Wat was de afgelopen twintig jaar de meest ingrijpende verandering in ons dagelijks leven?
Het heeft de vorm van een creditcard, de grootte van een paspoort, en licht op als een glimworm. Niets heeft onze ontmoetingen, slaapritme, liefdesleven, winkelgewoontes, nieuwsconsumptie, schoollessen, vakanties, reizen, dinertjes en zelfs onze wc-bezoekjes zó veranderd als de smartphone.
Sinds het stenen tijdperk was menselijk contact voornamelijk een kwestie van fysieke onderonsjes. Maar de smartphonerevolutie heeft deze eeuwenoude gewoonte als een bulldozer aan de kant geschoven. We zitten midden in een gigantisch sociaal experiment, waarin tieners op dit moment de belangrijkste proefkonijnen zijn – dit is de meest beïnvloedbare doelgroep, en de allereerste groep ooit die opgroeit met de smartphone.
En tegelijkertijd zien we dat westerse tieners in een grote mentalegezondheidscrisis verkeren. Ze spreken minder met elkaar af, vertonen meer gedragsproblemen en zijn vaker depressief. De meest waarschijnlijke boosdoener? Juist, de smartphone.
Kortgeleden vierde de iPhone zijn 16de verjaardag. Nu de smartphone zijn puberteit heeft afgeschud, is het een goed moment om zijn invloed op het welzijn van kinderen te beoordelen. Het bewijs is overweldigend: smartphones en sociale media vormen een groot gevaar voor de mentale gezondheid van tieners. Het is tijd om in te grijpen.
Vaker telefoonverslaafd, vaker ongelukkig
Nederlandse kinderen brengen meer tijd door op hun scherm dan ooit tevoren. Scholieren zitten gemiddeld vijf uur (!) per dag op hun smartphone. Ruim de helft van de kinderen tussen de 9 en 13 jaar vindt zichzelf telefoonverslaafd.
Sociale media beloofden ons de wereld te verbinden – tegelijkertijd zijn jongeren in het tijdperk van TikTok, Instagram en Facebook ongelukkiger, onzekerder en eenzamer dan voorheen.
‘Ongekende daling mentale gezondheid meisjes’, ‘Crisis in de jeugdzorg’, ‘Steeds meer jongeren maken einde aan hun leven’ – zomaar een paar koppen boven nieuwsberichten van het afgelopen jaar. De mentalegezondheidscrisis in Nederland is meer dan een bijeenraapsel van incidenten – het is een trend.
Nederlandse kinderen zijn een stuk minder tevreden met hun leven sinds de smartphone zijn intrede deed, zo bleek laatst uit het grootschalige onderzoek Health Behaviour in School-aged Children.
Tussen 2005 en 2009 nam het percentage kinderen met gedragsproblemen of problemen met leeftijdsgenoten af. Daarna is het plotseling omhooggeschoten. Het percentage tieners met emotionele problemen is bijna verdubbeld tussen 2009 en 2021.
Vooral bij meisjes is deze trend schrijnend. In 2009 rapporteerde 21,4 procent van de meisjes dit soort problemen; inmiddels gaat het om een ontstellende 43 procent. Een kwart heeft last van symptomen die je ziet bij internaliserende stoornissen.
Ook in andere landen was er een merkwaardig omslagpunt, zo rond 2010, toen de smartphone en sociale media hun opmars maakten. Hoewel de pandemie de problemen heeft verergerd, was de trend daarvóór al in volle gang.
Psycholoog Jean Twenge, een vooraanstaand expert op dit gebied, onderzocht de Amerikanen en de Britten. Waar zij ook kijkt, overal ziet ze waarschuwingssignalen: depressie, het gevoel dat mensen je niet mogen, het gevoel dat je een mislukkeling bent, en ga zo maar door.
Maar de trend is nog breder. Het grote internationale PISA-onderzoek bestudeerde gevoelens van eenzaamheid bij 15- en 16-jarigen in 37 landen tussen 2012 en 2018. In 36 (!) van die landen voelden tieners zich steeds vaker eenzaam. Het risico op zelfverwonding bij Britse tieners die dagelijks meer dan vijf uur doorbrengen op sociale media, is tot wel drie keer zo groot in vergelijking met leeftijdsgenoten die minder naar hun scherm turen.
