Vijf redenen om van wespen te houden 💛🖤 (in plaats van ze dood te slaan met je slipper)
De ene nazomer barst het van de wespen, de andere zie je ze amper. Toch is dat laatste niet per se goed nieuws. Weinig insecten krijgen zo veel haat, terwijl de wesp – in weerwil van haar imago – een wonder van nuttig vernuft is.
Iedereen haat wespen. Al zijn insectenhotels nog nooit zo populair geweest, elk terras doet aan wespocide. Zélfs op de Floriade – waar je struikelde over de hotels, bloemperkjes en andere pro-insectvaria – hingen wespenvallen.
Er hoeft ook maar een wesp in de buurt te komen of mensen worden helemaal gek. Lees je over wespen in de media, dan is dat vooral in termen van ‘terror’, ‘horror’, ‘bedreiging’, ‘agressief’, ‘aanval’ et cetera. Dit antiwespsentiment is millennia oud. In zeker drie Bijbelboeken stuurt God een wespenplaag op ons af. En voor de christelijke jaartelling was het Aristoteles die ze niks vond. Wespen waren niet buitengewoon en goddelijk, zoals bijen.
Wespenhaat sloop zelfs in onze taal. Iets waar je verre van moet blijven, heet een wespennest, iemand die woedend opveert, reageert als door een wesp gestoken. En als je vroeger een ander typeerde als ‘wesp’ – zoals dat nu nog gaat met ‘kwal’ – zei je eigenlijk: nietsnut, loser.*
Nou. Hoe onterecht!
Zeker, wespen steken, en héél soms wordt dat iemand fataal, maar hetzelfde is te zeggen van bijen – ook kleine zwart-gele prikbeestjes – en bijen baden in sympathie. Dus waarom haten we wespen en houden we van bijen?Â
Toen drie wespbiologen dat eens serieus bekeken, bleek het publiek wespen te zien als ‘satanisch’ en ‘achterbaks’. Maar vóóral werd duidelijk hoe weinig mensen van wespen weten.*
Slechte pr én een gebrek aan kennis staan dus tussen ons en de wesp in. Daarom hier vijf redenen om van wespen te houden.
Want wie verdrinken we toch elke zomer weer in roze neplimonade?Â
1. Niks zo divers en sociaal als de wesp
De wesp – en niet de kever (!) – is de meest diverse diertak op aarde, met meer dan 100.000 bekende wespsoorten en naar schatting nog heel veel meer onontdekte varianten. Lang niet al die soorten steken, en een nog groter deel mijdt mensen. Alleen de ‘limonadewespen’ komen in onze buurt. In Nederland zijn dat maar twee van de ruim vierhonderd soorten die hier voorkomen.
Limonadewespen die zich wagen aan terrasjes en barbecues moet je maar zien als uitgehongerde crècheleidsters. Volwassen werkwespen zijn allemaal vrouw en allemaal vegetariër. Vanaf de lente vangen ze continu insecten om te voeren aan hun carnivore larven, die in ruil daarvoor een soort zoete meuk uitpoepen die de wesp dan weer eet.
Maar als de larven volgroeid zijn, verdwijnt ook hun zoete poep. De crèchewesp raakt ondervoed – meestal ergens in augustus – en moet dan zelf op zoek naar zoet spul. Gelukkig eet de mens rond deze tijd vaak buiten.
Limonadewespen zijn onderdeel van volkjes van ongeveer duizend individuen, met een nest van houtpulp als basis. Daar huizen alle larven plus de eitjes leggende koningin. Tegen de herfst gaan alle wespen dood. Alleen de jonge koninginnen uit het nest overwinteren, om in het voorjaar in hun eentje weer een geheel nieuw vrouwvolk op poten te zetten. Â
Deze socialiteit is moeilijk te evolueren. Slechts 1.500 soorten wespen van de honderdduizenden die er zijn, leven in dit type gemeenschappen. De meeste wespensoorten leven solitair.Â
Toch is de wesp hét sociale insect bij uitstek. Wat het extra vreemd maakt dat de wesp niet net zo geroemd wordt om haar complexe communes als mier en bij. Ook wespen bouwen extravagante nesten, lijkend op luchtballonnen of exotisch fruit, en daartoe vonden ze papier, origami en überhaupt ‘architectuur’ uit, 150 miljoen jaar voor de eerste mens.
