Positiever denken over asielzoekers? Ga een tijdje naast ze wonen
De geplande spreidingswet verplicht gemeenten om asielzoekers op te nemen. Onrust lijkt gegarandeerd, want buurtbewoners zitten veelal niet te wachten op een asielzoekerscentrum in hun achtertuin – totdat het er een tijdje staat. In deze Onbeperkt Economisch: waarom de hypothese ‘bekend maakt bemind’ bijna altijd opgaat.
Op donderdagavond 15 oktober 2015 zijn alle ogen in Nederland gericht op Beverwaard, een wijk in het zuidoosten van Rotterdam. Er is een informatieavond van de gemeente over de komst van een asielzoekerscentrum in de wijk, dat opvang gaat bieden aan zeshonderd mensen. Burgemeester Ahmed Aboutaleb, de lokale korpschef van de politie en een bestuurder van het COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers) hebben op het podium plaatsgenomen.
Er is woede en onbegrip onder de aanwezige buurtbewoners, ze vinden het asielzoekerscentrum te groot, ze vrezen dat het overlast en criminaliteit met zich meebrengt. Buiten staan nog honderd bewoners voor wie binnen geen plek is. De ME houdt ze met helm op en wapenstok in de hand op afstand. Na afloop van de bijeenkomst wordt er met stenen gegooid naar de politie en worden een paar politieauto’s vernield.*
Rotterdam-Beverwaard staat niet op zich. De komst van een asielzoekerscentrum gaat regelmatig gepaard met protesten. In Heesch in Noord-Brabant werden dode varkens opgehangen op de plek waar een nieuw asielzoekerscentrum gepland was. In het Drentse Oranje werden bussen met asielzoekers tegengehouden die op weg waren naar een lokaal vakantiepark waar ze opgevangen zouden worden.* Vorig jaar was er in het Overijsselse Albergen hevig protest tegen de aankoop van een hotel door het COA om een asielzoekerscentrum te realiseren.* En eind augustus nog was er om dezelfde reden een protest in het Brabantse Uden.*
Wat er overblijft van de weerstand tegen een azc
Het lijkt een automatisme: komt er ergens een azc, dan ontstaat er weerstand bij buurtbewoners. Maar als het azc eenmaal een tijdje open is (en de mediakaravaan vertrokken), blijkt van die weerstand weinig over te blijven. In Oranje, waar de bussen tegengehouden werden, ontstond na verloop van tijd toenadering tussen de asielzoekers en de lokale bevolking. In plaats van angst ontstond er verbinding.
Ook in Rotterdam-Beverwaard kantelt de houding van de lokale bevolking. De Volkskrant kopt drie jaar na de komst van het asielzoekerscentrum: ‘In Beverwaard was [de] woede om [het] azc het grootst, maar daar is niets meer van te zien: “We hebben elkaar gek gemaakt”’.* En het Algemeen Dagblad kopt twee jaar later: ‘Vijf jaar na rellen zeggen zelfs de grootste tegenstanders nu: dat azc viel eigenlijk best mee’.* Op sommige plekken in Nederland wordt zelfs geprotesteerd tegen de sluiting van asielzoekerscentra.
De contacthypothese: onbekend maakt onbemind, bekend maakt bemind
De initiële weerstand gevolgd door het in de armen sluiten van asielzoekers klinkt contra-intuïtief, maar kan goed verklaard worden door de beroemde ‘contacthypothese’ van de Amerikaanse psycholoog Gordon Allport. Die luidt, in een notendop: onbekend maakt onbemind, en bekend maakt bemind. Gebrek aan contact geeft vaak aanleiding tot wantrouwen en angst, contact versterkt vertrouwen tussen mensen en doet negatieve vooroordelen verdwijnen. Het vermindert ‘wij-zij’-denken. Er is de afgelopen decennia wereldwijd veel bewijs verzameld dat de contacthypothese ondersteunt.
Toch wordt in de context van asielopvang en immigratie het gunstige effect van contact niet altijd gevonden. In Griekenland, bijvoorbeeld, vond een studie dat op eilanden waar veel vluchtelingen aankwamen in 2015 en 2016, de vijandigheid naar vluchtelingen en de steun voor restrictiever asielbeleid sterk toenam in vergelijking met eilanden waar weinig vluchtelingen aankwamen. En deze toegenomen vijandigheid ging ook niet weg na verloop van tijd.* In sommige andere landen werd het gunstige effect van contact juist wel gevonden.*
Hoe zit dat in Nederland? Zijn Oranje en Rotterdam-Beverwaard de uitzondering of de regel? Gezien de recente politieke discussie over de spreidingswet is die vraag alleen maar urgenter geworden.
