Hoe privélegers zoals Wagner de wereld onveiliger maken

De rol van huurlingenleger Wagner lijkt in Rusland en Oekraïne voorlopig uitgespeeld. Maar op het wereldtoneel duiken de laatste jaren overal dit soort schimmige privélegers op, en toezicht is er niet. Het gevolg: meer conflicten die sneller uit de hand lopen – ten koste van burgers.
Sinds de Russische invasie van de Krim in 2014 en die van de rest van Oekraïne in februari 2022 is er veel aandacht voor de beruchte Wagnergroep. Het aan het Kremlin gelieerde huurlingenleger werd in Oekraïne ingezet om te vechten naast het reguliere Russische leger, maar keerde zich eind juni plots tegen zijn werkgever en viel Rusland binnen. De opstand mislukte, de Wagner-manschappen vluchtten naar Belarus en op 23 augustus crashte in het westen van Rusland een privévliegtuig met onder anderen aan boord Wagner-oprichter en -leider Jevgeni Prigozjin, en medeoprichter Dmitri Oetkin.*
Dat de rol van Wagner in Rusland nu grotendeels lijkt te zijn uitgespeeld, laat onverlet dat de inzet van dergelijke private military and security companies (PMSC’s) de laatste decennia wereldwijd een vlucht heeft genomen.* Steeds meer landen besteden militaire en veiligheidsactiviteiten uit aan dit soort private paramilitaire ondernemingen. En dat heeft gevolgen voor de duur en de gewelddadigheid van gewapende conflicten, voor de mate waarin het mensen- en oorlogsrecht wordt geschonden, én voor de mogelijkheid de schuldigen ter verantwoording te roepen.
Op de lange duur maken PMSC’s de wereld onveiliger.* Wil je de toekomst van oorlog begrijpen, dan kun je niet om hun rol heen.
Huurlingen zijn van alle tijden. Wat is er nu zo anders?
Het gebruik van huurlingen is zo oud als oorlog zelf. Vóór het moderne internationale systeem van staten met stabiele landsgrenzen en nationale legers, dat in 1648 ontstond met de Vrede van Westfalen, was het zelfs de norm dat oorlogen gevoerd werden door professionele strijders.*
Met de komst van landsgrenzen en een nationale identiteit werd het gebruikelijker voor landen om eigen legers te vormen.* Hoewel huurlingen altijd zijn blijven bestaan – zeker in de conflicten in postkoloniaal Afrika* –werden oorlogen vooral iets van staten tegen elkaar of tegen de eigen bevolking.

Een nieuwe lichting PMSC’s heeft het huurlingschap gecommercialiseerd en voor de massa toegankelijk gemaakt
Toch is de huurling vandaag de dag terug van (nooit echt helemaal) weggeweest. Volgens de VN-werkgroep die de betrokkenheid van huurlingen bij mensenrechtenschendingen onderzoekt, is er een duidelijke toename zichtbaar in het gebruik van huurlingen.* Zo vechten Russische en Turkse huurlingen tegen elkaar in Libië en kom je ook huurlingen tegen in conflictgebieden in de Zuid-Kaukasus, Syrië, Irak, Mozambique, Somalië, Mali en de Congo-regio.
Die huurlingen worden volgens de UN Working Group steeds vaker geleverd door PMSC’s – die het principe van vrijemarktwerking toepassen op het voeren van oorlog. Om aan de toenemende vraag naar kanonnenvoer tegemoet te komen, boren zij – tegen een riante vergoeding – nieuwe bronnen van personeel aan. Dat Wagner Russische gevangenen wierf voor de strijd in Oekraïne is het meest beruchte voorbeeld. Maar er worden ook steeds vaker kwetsbare, ongetrainde burgers uit conflictgebieden geronseld of zelfs verhandeld.*
Het beeld van de professionele strijder die zichzelf voor eigen gewin laat inhuren door de hoogste bieder is dus deels achterhaald. Een nieuwe lichting PMSC’s heeft het huurlingschap gecommercialiseerd en voor de massa toegankelijk gemaakt – met alle excessen van dien.
Wat ís een PMSC precies?
Een private military security company is, de naam zegt het al, een soort privéleger dat, anders dan ‘gewone’ legers, niet officieel gelieerd is aan een bepaalde natiestaat, maar als dienstverlenend bedrijf ingehuurd kan worden. Voor militaire doeleinden, maar ook voor logistieke ondersteuning of transport, (grens)beveiliging of het beveiligen van commerciële belangen (zoals olievelden, vliegvelden of schepen). Het Amerikaanse Blackwater, een van de meest notoire PMSC’s ter wereld, hield zich in Irak en Afghanistan bijvoorbeeld vooral bezig met logistieke ondersteuning, het trainen van militairen en het beveiligen van konvooien en hooggeplaatste personen.*

