Het programma van Volt is een progressief breekijzer. Laat de ideeënstrijd nu losbarsten
Een universeel basisinkomen, een Europees netwerk voor hogesnelheidstreinen en een verbod op korteafstandsvluchten.
Het afschaffen van privéscholen, een progressieve vermogensbelasting voor miljonairs en het allereerste permanente, nationale burgerberaad van gelote burgers.
Een einde aan intensieve veehouderij, de kiesleeftijd verlagen naar 16 jaar en de oprichting van de Verenigde Staten van Europa.
Dit klinkt misschien als een koortsdroom van Wybren van Haga (wie?), maar ik heb het over het nieuwe verkiezingsprogramma van Volt.
Ik moet eerlijk zeggen dat die partij deze verkiezingen niet hoog op m’n lijstje stond. Ze was afgelopen jaar vooral in het nieuws vanwege interne conflicten. Maar uiteindelijk draait politiek om ideeën, niet om de poppetjes. En laten we wel wezen: de ideeën die Volt naar voren schuift voor de komende parlementsverkiezingen, zijn grensverleggend.
Lees maar even mee.
1. Volt heeft radicale plannen, maar komt óók met de financiële onderbouwing
Voor de eerste keer in de vaderlandse geschiedenis pleit een zittende partij zonder mitsen of maren voor een universeel basisinkomen.
De eerste grote stap daarnaartoe: het ondoorgrondelijke doolhof aan toeslagen, heffingskortingen en aftrekposten gaat de prullenmand in. In plaats daarvan krijgt elk huishouden een vaste basisuitkering, en daarbovenop wordt er per volwassene en per kind extra geld uitgekeerd.
Daar kun je natuurlijk van alles van vinden. Maar Volt belooft niet alleen gratis bier: de partij laat niet alleen dit plan, maar ál haar plannen keurig doorrekenen door het Centraal Planbureau, in tegenstelling tot de SP, de Partij voor de Dieren, de BoerBurgerBeweging en de PVV. Op 8 november krijgen alle kiezers inzicht in de financiële haalbaarheid van de plannen van Volt.
Daar zit de eerste meerwaarde van dit programma: Volt omarmt utopische ideeën, maar plaatst deze tegelijkertijd in het hart van het grotemensendebat, in plaats van ze over te laten aan randfiguren die wél willen roepen, maar níét willen verantwoorden.
Zo krijgen kiezers bij die utopische wensen een eerlijk kostenplaatje voorgeschoteld. Wie zei dat haalbaarheid en pragmatisme onverenigbaar zijn met politieke verbeelding?
2. Volt kijkt niet alleen voorbij landsgrenzen, maar ook voorbij de beperkte horizon van de alledaagse politiek
Pijnlijk maar waar: Nederland heeft in zijn eentje niet de slagkracht om de grote uitdagingen van deze eeuw aan te gaan. Of het nou om klimaat of veiligheid gaat, om migratie of kunstmatige intelligentie.
De Europese Unie heeft die slagkracht wél, en dus moeten we volgens Volt stappen zetten naar een écht democratisch en federaal Europa.
Een Verenigde Staten van Europa, dus. De routekaart daarnaartoe: een Europese minister-president, een Europese grondwet, geen vetorecht in de Raad van de Europese Unie, enzovoort. Veel van die plannen vind je vooralsnog niet bij de andere progressieve partijen (al verschijnt het concept-programma van D66 – van oudsher een op Europa gerichte partij – pas dit weekend).*
Maar de plannen voor het continent betekenen niet dat het Nederlandse huis van de democratie verwaarloosd wordt. Integendeel: twee weken geleden diende Volt samen met de ChristenUnie een forse initiatiefnota in. Beide partijen willen het aantal Kamerleden uitbreiden van 150 naar 250, visiedebatten over de lange termijn en meer macht voor de Tweede Kamer via een parlementaire wetsverkenning. Ook die plannen vinden we terug in het programma.
Allemaal politiek voorbij de waan van de dag – en de waan van de polderklei.
Net zoals een Europees netwerk voor hogesnelheidstreinen (waarom bestaat dit nog niet?), gratis gezonde schoolmaaltijden als onderdeel van het onderwijsprogramma (niet alleen makkelijk voor ouders en kinderen, maar ook een wapen tegen ongelijkheid en armoede), meer ontwikkelingssamenwerking op Europees niveau (veel efficiënter), en het verlagen van de kiesleeftijd naar 16 jaar (jongeren zullen het langst moeten leven met de gevolgen van ons beleid).
3. Volt schrikt niet terug voor drastisch ingrijpen
De laatste meerwaarde van het Volt-programma schuilt niet in wat er wordt aangeboden, maar in wat er wordt ontmanteld.
Alle progressieve partijen hebben tegenwoordig hun mond vol van gelijke kansen in het onderwijs, maar intussen is het aantal nieuwe privéschooltjes in Nederland de afgelopen vijf jaar verdubbeld.* Volt is de enige partij die daadwerkelijk voorstelt deze ongelijkheidsmotoren te verbieden.
Of wat dacht je van klimaat: korteafstandsvluchten worden per direct afgeschaft, net als privéjets.* En er komt zo snel mogelijk een einde aan misschien wel het grootste kwaad van onze tijd: intensieve veehouderij (werd tijd).
Al deze voorstellen hebben één ding gemeen: ze gaan niet over gerommel in de marge, maar over een ander Nederland.
Laat ik er geen doekjes om winden: Volt biedt het radicaalste progressieve verkiezingsprogramma dat ik tot nu toe heb gelezen. Hoewel het misschien tijd is voor een grote linkse regeringspartij (hallo, PvdA/GL), en ik het lang niet met alles eens ben in het programma – zo ben ik wél voorstander van de Centrale Eindtoets in het basisonderwijs, en weet ik niet of ik helemaal zou stoppen met het financieren van religieus onderwijs – laat deze partij in ieder geval zien dat een andere politiek mogelijk is.
Het programma van Volt is een meeslepende visie die progressief Nederland de benodigde schop onder de kont geeft. Laat links-progressieve partijen als PvdA/GroenLinks en D66 er een voorbeeld aan nemen – het is een fantastische aftrap voor een progressieve ideeënstrijd.