Wat er écht gebeurt als ergens een azc komt
Een groep economen onder leiding van de Tilburgse econoom Sigrid Suetens heeft er recent zorgvuldig onderzoek naar gedaan.* Ze keken naar de periode 2011-2016, de tijd van de Europese vluchtelingencrisis, de tijd ook van de protesten in Rotterdam-Beverwaard, Heesch, Oranje en andere plaatsen. De onderzoekers richtten zich op buurten waar vóór 2014 geen asielzoekerscentrum was. Vervolgens vergeleken ze buurten waar in 2014-2016 wél een asielzoekerscentrum kwam (dat zijn er bijna vijftig) met buurten waar er geen kwam. Maakte de komst van asielzoekerscentra een verschil?
Wat bleek: mensen bij wie in de buurt een asielzoekerscentrum wordt geopend, ontwikkelen een positievere houding naar asielzoekers. Over stellingen als ‘Het moet makkelijker worden gemaakt om asiel te verkrijgen in Nederland’ en ‘Het is wenselijk als een samenleving bestaat uit mensen uit verschillende culturen’ wordt positiever geoordeeld. Op stellingen als ‘Er zijn te veel mensen van buitenlandse afkomst in Nederland’ en ‘Het is niet goed voor een buurt als er veel mensen van buitenlandse afkomst komen wonen’ wordt negatiever gereageerd.
De veranderde houding is ook terug te zien in de uitgesproken politieke voorkeuren. Op de vraag ‘Op wie zou u stemmen als er nu nationale verkiezingen zouden zijn?’ worden in de buurten waar een asielzoekerscentrum kwam significant minder vaak anti-immigratiepartijen als de PVV en FVD genoemd. Het geschatte effect is groot: bijna 5 procentpunt daling in intentie om op de PVV of FVD te stemmen.
Omgerekend in Kamerzetels is dat zo’n acht zetels. Gerekend met de huidige peilingen betekent dat dat de PVV en FVD in zetelaantal bijna zouden halveren als in álle Nederlandse buurten een asielzoekerscentrum zou komen.
Het gevolg: rechtse mensen worden na een tijdje minder rechts
Het effect treedt met name op onder mensen die politiek rechts georiënteerd zijn: zij gaan positiever denken over asielzoekers en etnische diversiteit, en stemmen minder vaak op extreemrechtse partijen. Bij links georiënteerde mensen is er geen effect te zien.
De effecten treden niet direct in volle sterkte op, dat duurt ongeveer een halfjaar. Ook zijn er geen spillover-effecten op nabijgelegen buurten. Dat is in lijn met Allports contacthypothese: het is immers waarschijnlijker dat contact pas na een tijdje heeft plaatsgevonden, en ook eerder dichter bij het asielzoekerscentrum dan verder weg. Je komt elkaar tegen op straat, bij de bushalte, in de supermarkt of op het schoolplein.
De gunstige effecten zijn wat kleiner als asielzoekerscentra relatief groot zijn. Zo neemt de intentie om te stemmen op PVV/FVD af met 3 procentpunt als er een asielzoekerscentrum wordt gevestigd met meer dan tweehonderd bewoners, terwijl die met maar liefst 8 procentpunt afneemt als er een asielzoekerscentrum wordt gevestigd met minder dan tweehonderd bewoners.
Meer azc's betekent meer onderling begrip en vertrouwen
De spreidingswet, die nu weer volop ter discussie staat, moet de opvang van asielzoekers eerlijker over Nederland verdelen, en dat betekent waarschijnlijk ook dat er meer kleinere azc’s komen dan nu. De studie van Sigrid Suetens en collega’s laat zien dat de wet een onbedoeld gunstig bij-effect kan hebben: daar waar asielzoekerscentra komen, ontstaat meer onderling begrip en vertrouwen tussen mensen.
En er gaan substantieel minder mensen stemmen op de PVV en FVD. Het is niet moeilijk in te schatten naar welke partijen die kiezers vooral zullen gaan. Misschien moet de VVD zich toch nog eens beraden op het intrekken van de steun voor de spreidingswet.