Deze boeken leren je de magie in de wereld weer te zien (ook met beide benen op de grond)

Bregje Hofstede
Correspondent Nieuwe goden

Wetenschap en magie zijn elkaars tegenpolen, is vaak de gedachte. Deze drie boeken bewijzen het tegendeel, en maken je wereld in één klap betoverend.

Herinner je je nog hoe je als kind moest vertrouwen op een ruwe gok, een half begrip, en het vanzelf sprak dat de wereld zich ver voorbij je voorstellingsvermogen uitstrekte?

Je voelde, in dat te hoge keukenkastje waar je net niet in kon kijken, wel de oppervlakte van de dingen, maar niet hun gewicht of hun volledige vorm. Je moest wel vertrouwen op de conclusie die je trok op basis van een lichte aanraking.

Van de meeste dingen, wist je, was er méér dan je tot dusver had gezien. En als je eenmaal meende dat je iets begrepen had, bleek het weliswaar één koe, twee koeien, maar niet één vark, twee varken.

Kinderen vullen het gat in hun begrip vaak op met ‘magisch denken’. Psychologen gebruiken die term voor een Magisch denken houdt in dat je gelooft in onbegrijpelijke verbanden; je denkt dat bepaalde handelingen, gedachten of wensen invloed hebben op de wereld om je heen, ook al heb je daar geen logische verklaring voor.

Onder volwassenen geldt ‘magisch denken’ zelden als compliment; het wordt gezien als archaïsch en antiwetenschappelijk. Maar eigenlijk is het geloof in onbegrepen verbanden en onzichtbare werkelijkheden niet zo naïef. Sterker nog, scepsis over de volledigheid van onze kennis en waarneming, en openheid tegenover het idee dat er méér kan zijn, zijn wetenschappelijk bij uitstek.

De volgende drie leestips bieden er een oefening in.

1. De magische wereld van kwantummechanica

Om te beginnen het boekje van de Italiaanse natuurkundige Carlo Rovelli: een prachtig geschreven introductie tot zijn vakgebied, de kwantummechanica.

noemt Rovelli die wereld zelf. En inderdaad: Harry Potter is er niks bij. Tijd bestaat niet; elektronen zijn er alleen op het moment dat ze met elkaar interacteren; zwarte gaten zijn een portaal naar de verre toekomst… en magisch denken bestaat. Tenminste: acties en intenties

Het klinkt een beetje magisch, maar het werkt

Ik zal niet proberen om dat hier uit te leggen, maar lees het boek en je voelt je brein tegen je schedelwand duwen – zo veel nieuws moet erin.

‘Het klinkt een beetje magisch’, schrijft Rovelli verontschuldigend, ‘maar het werkt.’

Rovelli is een gelauwerd wetenschapper én een goede schrijver. Zijn schrijven maakt de wereld een spannende, grotendeels onbegrijpelijke plek, en je proeft zijn verwondering. ‘Hier, op de rand van wat we weten, in contact met de oceaan van het onbekende,

2. Hoe dieren de wereld waarnemen

Dat geldt ook voor de boeken van de Brits-Amerikaanse wetenschapsjournalist Ed Yong.

Hij werd bekend met een vuistdikke bestseller De microben in ons, waarin hij aanstekelijk vertelt over de allerkleinste organismen die ons, zogenaamde individuen, op de been houden. Recenter schreef hij over de manieren waarop andere dieren de wereld waarnemen.

Wat als elke vogel die je ziet vliegen een immense wereld waarneemt, wonderlijker dan jij voor mogelijk houdt, en waar jouw zintuigen je geen toegang toe geven?

Yong probeert die toegang wél te bieden. Hij vertelt over elektrische velden (nuttig voor sommige vissen) en magnetisme (zoals bijen waarnemen); over een ordinaire vlieg die met zijn voetjes al kan proeven van de appel waar hij op landt; over zeeleeuwen die met hun snorharen aan de draaikolken in het water afleiden dat daar even geleden een vis is gepasseerd (en die dus effectief het verleden kunnen voelen); over de moeilijk voorstelbare explosie van kleur en kleursamenstellingen die je zou zien als je ultraviolet zou waarnemen, en nog veel meer.