Er zijn daarom grote verschillen tussen PMSC’s. Aan de ene kant van het spectrum zijn er internationale veiligheidsbedrijven die humanitaire konvooien voorzien van bewaking in conflictgebieden. Ook Nederlandse koopvaardijschepen zetten op gevaarlijke scheepvaartroutes bijvoorbeeld PMSC’s in om hun schip, bemanning en lading te beschermen.* Aan de andere kant van het spectrum vinden we huurlingenlegers, zoals het Zuid-Afrikaanse Executive Outcomes en het (inmiddels opgeheven) Britse Sandline International, dat door meerdere Afrikaanse regeringen werd ingeschakeld om tegen rebellenbewegingen te vechten.
Tussen deze twee uitersten vinden we ondernemingen zoals Blackwater of het eveneens Amerikaanse DynCorp International, dat door de regering van de Verenigde Staten onder meer werd ingehuurd om in Liberia een nieuw leger op te bouwen.* Formeel zijn dit geen huurlingen, maar in de praktijk is de scheidslijn tussen het leveren van militaire ondersteuning en het deelnemen aan gevechtshandelingen (zoals huurlingen doen) vaak onduidelijk.
Het aantal PMSC's groeit. Waar komen ze vandaan?
Tussen 2001 en 2003 was er wereldwijd bijna een verdubbeling van het aantal PMSC’s: van 38 naar 79.* Belangrijke aanjagers waren de oorlogen die de VS voerden in Irak en Afghanistan. Ruwweg de helft van de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Irak en Afghanistan werd geleverd door* PMSC’s.
Hoewel de markt voor PMSC’s wat kleiner werd na het eindigen van de oorlogen in Irak en Afghanistan, breidde het aantal landen dat gebruikmaakte van PMSC’s zich tegelijkertijd enorm uit. Waar begin deze eeuw 55 procent van de PMSC’s in handen was van Amerikaanse en Britse bedrijven, vonden de onderzoekers van de Texas Tech University in 2016 hoofdkantoren van PMSC’s in 81 landen.*
Waarom kiezen staten voor de inzet van PMSC's? En wordt de wereld hier veiliger van?
Er zijn goede argumenten voor het gebruik van PMSC’s. Veel westerse landen zetten na de afloop van de Koude Oorlog het mes in hun defensie-uitgaven. Het outsourcen van (militaire) veiligheid vormt een kosteneffectief en snel inzetbaar alternatief. Ook kan het goedkoper zijn om bij dit soort ondernemingen aan te kloppen voor bepaalde technische expertise, in plaats van die zelf te moeten trainen en onderhouden.
Maar feit blijft ook dat conflicten werkverschaffing zijn voor dit soort ondernemingen. Hun primaire belang is winst, niet het beschermen van burgers. Partijen die geld steken in PMSC’s zien hun investering uitbetaald als de PMSC in kwestie zo veel mogelijk contracten binnenhaalt. Of er onder de partijen waar het bedrijf mee in zee gaat regimes zitten die het niet zo nauw nemen met democratische normen en mensenrechten,* is daarbij van ondergeschikt belang.