Kunnen we de smartphone echt de schuld geven?
Nu kun je zeggen: heel vervelend allemaal, maar correlatie is niet hetzelfde als causaliteit. Het zal best dat mentale gezondheidsproblemen onder kinderen zijn toegenomen sinds ze zijn vastgelijmd aan hun mobieltjes, maar dat betekent nog niet dat het een het ander veroorzaakt.
En toch zijn smartphones en sociale media de hoofdverdachten voor de mentalegezondheidscrisis van kinderen. Allereerst zijn er duidelijke en goed onderbouwde aanwijzingen dat al die uren op smartphones tot eenzaamheid en ongelukkigheid kunnen leiden. Maar er is meer dan theorie. Terwijl de iPhone volwassen werd, hebben onderzoekers ook de kans gehad om een aantal randomized controlled trials te doen – de gouden standaard van de wetenschap – en zo daadwerkelijk een causaal verband te vinden.
Amerikaanse en Italiaanse onderzoekers voerden een experiment uit waarbij willekeurige deelnemers hun Facebook-account vier weken moesten deactiveren, terwijl een andere groep haar gebruik voortzette. (In totaal waren er 2.743 deelnemers.) Je kunt wel raden wie zich aan het eind van de maand beter voelde.
Nu is Facebook niet meer zo in trek onder tieners, maar een recenter experiment uit 2022 toonde aan dat zelfs één week zonder sociale media (waaronder TikTok, Instagram, Twitter en Facebook) leidde tot significant gelukkigere deelnemers, met minder symptomen van angst en depressie. Eén week! En de stapel randomized controlled trials groeit.
Weten we 100 procent zeker dat smartphones onze kinderen ongelukkig maken? Nee, en dat kan nog wel decennialang duren. Een aantal grote onderzoeken vindt geen harde resultaten, maar een bag of mixed findings – het bewijs is soms tegenstrijdig of onbeslist. Het staat nog ter discussie. Maar willen we echt wachten totdat het verband met wiskundige precisie is vastgelegd? We staan wat mij betreft op een punt waarbij de risico’s zo duidelijk zijn dat we actie moeten ondernemen.
Er kunnen weliswaar meerdere oorzaken zijn voor de mentale-gezondheidscrisis onder jongeren: een overvloed aan negatief nieuws, zorgen over klimaatverandering, prestatiedruk op school, scheidingen van ouders... Maar waarschijnlijk heeft geen enkele factor hun leven zo drastisch veranderd als schermtijd. Bovendien betekent het bestaan van andere factoren niet dat smartphones en sociale media niet doorslaggevend kunnen zijn. Veel van de angsten en zorgen van jongeren worden versterkt door smartphonegebruik.
Is het aannemelijk dat de zorgen over de klimaatverandering bijvoorbeeld de échte oorzaak zijn van de mentalegezondheidscrisis van jongeren? Mwah, misschien bij de lezers van De Correspondent, maar voor de meesten niet. Hoe jammer ook, het valt enorm mee hoeveel Nederlanders zich echt druk maken over klimaatverandering. Zelfs in de jongste kiezersgroep: slechts 34 procent vindt dit het belangrijkste thema dat aangepakt moet worden in Nederland, ten opzichte van 62 procent over de wooncrisis.
Bovendien komen al die crises harder binnen nu we ons nieuws online consumeren, vaak via alarmerende pushberichten. Sociale media maken het mogelijk om eindeloos door negatief nieuws te scrollen (doomscrollen).
‘Negativiteit is de drijvende kracht achter online nieuwsconsumptie’, staat boven een nieuw onderzoek in het gelauwerde wetenschappelijke tijdschrift Nature Human Behaviour. Elk negatief woord in een kop verhoogt de doorklikratio van een artikel met meer dan 2 procent. De aanwezigheid van positieve woorden in een nieuwskop vermindert juist de kans dat erop geklikt wordt. Kortom: smartphones en sociale media versterken de indruk dat de wereld naar de knoppen gaat.
Tijd om zelf in actie te komen
Als je alle feiten op een rij zet, is het amper te geloven dat ouders nog niet hebben ingegrepen, en dat we onze kroost op steeds jongere leeftijd een smartphone in de handen duwen. Iedereen wil het beste voor hun kind, of niet dan?
