‘De Koude Oorlog is voorbij’, aldus een flitsende reclamefolder voor een nieuw, raadselachtig computerspel, een onwaarschijnlijk succes uit de jaren tachtig van achter het IJzeren Gordijn, waarna een uitdagend ‘bijna…’ volgde.

De folder was het geesteskind van Voorop stonden een tekening van het Kremlin met enkele geometrische figuren en een waarschuwing voor het ‘Sovjetgevaar’. Immers: ‘Net nu de spanningen tussen het Oosten en het Westen afnemen, raken de Sovjets de VS met een voltreffer.’

Die voltreffer was de cultgame Tetris, waarvan de naam in Cyrillische gele koeienletters – Тетрис – uitdagend op de felrode voorkant stond, met een Spectrum Holobyte, dat de game in de VS verkocht, zette alle clichés van de Koude Oorlog in – van Russische volksmuziek tot kosmonauten – om Tetris in het Reagantijdperk tot een succes te maken. Toen al liepen er in Silicon Valley figuren rond die munt sloegen uit de Koude Oorlog.

De ironie wil dat Gilman Louie, de directeur van Spectrum Holobyte die destijds de Koude Oorlog 1.0 gebruikte om Tetris te hypen, nu de Koude Oorlog 2.0 gebruikt om AI te hypen.

Louie speelt tegenwoordig een sleutelrol in wat in Washington opgewonden de ‘Koude Oorlog 2.0’ wordt genoemd: de strijd tussen China en de VS om sleutelsectoren van de wereldeconomie. Die strijd breidt zich uit naar het technologische en zelfs militaire front en draait niet langer om Tetris, maar om kunstmatige intelligentie, of AI.

Om in het AI-tijdperk dienst te kunnen doen, moet de oude Tetris-slogan een beetje worden opgepoetst. ‘De Koude Oorlog is voorbij. Bijna…’ klinkt gedateerd. Maar ‘De nieuwe Koude Oorlog staat voor de deur. Bijna…’ is een boodschap die velen in Noord-Amerika – van tech- en defensiebedrijven tot de haviken onder de denktanks – aantrekkelijk in de oren klinkt.

Waar eindigt de retoriek en begint de verandering?

Ja, het is allemaal retoriek, en toch zijn er enkele onmiskenbare ideologische veranderingen te bespeuren.

Uit een essay in hét favoriete medium van experts op het gebied van de Amerikaanse buitenlandse politiek, spreekt nieuw enthousiasme voor een krachtige staat die een impuls moet geven aan AI. Het essay, met voormalig Google-CEO Eric Schmidt als een van de auteurs, hekelt de eerdere fascinatie van ‘Washington’ voor globalisering. Ook het kortetermijndenken van de durfkapitaalsector krijgt ervan langs.

De auteurs steken daarentegen de loftrompet over ‘subsidies en door de overheid gedekte leningen en toegezegde aankopen’ als de juiste middelen waarmee diezelfde overheid haar langetermijndoelstellingen op techgebied kan halen.

Misschien zijn we wel getuige van een merkwaardig regime van ‘militair neoliberalisme’, waarin een steeds grotere overheid geld aan AI en clouddiensten uitgeeft en de aandeelhouders van techreuzen verrijkt. Geen wonder dat die zo graag een nieuwe Koude Oorlog willen ontketenen.

Hoe publiek en privaat door elkaar lopen als het om AI gaat

Voormalig Google-baas Eric Schmidt heeft zelfs  Schmidt, met een geschat vermogen van is een stabiele factor in politieke kringen in Washington sinds hij voor de presidentsverkiezingen van 2008

De initiatieven die Schmidt ontplooit om zijn Koude Oorlog aan de man te brengen zijn haast niet bij te houden. Tussen 2016 en 2020 was hij voorzitter van de adviesraad voor innovatie van het Pentagon, in welke rol hij wereldwijd Vervolgens maakte hij een razendsnelle overstap naar het voorzitterschap van de AI-commissie, en nu duikt hij weer op in een Er is ook nog Innovation Endeavors, zijn durfkapitaalfonds, dat start-ups financiert die zich specialiseren in militaire AI.

Terwijl Schmidt aan het hoofd stond van twee overheidsorganisaties – de adviesraad van het Pentagon en de AI-commissie – heeft hij met zijn zakenpartners Omdat de commissie heeft geadviseerd nog meer overheidsgeld in zulke start-ups te steken, kun je vraagtekens plaatsen bij Schmidts zendingsdrang.

Elizabeth Warren, de Democratische senator en stokebrand, heeft het Pentagon dan ook gevraagd om nadere details over Ze suggereert dat het ministerie van Defensie ‘er niet in slaagt het publieke belang te beschermen’ door Schmidt zo veel invloed te geven.