Recent wetenschappelijk onderzoek laat dan ook zien dat het gebruik van PMSC’s nadelige effecten kan hebben.* Zo leidt de inzet van dit soort bedrijven – zeker wanneer ze ingehuurd worden om te vechten, dus als huurlingen – ertoe dat conflicten sneller opnieuw weer oplaaien. Het is moeilijk om te investeren in geloofwaardige vrede en veiligheid wanneer er altijd de mogelijkheid bestaat dat een van de strijdende partijen met een PMSC in zee gaat. Ook leidt de aanwezigheid van PMSC’s eerder tot het begin van gewapende conflicten – zeker wanneer de PMSC al wat langere tijd in het land aanwezig is.
Daarnaast gaat de aanwezigheid van PMSC’s in Latijns-Amerika en Afrika gepaard met een toename in gerapporteerde mensenrechtenschendingen.*
Wordt er ook internationaal toezicht gehouden op deze PMSC’s?
Nauwelijks, terwijl dat wel heel belangrijk is. Recent onderzoek laat zien dat beursgenoteerde PMSC’s – die verplicht zijn meer informatie vrij te maken over hun functioneren – minder mensenrechtenschendingen begaan dan PMSC’s die in private handen zijn.*
De markt voor PMSC's is volledig gedereguleerd, met grote gevolgen voor de veiligheid en mensenrechten van burgers in conflictsituaties
Maar juist aan die regulering en dat toezicht schort het. Sorcha MacLeod, onafhankelijk mensenrechtenexpert en lid van de UN Working Group on the use of mercenaries, vertelt dat er bijvoorbeeld geen internationale regels zijn die voorschrijven dat personeel van dit soort bedrijven uniformen of insignes moet dragen. Dat maakt het in een conflictzone heel lastig om te achterhalen wie er verantwoordelijk is voor bepaalde misdrijven en hen later verantwoordelijk te houden voor hun daden.
Ook zijn er geen regels die voorschrijven welke interne commandostructuren een PMSC moet opzetten om strijders aan te sturen, of hen verantwoordelijk te houden voor hun daden.* Wagner profileerde zich zelfs openlijk met het symbool van een voorhamer – een instrument dat werd ingezet bij executies van zowel vijanden als deserteurs.

De markt voor PMSC’s is volledig gedereguleerd, met grote gevolgen voor de veiligheid en mensenrechten van burgers in conflictsituaties. Volgens MacLeod houden veel landen daarom nauwlettend in de gaten hoe de internationale gemeenschap met Wagner omgaat: hetzij omdat ze zelf ook PMSC’s willen inzetten, hetzij omdat ze erover denken om in eigen land te helpen PMSC’s van de grond te krijgen.
En voorlopig heeft die internationale gemeenschap de Wagnergroep – op een aantal sancties na – geen strobreed in de weg gelegd.* Daar heeft ze simpelweg de instrumenten niet voor.
Zijn er bepaalde vormen van PMSC’s waar we ons écht zorgen om moeten maken?
Landen zoals Rusland en Turkije zagen in het toenemende aanbod van PMSC’s en het gebrek aan regulering een gelegenheid om relatief goedkoop en efficiënt militair in te grijpen waar ze dat willen, buiten de internationale kaders om, zonder dat de inzet direct naar hun regering teruggeleid kan worden.*
‘Plausibele ontkenning’ heet dat.
Staten mogen onder het internationaal recht bijvoorbeeld geen raketten leveren aan milities die proberen een regering omver te werpen – zoals Wagner in ruil voor illegaal goud in Soedan doet.* Ook mogen ze geen massaslachtingen inzetten om bevriende militaire regimes te ondersteunen in de strijd tegen terroristische groeperingen – zoals Wagner in Mali doet.* Voor je het weet moet je jezelf als regeringsleider verantwoorden voor het Internationaal Strafhof.

