: écht linkse politiek. En die is blijvend, want voor deze generaties gaat de oude wet ‘hoe ouder, hoe behoudender’ veel minder op. En: nog even en de progressieve golf bereikt ook Nederland.
Het is een veelgehoorde klacht van millennials en generatie Z, overal in de wereld: ondanks alle dwingende problemen faalt de politiek te vaak in haar oplossingen. Klimaatverandering, grote ongelijkheid tussen arm en rijk, immigratie, problemen op de arbeidsmarkt, een ouder wordende bevolking: de parlementaire democratie schijnt wel te wéten dat ze iets moet doen, maar gebeuren doet er weinig.
Dat is ook omdat de politiek niet gedwongen wordt: door de vergrijzing in veel landen zijn er meer oudere stemmers dan jongere. En zo staan de prioriteiten van jongeren veel minder hoog op het lijstje dan zij zouden willen.
Maar dat is aan het veranderen. En in Australië kun je dat al zien. Het is een van de weinige westerse landen waar millennials en gen Z’ers in de meerderheid zijn. Het resultaat: progressieve politiek. En die zou zomaar blijvend kunnen zijn, omdat voor deze nieuwe generaties de regel ‘hoe ouder, hoe conservatiever’ veel minder opgaat. Dat is een veelbelovende ontwikkeling. Voor Australië, maar op termijn ook voor Nederland.
Een politieke aardverschuiving
De afgelopen zestien jaar woonde ik in Australië, waar ik lesgaf aan de universiteit en boeken schreef over Australische geschiedenis. Australië is van origine een behoudend land, waar de bevolking weinig opheeft met de politiek. Mensen gaan naar de stembus omdat dat nou eenmaal zo hoort, niet omdat ze denken dat ze daarmee echt invloed hebben. Net zoals Nederland, eigenlijk. Op één uitzondering na: in Australië is stemmen verplicht. De meeste mensen doen dat dus, hoewel ongeveer 5 procent al dan niet met opzet een ongeldige stem uitbrengt.*
Maar sinds de verkiezingen van vorig jaar mei is er verandering gekomen in het stemgedrag van Australiërs. Na bijna tien jaar rechts bewind is links nu overal aan de macht, zowel nationaal als in de staten. En omdat wisselende coalities in Australië vrijwel niet voorkomen, betekent links ook echt alleen links: Labor, het equivalent van de PvdA. En Labor ziet de politiek tegenwoordig toch echt anders dan voorheen. Dat heeft te maken met wie hun kiezers zijn. Die zijn jonger, maar vooral ook: linkser.
Australische economen hebben het nu al over een 'seismic shift': een politieke aardverschuiving
Normaliter stemmen jonge mensen linkser dan oudere mensen. Dat is een glijdende schaal: hoe ouder mensen worden, hoe meer ze te beschermen hebben – huizen, auto’s, vakanties naar Bali, banen, macht – en hoe conservatiever ze gaan stemmen. Maar dat geldt veel minder voor millennials, van wie de eersten nu in de veertig zijn. Zij hebben vaak geen huis kunnen kopen, rijden nauwelijks auto* en hebben veelal onzeker werk. Ze willen ook andere dingen dan de voorgaande generaties. Geld en status zijn fijn, natuurlijk, maar levensgeluk en waarden zijn minstens zo belangrijk, blijkt uit allerlei Nederlands en internationaal onderzoek.
Daarnaast zijn millennials – die inmiddels in Australië maar ook in Nederland een grotere groep vormen dan de babyboomers – meer dan vorige generaties bezorgd over hun toekomst en die van hun kinderen. Tijdens de Australische verkiezingen in 2022 bleek dat te leiden tot links stemgedrag. Als de plannen voor het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd van 18 naar 16 jaar doorgaan, zal dat in Australië nog duidelijker worden. Australische economen hebben het nu al over een seismic shift: een politieke aardverschuiving. En ze denken ook dat het blijvend is, dit linksere stemgedrag.*
In Nederland hebben we dat omslagpunt nog niet bereikt. Maar ook hier zijn er meer jonge dan oude mensen. De categorie 0 tot 44 jaar beslaat 52,7 procent van de bevolking.* In Australië is dat 59,3 procent.* We lopen dus wat achter. We vergrijzen, maar we sterven ook. En de groep jongeren is best groot. Daarom is Australië zo interessant: het zou ons voorland kunnen zijn.