Maar de verklaring is doodeenvoudig: zelfs ouders die liever in een wereld leven waarin niet één scholier een smartphone heeft, zien zichzelf vaak gedwongen om toch zo’n apparaat aan te schaffen. Want veel klasgenoten van hun kind hebben al wel zo’n toestel in bezit, en niemand wil dat zijn kind de enige is die erbuiten valt. Scholen zitten ook met de handen in het haar. Zelfs als ze de gevaren zien, willen ze liever niet de enige suffe school zijn met een algeheel verbod.
Het is een ouderwets gevangenisdilemma, waarin partijen (ouders en scholen) slechter af zijn, ondanks dat ze individueel rationeel handelen. We kunnen niet van ouders of scholen verwachten dat ze dit zelf wel even gaan oplossen. Daarom moet de overheid ingrijpen, en wel met drie maatregelen.
1. Zet een leeftijdsslot op grote sociale netwerken
Recent hoorde ik een verstandig voorstel van Alexander Klöpping, de oprichter van digitale krantenkiosk Blendle en technologienerd des vaderlands. Hij zegt in zijn podcast POM: zet een leeftijdsslot tot 16 jaar op TikTok, de app die telefoonverslaving tot een heel nieuw niveau heeft getild met haar algoritme.
Wat mij betreft doen we hetzelfde voor andere grote sociale netwerken, zoals Instagram en Snapchat. Bij al deze sociale media is er vooral sprake van een gemis voor het individu wanneer de rest wél doorgaat. Alleen dan val je buiten de boot. Haal je deze platforms weg voor een hele groep, dan gaan ze gewoon iets anders doen met hun tijd.
De reden is het best verwoord door hoogleraar psychologie Mitch Prinstein. Volgens hem zijn de platforms op geen enkele zichtbare manier anders ontworpen voor 8-jarigen dan voor 80-jarige gebruikers. ‘Er is in de ontwikkeling geen rekening gehouden met of afgestemd op de unieke kwetsbaarheden of behoeften van jongeren’, aldus de wetenschappelijk directeur van de American Psychological Association (APA). ‘Het is als een auto die geen veiligheidsgordels heeft.’
Hoe ziet zo’n leeftijdsslot er dan uit? Het moet haalbaar zijn om het DigiD (met daarin onze leeftijd) als extra toegangspoort te gebruiken voor bepaalde sociale media. Eerst inloggen met je DigiD, dan haalt deze virtuele poort enkel je leeftijd uit je account, en op basis daarvan wordt besloten of je toegang krijgt tot de app of website. Gezien het ICT-verleden van onze overheid zal het wel even duren voordat zo’n systeem op poten staat, maar je kan er niet vroeg genoeg mee beginnen.
Het snellere alternatief: Nederland kan sociale netwerken verplichten om zelf een grondige leeftijdstest uit te voeren, bijvoorbeeld met een foto van een identiteitsbewijs of paspoort. Daarbij moet er natuurlijk wel een strikt privacybeleid aanwezig zijn. Dit is makkelijker geregeld door de Europese Unie, want dan kunnen sociale netwerken niet dreigen weg te gaan vanwege wetgeving. Mocht een netwerk niet in staat zijn om een tijdige verificatieprocedure in te voeren, dan kun je torenhoge boetes uitdelen.
2. Verban de telefoon van scholen
Smartphones vormen een onomstotelijk risico voor de mentale gezondheid van onze tieners (en nog jongere kinderen), die het grootste deel van hun tijd in de schoolbanken doorbrengen. Daar zit de allermakkelijkste knop voor beleidsmakers: verbied smartphones op alle basis- en middelbare scholen. Ga je naar school, dan blijft je smartphone thuis. Wanneer scholieren ze toch meenemen, kan de school ze voor een week in beslag nemen.
Ironisch genoeg sturen de techgoden in Silicon Valley hun kinderen vaak naar scholen waar smartphones taboe zijn. Bill Gates en Steve Jobs lieten hun kroost nauwelijks met de producten spelen die ze zelf hadden ontworpen. Zij waren zich namelijk maar al te bewust van de gevaren.