Maar als je een leger huurlingen stuurt en blijft volhouden dat ze enkel militaire trainingen komen geven, en dat ze daarnaast niet eens in jouw opdracht handelen, dan houd je als staatshoofd je eigen straatje schoon.
Die landen doen dit om hun politieke invloedssfeer internationaal uit te breiden en – zeker in het geval van Rusland – om hier ook goed geld aan te verdienen. Daarnaast is het werken met PMSC’s beter voor de bühne. Waar het grote publiek in opstand kan komen wanneer er te veel van ‘onze jongens’ in een vreemde oorlog omkomen, is dat bij huurlingen niet het geval.
Kunnen PMSC’s ter verantwoording worden geroepen?
Theoretisch gezien kunnen strijders van PMSC’s verantwoordelijk worden gehouden voor hun daden. Zo zou een burger hen aan kunnen klagen binnen het eigen rechtssysteem, of in het rechtssysteem van het thuisland van die onderneming. Maar dan moet er – in het eerste geval – wel een functionerend rechtssysteem zijn dat de zaak op zich wil en kan nemen, en dat is er vaak niet in de landen waarin PMSC’s actief zijn.
De aantrekkingskracht van PMSC's hangt samen met hun schimmigheid
Sorcha MacLeod noemt het voorbeeld van de Centraal-Afrikaanse Republiek, waar een onderzoekscommissie werd opgericht om klachten over de Wagnergroep te onderzoeken. Die commissie kwam er niet: Wagner had zich veel te diep in de overheidsstructuur genesteld. Als een burger bij het politiebureau kwam om een klacht in te dienen, kwamen ze daar mannen van Wagner tegen.* Mensen die een klacht indienden werden vastgehouden, ze werden gemarteld of ze verdwenen zelfs.

MacLeod vertelt ook over een Syriër die in zijn eigen land door Russische Wagnerleden gemarteld en vermoord werd. Zijn familie probeerde een aanklacht in te dienen in Rusland, maar stuitte daar op allerlei administratieve blokkades – er was geen enkele Russische rechtbank bereid om een onderzoek te openen of de zaak verder te onderzoeken.
Tot op heden is er dan ook pas één Wagnerlid veroordeeld voor zijn werk als huurling:* een man uit Kazachstan die voor Wagner vocht in Oekraïne. In Kazachstan is het huurlingschap bij wet verboden. ‘Eén huurling op al die honderden, misschien wel duizenden huurlingen die misdrijven begaan’, verzucht MacLeod. ‘Dit was echt een uitzondering.’
‘In de praktijk zien we onder staten geen animo om PMSC’s actief te reguleren’, voegt ze toe. Juist het gebrek aan aansprakelijkheid is een reden voor landen om PMSC’s in te zetten om zich te mengen in conflictsituaties. Hun aantrekkingskracht hangt samen met hun schimmigheid.
Wat brengt de toekomst?
De privatisering van geweld heeft het voeren van oorlog op gevaarlijke manieren veranderd. In zijn boek Money for Mayhem speculeert Alessandro Arduino, docent aan het King’s College London, dat willekeurige miljardairs met hun chequeboekje in de hand oorlogen kunnen beginnen, verlengen of beëindigen. ‘De superrijken kunnen supermachten worden en er kunnen oorlogen ontstaan zonder dat staten hier een rol in spelen.’
De tijd zal leren of we werkelijk dergelijke James Bond-scenario’s gaan meemaken. Maar één ding is zeker: in een wereld waarin de internationale machtsverhoudingen weer op scherp zijn komen te staan, waar er goed geld te verdienen valt aan het leveren van militaire steun via PMSC’s, en waar staten profiteren van het gebrek aan regulering en schimmigheid, zullen we het model van Wagner vaker terug gaan zien.

Met dank aan Kars de Bruijne (sr. research fellow bij de Conflict Research Unit van het Clingendael Instituut) die als expert met dit stuk heeft meegelezen.