Typisch Nederlands, een pot Calvé-pindakaas. Maar in werkelijkheid komen alle ingrediënten voor dat bruine smeersel uit landen hier mijlenver vandaan. Uit Argentinië bijvoorbeeld, of uit Indonesië.

Wat nou oer-Hollands? 

En dit geldt voor bijna alle producten die je hier in de winkelschappen of webshops vindt. Modemerken laten hun kleren maken in Bangladesh, supermarkten kopen druiven uit Egypte, en de benzine die je tankt, zat ooit weggestopt in Nigeriaanse grond.

Maakt dat wat uit? Wel als er bij het verkrijgen van die grondstoffen en producten dingen misgaan. En dat is vaak zo. 

Om wat te noemen: arbeiders die onder onveilige omstandigheden werken, gedwongen aan het werk worden gezet of veel te weinig betaald krijgen. Milieuschade die veroorzaakt wordt door olieboringen of door textielfabrieken die hun afvalwater in rivieren lozen. 

Nederlandse bedrijven veroorzaken deze misstanden vaak niet direct, maar zijn wel de afnemer/opdrachtgever. Ze hebben dus wel degelijk invloed op wat er elders in de productieketen gebeurt. 

Simpel gezegd: veel modezaken en pindakaasverkopers verdienen goudgeld met de verkoop van goedkoop ingekochte producten die op verschillende plekken leiden tot milieuschade en mensenrechtenschendingen.

Maar daar hoeven ze vaak geen verantwoordelijkheid voor te nemen of dragen. Dit komt voornamelijk door een gebrek aan regelgeving. 

Helaas pinda…

Speur problemen op, en pak ze aan

Om dit probleem het hoofd te bieden, zal een kabinet wetgeving moeten maken om Nederlandse bedrijven (en/of bedrijven die actief zijn op de Nederlandse markt) te verplichten om misstanden die spelen in hun productie- of waardeketens op te sporen en aan te pakken. 

Een aantal politieke partijen (ChristenUnie, PvdA, GroenLinks, SP, D66 en Volt) heeft de afgelopen jaren gewerkt aan de zogeheten Wet verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen Deze wet verplicht bedrijven om onderzoek te doen naar problemen in hun toeleveringsketens en te laten zien wat ze doen om die problemen op te lossen. 

De wet is begin september niet-controversieel verklaard, wat betekent dat hij nog voor de verkiezingen in de Tweede Kamer kan worden behandeld. Dan zal duidelijk worden welke partijen vinden dat het bedrijfsleven meer moet doen tegen uitbuiting en milieuvervuiling.

Gezocht: volksvertegenwoordigers met ambitie

Maar daarmee is dit onderwerp niet afgesloten. Ook voor de nieuwe lijsttrekkers blijft het een relevante vraag wat ze gaan doen om ervoor te zorgen dat bedrijven hun spullen of producten op een verantwoorde manier maken. Niet in de laatste plaats omdat eind dit jaar of begin volgend jaar in Europa gestemd wordt over een richtlijn die overeenkomt met de Nederlandse Wet verantwoord ondernemen, met als belangrijkste verschil dat die gaat gelden voor álle grote bedrijven die actief zijn

Die richtlijn moet vervolgens vertaald worden naar nationale wetgeving, waarbij ruimte is om als lidstaat de lat hoger te leggen. Ook moet Nederland er zelf op toezien of bedrijven zich houden aan de afspraken, en bedenken hoe de overheid het bedrijfsleven daarbij gaat helpen.

Het is belangrijk dat Nederlandse politici hierover nadenken, omdat de Europese wet op een aantal punten minder ver gaat dan aanvankelijk beoogd. Zo dreigt er een uitzonderingspositie te komen voor financiële instellingen (denk aan banken en verzekeringen). Terwijl die sector – door te bepalen aan wie wel, en aan wie geen leningen worden verstrekt – juist een belangrijke rol speelt in het stimuleren/afdwingen van verantwoorde productie

Een volksvertegenwoordiger met ambitie kan ervoor zorgen dat financiële instellingen in de Nederlandse vertaling van de wet alsnog worden opgenomen

Een volksvertegenwoordiger met ambitie kan ervoor zorgen dat financiële instellingen in de Nederlandse vertaling van de wet alsnog worden opgenomen, en daarmee de effectiviteit vergroten. Maar er zijn ook politici die vinden dat je het bedrijfsleven niet te veel in de weg moet zitten met regeltjes, omdat dit geld kost en daarmee niet ten goede komt aan hun concurrentiepositie. Waarmee ze dus eigenlijk zeggen: we hebben liever goedkope pindakaas ten koste van pindaboeren en het regenwoud dan dat we wat meer betalen voor een verantwoord smeerseltje.

En als derde smaak zijn er de politieke partijen die zich niet uitspreken over dit thema, en dus eigenlijk zeggen: boeit niet.

Boeit het of aanstaande politici wel of geen speerpunt maken van dit thema, aangezien de kans groot is dat de Europese wetgeving er toch komt? Echt wel. Want de nieuwe regels vallen of staan bij toezicht op de naleving ervan. Als de toekomstige regering niet streng gaat toezien op hoe bedrijven hun waardeketens eerlijker en duurzamer maken, bestaat de kans dat ze die verantwoordelijkheid alsnog afschuiven op andere spelers in de keten. Dan blijven we bezig.

Al onze journalistiek over de Tweede Kamerverkiezingen 2023 Met onze Stemgids, duiding van de verkiezingsprogramma’s, diepgravende gesprekken met lijsttrekkers, en context bij de urgentste kwesties van nu. Naar het overzicht

Meer lezen?