Dan is er ook nog Schmidt Futures, Schmidts filantropische stichting, die bij nader inzien een Die kwam recentelijk in het nieuws omdat ze onder wie ambtenaren op het gebied van AI-beleid en techregulering. Schmidt (en indirect Schmidt Futures) speelden zelfs een rol in de

De paniekzaaierij van Schmidt en Kissinger

Schmidts effectiefste publiciteitsstunt is dat hij de Amerikaanse oud-minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger voor zijn karretje heeft weten te spannen, die zoals bekend niet vies is van miljardairs. Misschien komt het door de invloed van Schmidt dat de 100-jarige Kissinger klinkt als iemand van 19 die zijn eerste LSD-trip beschrijft zodra hij over AI begint. ‘Ik denk dat technologiebedrijven de weg plaveien voor een nieuw stadium in het menselijk bewustzijn’, Volgens hem lijkt het op ‘wat er in de verlichting gebeurde, toen mensen van religie overstapten op rede’. Op grond van die logica is Eric Schmidt de nieuwe Voltaire.

Schmidt, Kissinger en hebben zelfs een Daarin waarschuwen ze dat oorlogsvoering via AI kan leiden tot ‘inherent destabiliserende’ situaties, vergelijkbaar met situaties ‘die door kernwapens worden veroorzaakt’.

Ze stellen vragen als: ‘Zullen terroristen AI-aanvallen uitvoeren? Zullen ze die (onterecht) toeschrijven aan een land of een andere partij?’ Ze geven alleen geen antwoord op die vragen. Soms is het alsof ze de lauwe prak van de onvermijdelijke ‘cyber-9/11’ opwarmen, een eerder alarmsignaal van defensiebedrijven die uit waren op publieke middelen.

Na al hun paniekzaaierij komen ze tot een logische conclusie. De wereld heeft behoefte aan een ‘concept voor de beheersing van AI-wapens’. Meer zeggen ze niet. Het boek blijft vaag over details: de auteurs kiezen voor open filosofische vragen in plaats van doorwrochte analyses.

Het pleidooi voor Offset-X berust op de aanname dat het Chinese Volksbevrijdingsleger het gemunt heeft op de netwerken van de VS

Schmidt maakt zo graag gebruik van wat er nog van Kissingers reputatie over is dat hij in 2021 zelfs een speciaal aan AI gewijde denktank oprichtte: het Die was geënt op een vergelijkbaar initiatief dat Kissinger eind jaren vijftig, op het hoogtepunt van de Koude Oorlog, in het leven riep. Destijds riep Kissinger allerminst op tot welke vorm van wapenbeheersing ook. Hem leek een beperkt nucleair conflict met de Sovjet-Unie en goed voor Amerika.

Ondanks alle speculaties over ‘beheersing van AI-wapens’ in het boek van Schmidt en Kissinger, wijzen de maatregelen die het SCSP voorstaat in tegenovergestelde richting. Eén maatregel springt eruit: een nieuwe zogeheten offset strategy, die het SCSP aan de man brengt

Het pleidooi voor Offset-X berust op de aanname dat het Chinese Volksbevrijdingsleger, mocht er een oorlog tussen China en de VS uitbreken, het gemunt heeft op de netwerken van de VS. De VS moeten daar dus op voorbereid zijn. Vandaar dat volgens een recent SCSP-rapport ‘de uitkomst van een mogelijke oorlog met het Volksbevrijdingsleger afhangt van de superioriteit en de veerkracht van sensoren, netwerken, software, interfaces, logistiek en – vooral – de systemen die dat alles

Dat klinkt niet bepaald als wapenbeheersing, toch?

Iedereen die ook maar een beetje vertrouwd is met de manier van denken van het Pentagon van het afgelopen decennium moet er waarschijnlijk van gapen. Het primaire lezerspubliek van SCSP-rapporten bestaat alleen niet uit militairen, maar uit een algemeen publiek. Dat moet ervan worden overtuigd dat het Pentagon meer geld voor AI moet uittrekken. En daarom moet het betoog worden opgehangen dat China niet alleen aan de winnende hand is in de AI-oorlog, maar dat het Amerikaanse militaire apparaat door zo’n overwinning zou worden verpletterd.

Die tweede aanname is pure sciencefiction. En de eerste? Is China wel aan de winnende hand?

Hoe de VS proberen China afhankelijk te houden

Te oordelen naar zijn onvermogen om met een alternatief voor ChatGPT te komen, heeft ‘Beijing’ de slag om AI nog lang niet gewonnen. De lancering van ERNIE Bot, de concurrent van ChatGPT, door het Chinese techbedrijf Baidu

Tot op zekere hoogte is de voorsprong van Silicon Valley op het gebied van zogeheten taalmodellen – de AI achter ChatGPT, die gebruikmaakt van deep learning – het gevolg van Amerika’s culturele suprematie. Een van de redenen waarom OpenAI, het bedrijf achter ChatGPT, een straatlengte voorligt op de concurrentie, is dat het model is die online in overvloed voorhanden is. Er is

Wie verder kijkt dan de beperkte, ChatGPT-achtige taalmodellen, ziet dat het Chinese streven naar technologie nog steeds groot is. Een recent rapport van een vooraanstaande Australische denktank laat zien dat China waaronder defensie, ruimtevaart, robotica, energie, milieu, biotechnologie, AI, nieuwe materialen en kwantumtechnologie.