Ze zijn hoogopgeleid en maken zich grote zorgen over klimaatverandering
Millennials en gen Z’ers zijn vrijwel overal in de wereld fascinerende generaties. Om te beginnen zijn ze vaak veel beter opgeleid dan de oudere generaties. In Australië heeft 12 procent van de babyboomers een universitaire opleiding afgemaakt, tegen 25 procent van generatie X (geboren tussen 1965 en 1980) en 40 procent van de millennials. Voor gen Z is dit percentage nog hoger: 63 procent.* In Nederland is dat ook zo. In 1981 was 11 procent van de bevolking hoogopgeleid en 57 procent laagopgeleid. In 2021 was het percentage hoogopgeleiden verdriedubbeld naar 35 procent en het aantal laagopgeleiden meer dan gehalveerd: een kwart.*
Toch is dat niet vanzelfsprekend goed nieuws: was in het verleden een goede opleiding bijna een garantie voor een goed leven en sociaal kapitaal, tegenwoordig is dat veel minder zo. Niet alleen lopen de jongste generaties economisch achter, er is op korte termijn ook weinig uitzicht op beter.
En daarnaast is er de alomvattende dreiging van klimaatverandering. Bij het laatste grote bosbrandseizoen in Australië, in 2019-2020, kwamen drie miljard dieren om:* het voelt als twee voor twaalf en vooral gen Z neemt dat persoonlijk op. Recent onderzoek laat zien dat 70 procent van hen zichzelf activist noemt.* Ze voelen zich uitgesloten, gefrustreerd, bang en razend. En daar geven ze de oudere generaties de schuld van.
Waar in het verleden klasse en religie bepalend waren voor stemgedrag, is nu leeftijd doorslaggevend
Drie jaar geleden spande een groepje tieners een zaak aan tegen de Australische minister van Milieu. Zij deed, vonden de pubers, te weinig om jonge mensen te beschermen tegen klimaatschade. In eerste instantie was de rechter het met hen eens: de minister moest in hoger beroep om haar gelijk te halen. Dat ze vorig jaar, vlak voor de verkiezingen, kreeg.* Maar twee maanden later was ze haar baan kwijt. Haar aanklagers waren inmiddels stemgerechtigd geworden en schaarden zich bij de millennials en de oudere leden van gen Z om hun ongenoegen duidelijk te maken.
Ook voor Nederlandse gen Z’ers geldt dat klimaatverandering een van de grote zorgen is. Onderzoeker Roderik Rekker berekende dat als alleen deze generatie zou hebben gestemd bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen, progressieve partijen een ruime parlementaire meerderheid zouden hebben behaald.
Zij zijn het eens met de millennials dat eerdere generaties de wereld nogal beperkt zien. Ze zijn kosmopolitischer in hun houding, vinden globalisering vanzelfsprekend en verzuiling onzin, en staan positiever tegenover migratie en Europese eenheid dan ouderen. En ze willen dat er nú iets aan klimaatverandering gedaan wordt. Waar in het verleden klasse en religie bepalend waren voor stemgedrag, concludeert Rekker, is nu leeftijd doorslaggevend.*
Welzijn voor welvaart
De eerste consequentie van de politieke omslag in Australië was te zien toen de nieuwe minister van Financiën begin mei zijn begroting presenteerde.* Het conservatieve decennium was verspilde tijd geweest, zei Jim Chalmers van de Labor-partij. En dus was er nu dringend behoefte aan een change of mindset.* In plaats van economische groei ten koste van alles stelde hij een andere prioriteit voor: het welzijn van de bevolking. Zijn plan is om alleen te investeren in ‘organisaties en mensen van waarde voor de samenleving’, en hij wil ‘het sociale contract tussen mens en maatschappij’ herstellen.