Ieder dier kan maar een klein deel van de volledige rijkdom van de realiteit waarnemen, schrijft Yong, eigenlijk alleen die delen die noodzakelijk zijn om te overleven. Zoals een teek gevoelig is voor lichaamswarmte en voor de geur van boterzuur die opstijgt van je huid, maar geen enkele boodschap heeft aan kleur of klank, zo nemen wij mensen ook alleen waar wat nodig is voor ons overleven. Wat we zien, horen en ruiken is een sterk gefilterde versie van alles wat we zouden kunnen waarnemen. Het is alsof we in een afgesloten cockpit door de wereld reizen: op een paar displaytjes na zijn we helemaal doof en blind.

Gelukkig is de mens in staat geweest om een paar extra displays toe te voegen. Röntgen, radiogolven, echoapparatuur, microscopen, vibrometers en hogesnelheidscamera’s zijn allemaal manieren waarop we onze waarneming van de wereld uitbreiden. Dingen die we niet met onze eigen zintuigen kunnen zien, en die dus iets toverachtigs hebben. Er is meer dan je waarneemt, meer dan je weet.

3. Lessen van een medicijnvrouw

Wetenschappers maar als het op echte magie aankomt, bekoelt het enthousiasme.

Hoe drastisch de veroordeling van ‘magie’ is, toont mijn laatste leestip: de memoires van de Amerikaans-Colombiaanse schrijver Ingrid Rojas Contreras. Haar moeder was haar opa curandero: magiërs, medicijnmensen, genezers, geestenbezweerders. Kortom, mensen die

Dit klinkt wellicht als een ver-van-je-bedshow, en dat geldt ook voor mij. Bij ons thuis heersten Darwin en de dood; van magie of religie was geen sprake. Maar het bijzondere aan Contreras’ boek is dat ze de vertaalslag weet te maken tussen de westerse manier van denken en die van haar familie, die niet minder intelligent is,

Het is symbolisch, maar het beïnvloedt de werkelijkheid

Zo vertelt ze hoe haar moeder een jonge vrouw over de vloer krijgt die allerlei klachten heeft. Als de curandera haar cliënt vertelt dat die zich beter zal voelen als ze haar recente ruzie met haar vader heeft bijgelegd, stormt de vrouw beledigd weg.

Wanneer ze later met dezelfde klachten terugkomt, pakt de curandera het anders aan: ze vertelt de vrouw dat haar vader, de laatste keer dat hij haar bezocht, in een van haar potplanten heeft geknepen, en dat ze last heeft van de vloek die er nu op die plant rust. Samen gaan de twee vrouwen naar de rivier, waar ze de plant plechtig wassen, en intussen kneedt de curandera de jonge vrouw naar hetzelfde resultaat: vergiffenis van haar vader.

De ‘magie’ van de curandera is hier een omweg om dat wat je niet kunt zien of aanraken (zoals een emotie) toch te bereiken. Het is een verhaal én het is echt. Het is symbolisch, maar het beïnvloedt de werkelijkheid.

The Man Who Could Move Clouds is, behalve een familiekroniek, ook een relaas over de manier waarop de westerse kolonisten inheemse kennis en gebruiken hebben uitgeroeid en verdacht hebben gemaakt. De bestempelde dit soort praktijken als toverij.

Dezelfde brandstapels die in Europa hadden gebrand, werden Dat was zo effectief dat er nog altijd een zwaar stigma rust op het werk van de curandera: een deel van Contreras’ familie wil niets met haar magische moeder te maken hebben.

Daarmee illustreert Contreras’ boek ook onze westerse reflex om alles wat riekt naar magie of het bovennatuurlijke We zitten al eeuwen vast in een onbuigzaam soort materialisme dat onze blik op de wereld, en onze middelen om er een weg in te vinden,

Het klinkt magisch, maar het werkt

Ik zou nog tientallen titels kunnen toevoegen die de bandbreedte van je wereldwaarneming vergroten.

Die van de computerwetenschapper Bernardo Kastrup bijvoorbeeld, die op basis van recente inzichten uit de kwantumwetenschap betoogt dat de realiteit enkel uit geestelijke processen bestaat, waar onze materiële werkelijkheid Of de poëzie van Of de die zeven jaar tussen de reeën leefde en de wereld met hun ogen ging zien.

Of je springt gewoon meteen naar de stichtelijke uitsmijter: wees bereid om te geloven dat jouw eigen beperkingen – de beperking van je waarneming, je wereldbeeld, of je begrip – geen universele grenzen zijn. Dat scheelt een hoop in je oordeel over anderen, en het maakt de wereld in één klap betoverend.

Het klinkt magisch, maar het werkt.