Sterker nog, mier en bij zijn slechts twee van de vele uitkomsten van precies dit sociale geëxperimenteer der wespen. De wesp is hun voorouder, de vliesvleugelige oervorm van 280 miljoen jaar oud. Mieren zijn simpelweg wespen die niet meer kunnen vliegen, en bijen zijn wespen die vergaten hoe te jagen.
Maar dat jagen is een nogal cruciale ‘ecosysteemdienst’.Â
2. Zonder wesp gaat alles aan plagen ten onder
Wespen zijn de wolven en haaien van het insectenrijk. Het zijn roofdieren die andere insectpopulaties reguleren. Ze eten de insecten die onze planten eten, die ons bloed drinken en die de tuin verpesten. Eén wespennest in je tuin ruimt kilo’s aan rupsen en muggen op.
Een oude anekdote gaat dat toen een Britse landheer alle wespen van zijn terrein geweerd had, het gebied overlopen werd door maden en vliegen.
Daarmee zijn wespen dus ook een groen alternatief op pesticides. Steeds meer boeren zetten allerlei soorten sluipwespen in tegen bladluis, wittevlieg, motten, wolluizen et cetera. Want sluipwespen zijn specialisten, elke soort is totaal aangepast op het bejagen van één soort insect. Ze leven solitair en bouwen geen nesten voor hun eitjes, maar injecteren die direct in een ander dier.
De wesp als biopesticide is geen nieuw idee. In koloniale tijden zetten boeren al speciale schuurtjes met papierwespen naast hun katoenplantages, om het katoen te beschermen tegen rupsen van de spinneruil (een mot) die het katoen eten. En in de jaren vijftig beschermde weer een andere soort papierwesp de Amerikaanse tabaksboeren tegen al te grote verliezen door de tabakspijlstaart.
Inmiddels zijn het insectkweekbedrijven als Koppert die jaarlijks nieuwe antiplaagwespen aan boeren slijten. Maar liever houd je gewoon een natuurlijke populatie jachtwespen in stand, op of naast je akkers en tuinen.
3. De wesp is een vliegend apotheekje
Sociale wespen hebben een taakverdeling – je bent jager, bewaker, kraamverzorger, babysitter, koningin of zaaddonor. Maar de solitaire wesp doet alles zelf. Ze is de alleenstaande moeder pur sang – een druk bestaan waarin geprioriteerd moet worden en niet alles kan.
Haar grootste zorg? Als m’n larf maar niet ziek wordt. En waar wij antibiotica en tupperware hebben, heeft ma wesp haar gif.
Neem de urntjeswesp. Zij kleit miniatuur Romeinse vazen van modder en slijm en legt daar eitjes in. In haar korte bestaan van 2 á 3 maanden boetseert ze zo wel 25 vaasjes. Â
Ze is te druk (of al dood) om al die larven zelf te voeren, dus legt ze in elke urn een voorraad rupsen aan. Om te zorgen dat de rupsen niet bederven voor de eitjes uitkomen, spuit ze haar prooi vol met antibiotica. En dit met hetzelfde gif waarmee ze de prooi ook verlamt opdat die mak richting urn te helicopteren is.
De beewulf of bijenwolf, de single mom die jaagt op bijen, is misschien wel de grootste hygiënefreak.
Elke bij die de beewulf vangt, balsemt ze in met een allesbedekkend laagje van antibiotica, voordat de bij een klein holletje met eitjes ingaat. Maar zelfs de eitjes die ze legt, laten scheten van stikstofoxide die werken als antischimmel. En als de eitjes uitkomen, verspreiden ook de larven nog wat antibiotica door hun hol.Â
Helaas is er nauwelijks onderzoek naar de bestanddelen van deze hyperfunctionele moedergiffen, maar experts vermoeden dat het schatkisten aan bloeddrukverlagers en ontstekkingsremmers zijn. Sommig gif valt zelfs zieke cellen aan, zoals kankercellen.* Er zijn al voorstellen om wespengif in te zetten tegen borstkanker.*
4. De wesp fungeert als back-up-bij
En alsof de wesp nog om een taak verlegen zat, bestuift ze en passant ook de bloemen.