Dat verandering in de leeftijdsopbouw electorale gevolgen heeft, is niet voor het eerst, ook niet in Australië. Toen het land in 1901 onafhankelijk werd van Groot-Brittannië, was de bevolking jong: 84 procent was jonger dan 45 jaar.* Dat leidde toen tot de invoering van het vrouwenkiesrecht in 1902 (vijftien jaar eerder dan in Nederland!) en een landelijk wettelijk minimumloon in 1907* (dat Nederland pas in 1969 invoerde).* Ook in 1972 was zo’n demografische shift politiek voelbaar: jonge en linkse babyboomers brachten Labors Gough Whitlam – zijn verkiezingsmotto: ‘It’s Time’ – aan de macht.
Whitlam haalde de Australische troepen uit Vietnam, introduceerde universele gezondheidszorg,* onderwijs en rechtsbijstand voor iedereen en gaf getrouwde vrouwen voor het eerst juridische handelingsbevoegdheid en zeggenschap over hun kinderen. Wat dat betreft was Whitlam te vergelijken met PvdA-premier Joop den Uyl, die in Nederland in 1973 een kabinet mocht vormen, met dank aan de babyboomers die wel oren hadden naar een ‘spreiding van kennis, macht en inkomen’. Ze kregen onder meer een onafhankelijk Suriname, een minimumjeugdloon en verplichte autogordels.
Whitlam verlaagde ook de stemgerechtigde leeftijd van 21 naar 18 jaar.* Want, zo was destijds het argument, als je oud genoeg bent om voor je land te sterven in de jungle van Vietnam, ben je ook oud genoeg om deel te nemen aan de democratie. Zo’n verandering staat nu mogelijk weer voor de deur. Zowel in Australië als het nabijgelegen Nieuw-Zeeland wordt serieus campagne gevoerd voor stemrecht voor 16- en 17-jarigen. Ook in Nederland stelde de Raad voor het Openbaar Bestuur al in 2019 voor om de stemgerechtigde leeftijd te verlagen. Maar net als in Australië wordt dat vooralsnog tegengehouden.* Gezien het feit dat jong doorgaans links stemt mag dat geen verrassing heten.
Een nogal progressief programma
In Australië zal de omslag waarschijnlijk net op tijd komen om eind van dit jaar de langverwachte ‘Voice’ via een referendum geaccepteerd te krijgen: een systeem dat de oorspronkelijke inwoners van het land, de First Nations, meer zeggenschap geeft. Daar is jaren over gesteggeld, maar nu hebben de millennials en gen Z’ers het electoraal voor het zeggen. Deze groepen zijn erg betrokken bij discussies over racisme en kolonialisme. Niet voor niets laat een recente opiniepeiling zien dat bijna 90 procent van de gen Z’ers en millennials (groot) voorstander is van meer inspraak voor de Australische First Nations.*
Natuurlijk is dat niet het enige dat op het progressieve programma staat. Topprioriteit in Australië is migratie. Niet minder, zoals de teneur nu vrijwel overal in westerse landen is, inclusief Nederland, maar méér. Want het is nodig. Migranten zijn vaak jong en doen het werk dat nu blijft liggen. Ze krijgen de kinderen die een gezonde maatschappij nodig heeft. En ze betalen meer belasting dan oude mensen die met pensioen zijn. Dus dit jaar alleen al worden er 400.000 mensen toegelaten – op een bevolking van ruim 25 miljoen. En volgend jaar zullen dat er minstens 260.000 zijn.*
Daarnaast gaat er veel meer geld naar het bestrijden van klimaatverandering, krijgen de armste mensen de meeste hulp om rond te komen, wordt gezondheidszorg goedkoper voor mensen met een smalle beurs en wordt kinderopvang veel minder duur. Mensen die in de ouderenzorg werken krijgen er 15 procent salaris bij* en er komt een nationale anticorruptiecommissie, die vooral politici en bureaucraten in de gaten moet gaan houden.*
Bibliotheken krijgen meer geld, vaping wordt verboden* en een woning huren wordt goedkoper voor mensen met weinig geld.* De overheid van de staat Victoria doet daar overigens nog een schepje bovenop: daar wordt kinderopvang helemaal gratis, er komen nieuwe scholen en ziekenhuizen, de houtkap wordt verboden en belastingen voor grote bedrijven en privéscholen gaan omhoog.*
Dat belooft wat voor het moment dat de demografische golf ook óns bereikt.