In 2015 besloten twee Spaanse regio’s smartphones te verbieden op scholen. Dit bood een perfecte kans voor onderzoekers om de ontwikkeling van pestgedrag en toetsresultaten te vergelijken met andere scholen. Wat bleek: er was een merkbare afname in pestgedrag in beide regio’s, en juist een positief effect op toetsresultaten in exacte vakken als wiskunde.
Zes Deense scholen voerden een verbod in op mobieltjes in de pauze voor 10- tot 14-jarige kinderen. Onderzoekers kwamen erachter dat dit verbod ervoor zorgde dat kinderen meer gingen bewegen in de pauze. En het verband tussen fysieke en mentale gezondheid is welbekend, ook bij kinderen en jongvolwassenen.
In Engeland vergeleken twee onderzoekers scholen met verschillende regels voor telefoons in vier steden. Zij kwamen erachter dat het uitbannen van mobieltjes vooral de slechtst presterende scholieren helpt. Het hielp scholieren dus niet alleen om hun aandacht erbij te houden, maar ook nog eens om onderwijsongelijkheid tegen te gaan.
Helaas heeft René Peters (CDA), het Tweede Kamerlid dat een verbod bepleitte (en daarvoor werd weggehoond), net als vele anderen, inmiddels zijn afscheid van de politiek aangekondigd. Maar ik ben optimistisch dat een andere volksvertegenwoordiger dit stokje overneemt.
3. Subsidieer uitgebreide onderzoeken naar smartphones en sociale media in Nederland
Het is haast niet te geloven dat er in Nederland (of andere landen) zo goed als geen objectieve tijdreeksen te vinden zijn over schermgebruik per leeftijd. We hebben geen flauw idee hoe snel de schermverslaving van tieners toeneemt, en daardoor kunnen we ook niet tijdig maatregelen treffen.
Dit is extra opmerkelijk omdat smartphones zelf de schermtijd van gebruikers registreren. De Nederlandse overheid kan een steekproef nemen onder scholieren om inzichtelijk te maken over hoeveel uur we het precies hebben, om welke apps het gaat, en hoe dit zich ontwikkelt door de jaren heen. Dit is echt het laagsthangende fruit: als we een beter overzicht hebben van schermtijd, kunnen we beter geïnformeerde keuzes maken en snel handelen.
Terwijl de jeugdzorg kraakt onder de druk, is het beter om de hoofdverdachte van dat probleem eens goed onder de loep te nemen, dan om ouders te vertellen dat ze hun kind niet naar de psycholoog moeten sturen, zoals de staatssecretaris onlangs deed.
Een gouwe ouwe: het kinderslot
Wil je niet wachten op beslissingen uit Den Haag, dan is er een stevig hulpmiddel dat je zelf in de hand hebt: het goede oude kinderslot. De smartphones van tegenwoordig (ja, zowel iPhones als Androids) geven je de mogelijkheid om bikkelharde grenzen te stellen aan de schermtijd met een wachtwoord, en dat geldt zelfs voor specifieke apps.
Dat is een no-brainer, en ik zou zelfs nog een stap verder gaan: stel het niet alleen in voor je kind, maar laat hem of haar ook een wachtwoord voor jou bedenken. Ik heb al jaren een kinderslot, en het is zonder twijfel een van de verstandigste beslissingen die ik de laatste jaren heb genomen.
De meesten onder ons zijn nou eenmaal niet gezegend met een overschot aan zelfbeheersing. En zelfs met een flinke dosis discipline is het geen gewonnen strijd – in je eentje sta je tegenover een leger van honderdduizenden briljante koppen bij die techbedrijven, die allemaal uit zijn op jouw aandacht. ‘The best minds of my generation are thinking about how to make people click ads’, zei een oud-medewerker van Facebook ooit. Tegenwoordig zou je ‘ads’ net zo goed kunnen vervangen door ‘apps’.
Het is de hoogste tijd dat de overheid, scholen en ouders gezamenlijk aan de noodrem trekken. Geef kinderen hun jeugd terug.
Heb je suïcidale gedachten, of is er iemand in je omgeving om wie je je zorgen maakt? Wend je tot 113 Zelfmoordpreventie.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!
Je bent niet ingelogd. Log in om andere verhalen te lezen, verhalen op te slaan, bijdragen te lezen en plaatsen, correspondenten te volgen en meer.