Alle insecten doen het: vlinders, kevers, zweefvliegen – bijen zijn er toevallig absurd goed in – en wespen doen het dus ook. Maar hoe cruciaal hun bestuivingsrol precies is, weten we niet. Mogelijk dienen ze als reserves, als back-up-bijen.Â
Net als het wonderlijke wespengif, is ook wespbestuiving een chronisch onder-onderzocht veld. Waarom? Volgens wespbiologen omdat wetenschappers, voordat ze wetenschappers werden, ook gewoon mensen waren met dezelfde gemiddelde hekel aan wespen. De negatieve, onwetende houding van het publiek sijpelt dus door in de wetenschap.
Wat we wel weten: er zijn allemaal soorten bomen en planten die voor hun bevruchting uitsluitend afhankelijk zijn van de wesp. Neem de vijgenboom en de vijgenwesp, die er een hele ingewikkelde symbiose op nahouden, waarbij de manwesp zijn hele leven opgesloten zit in een vijg. Â
Of neem de orchidee, een bloem die schitterend werd door zowel te willen lijken op, als ruiken naar, een vrouwwesp – om zo solitaire mannetjes te verleiden tot bestuiving.
5. Wespen zijn liever dan honden
Ondanks al die cruciale bedrijvigheid is het imago van wespen ruk, want: steken.
Alleen steken wespen doorgaans niemand. Ze zijn niet in ons geïnteresseerd. Als je naar ze slaat of in hun nest stapt, vatten ze dat wel op als provocatie, toch zie je wespen zich geregeld met engelengeduld om wild wapperende toeristen heen manoeuvreren. Wespen zijn niet onredelijk.
Maar mensen met wespenallergie dan? Heel vervelend, 1 á 3 procent van de bevolking reageert allergisch op het gif dat vrijkomt bij een steek. Een enkeling blijft erin. En als je nog nooit gestoken bent, is niet na te gaan of ook jij tot deze groep behoort.
Maar vergelijken we de sterfte-door-wespen met de sterfte door een andere frequente terrasganger, honden, dan valt de wesp alles mee. Volgens cijfers van het CBS gingen er de afgelopen twintig jaar meer landgenoten dood aan honden (18 mensen), dan aan het gif van wespen en bijen samen (17 mensen). Ook veroorzaken honden meer blijvend letsel, denk missende ledematen en verminkte gezichten, bij met name kinderen. Insecten maken vaak wat oudere slachtoffers.
Wel zijn er mogelijk meer steekongevallen dan het CBS weet. Als iemand bijvoorbeeld dood langs de waterkant gevonden wordt, staat dit al snel te boek als hartinfarct, terwijl dat infarct eigenlijk een allergische reactie op dat gif was. Maar dit zal hooguit 1 á 2 doden per jaar schelen.Â
Het uiteindelijke sterfte-door-steekbeestjes-cijfer kan, willen we het ‘ware’ sterfte-door-wespcijfer weten, gewoon gedeeld worden door twee, want bij en wesp maken volgens experts ongeveer evenveel slachtoffers. Wespen zijn iets brutaler, maar er zijn weer veel meer mensen die met bijen werken.
Bedenk vervolgens dat Nederland anderhalf miljoen honden telt versus vele miljarden wespen – en het acute gevaar per verhongerd limonadewespje op je lunch zakt tot vrijwel nul.Â
Dus: rustig laten zitten en naar kijken, hopen dat ze later nog wat muggen vangt, bloemen bestuift en medici inspireert. Of gewoon haar geweldige wespzelf is.
En laten we anders naast wespen ook de honden preventief verdrinken op het terras. Scheelt meteen een hoop stikstofdepositie. 💩
Met dank aan allergoloog Hanneke Oude Elberink, wespenvriend Sjoert Fleurke, wespecoloog Alessandro Cini en wespbioloog Seirian Sumner – aan wiens nieuwe boek, Endless Forms. The Secret World of Wasps (2022), dit stuk zeer schatplichtig is.