Het probleem met de meeste van dat soort onderzoeken is dat ze bijna uitsluitend kijken naar indicatoren die verband houden met het betrekkelijke belang van academische instituten, het aantal publicaties en de status van afzonderlijke onderzoekers. Ook al geven zulke indicatoren een indicatie van de dominantie op een bepaald terrein, al dat onderzoek zegt niets over het vermogen van een land om de resultaten ervan te implementeren.

Juist op dat punt werpen de pogingen van de VS om de Chinese opmars te stuiten hun vruchten af. Van manieren om de tot beleid dat moet voorkomen dat Beijing zelfvoorzienend wordt als het gaat om de

Het beleid van de regering-Biden tegen de Chinese technologische opmars – langzame, maar winstgevende verwurging – weerspiegelt de gespannen relatie tussen de beide kampen. De regering haalt de strop rond de nek van Beijing aan door bondgenoten als Nederland, Zuid-Korea en Japan ertoe te bewegen Zoals gewoonlijk bedient ze zich ook van wettelijk instrumentarium uit de tijd van de Koude Oorlog – zoals de zogeheten – om buitenlandse bedrijven exportbeperkingen op te leggen als er Amerikaanse technologie in hun producten zit.

Dat wil niet zeggen dat Chinese bedrijven volledig zijn verstoken van Amerikaanse hardware waarmee ze hun doel van zelfvoorziening op AI-gebied nastreven. In plaats van computerchips te kopen, moeten ze die nu huren, soms tegen exorbitante prijzen, waardoor sommige Amerikaanse techreuzen profiteren van de strafcampagne die hun regering tegen China voert.

De techindustrie en defensiebedrijven zitten wat dat betreft niet altijd op één lijn. Veel Amerikaanse techbedrijven willen de Chinese consumentenmarkt niet kwijt, puur vanwege de omvang. En ze willen al helemaal geen uitgebreide Koude Oorlog 2.0, die hun afzet in China nadelig zou kunnen beïnvloeden.

Het idee is de ontwikkeling van AI peperduur te maken – maar niet zo duur dat het onmogelijk wordt – zodat er valt te verdienen aan het Chinese streven naar autonomie. En omdat het beleid van Biden ook nog eens het tempo vertraagt waarin Beijing dat doel kan bereiken, winnen de VS tijd om hun eigen problemen op AI-gebied op te lossen.

Vandaar dat een ander recent artikel in Foreign Affairs – uiteraard van iemand uit de kringen rond Eric Schmidt – stelt dat ‘Amerikaanse beleidsmakers nauw met bondgenoten moeten samenwerken om de ‘Om ervoor te zorgen dat Washington de bovenliggende partij blijft zolang de AI-revolutie zich voltrekt’, is het nodig dat ‘China afhankelijk blijft van buitenlandse chips’.

De Amerikaanse regering is niet de enige die China voor de voeten loopt. Onlangs kondigde het America’s Frontier Fund (AFF), een non-profitorganisatie met als doel de VS te helpen bijvoorbeeld aan dat het in een gezamenlijk militair initiatief dat erop is gericht China aan banden te leggen.

De meeste van zulke initiatieven vinden plaats onder het mom van bevordering van democratie en wereldvrede, zelfs al worden er defensie-uitgaven voor opgekrikt en worden techbedrijven en hun aandeelhouders er alleen maar rijker van.

Europa blijft volledig buiten zulke initiatieven, om de voor de hand liggende reden dat het in militaire aangelegenheden de VS volgt. Te oordelen naar toespraken van vooraanstaande leden van de Europese Commissie, vinden die de retoriek uit Washington over de Koude Oorlog 2.0

In 2014 schreef politicoloog Linda Weiss dat het Pentagon niet langer garant stond voor baanbrekende innovaties, omdat het Amerika ontbrak aan een vijand zoals het die in de Koude Oorlog had. Ze vroeg zich zelfs af ‘waarom China zich nog niet heeft ontpopt tot een

Het bleek slechts een kwestie van tijd. Destijds beweerde Weiss dat de VS, als ze hun technologische voorsprong wilden behouden, de belangen van Wall Street opzij moesten schuiven en zich moesten richten op de wederopbouw van de industrie. Een deel van de industrie is inderdaad terug, maar niemand weet of de VS zichzelf

Verrassend genoeg heeft niet de ondergang van Wall Street, maar de opkomst van Silicon Valley, dat zo graag munt wil slaan uit de AI-hype, de VS wakker geschud en van China de strategische vijand gemaakt die de Sovjet-Unie ooit was.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het Engels in Le Monde Diplomatique. Vertaling: Nico Groen.

Meer lezen?