De afgelopen jaren heeft er een grote verschuiving plaatsgevonden in de woorden die politici gebruiken om het woonbeleid te beschrijven. Het woord ‘woningmarkt’ heeft in debatten, talkshows en verkiezingsprogramma’s plaatsgemaakt voor ‘volkshuisvesting’.
Daarmee willen politici zeggen: wonen is de afgelopen jaren te veel overgelaten aan de markt.
Het resultaat is dat naar schatting 100.000 mensen in Nederland dakloos zijn. Dat het geen uitzondering is om meer dan tien jaar te wachten op een sociale huurwoning. En dat huurders in de vrije sector gemiddeld bijna 40 procent van hun besteedbaar inkomen uitgeven aan wonen.
Daarom moeten we weer terug naar een sterke overheid, die Nederland voorziet van voldoende betaalbare huizen, vinden de partijen. Want wonen is een basisvoorziening, een recht.
Het CDA claimt de terugkeer naar volkshuisvesting
Vooral demissionair minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge (CDA) gebruikt het woord sinds zijn aantreden waar hij maar kan. ‘De volkshuisvesting is terug van weggeweest’, zei hij bijvoorbeeld tegen BNR. En bij de publicatie van een wetsvoorstel dat de Rijksoverheid meer zeggenschap moet geven over de woningbouw, zei hij tegen WNL: ‘We hebben helemaal niets gedaan aan volkshuisvestingsbeleid, al tien jaar lang, als Rijksoverheid.’
De maatregelen die de partij voorstelt, geven juist ruimte aan de vrije markt
Het CDA, de partij van De Jonge, probeert deze omslag van woningmarkt naar volkshuisvesting dan ook te claimen. ‘Het CDA was de drijvende kracht achter dit herstel van volkshuisvesting als publieke taak’, staat er in het verkiezingsprogramma. ‘Daar gaan we mee door.’
Opvallend, want wie zich in de standpunten van de christendemocraten verdiept, ziet dat het tegendeel waar is. De maatregelen die de partij voorstelt, leiden helemaal niet tot wonen als basisvoorziening voor iedereen. Die geven juist ruimte aan de vrije markt.
Wat is volkshuisvesting eigenlijk?
Als politici het hebben over de overgang naar volkshuisvesting, is het belangrijk dat ze weten wat dat precies betekent. Alleen dan kunnen ze ook de juiste maatregelen nemen om hun doel te bereiken. Dus: wat is volkshuisvesting precies?
Het hangt ervan af aan wie je het vraagt, maar er zijn een aantal centrale eigenschappen van volkshuisvestingsbeleid te noemen. Om van wonen weer een basisvoorziening te maken, zeggen experts, is er een brede huursector nodig met betaalbare woningen voor mensen met een laag- of middeninkomen.
Er zijn verschillende manieren om dat voor elkaar te krijgen, maar een van de mogelijkheden is het uitbreiden van de sociale huursector. Woningcorporaties kunnen dan ook bouwen voor mensen die nu nét te veel verdienen voor een sociale huurwoning, met dezelfde financiële voordelen.
Maatregelen die het kopen van een huis stimuleren, moeten juist worden afgeschaft. Want al leveren ze misschien even voordeel op voor mensen die anders niet aan een koopwoning hadden kunnen komen, uiteindelijk drijven ze de prijzen op. En dat maakt een koophuis juist voor steeds meer mensen onbereikbaar.
De bekendste en duurste maatregel voor het stimuleren van koopwoningen – hij kost de overheid zo’n 9 miljard euro per jaar – is de hypotheekrenteaftrek.
Geen doelen voor de bouw van betaalbare huur
Bij een partij die volkshuisvesting hoog in het vaandel heeft staan, zou je dus verwachten dat ze bovenstaande of vergelijkbare standpunten opneemt in haar verkiezingsprogramma. Maar niets daarvan bij het CDA.
Het verkiezingsprogramma zegt niets over dakloze mensen, terwijl zij het meeste lijden onder de woningnood
Ja, de partij wil dat twee derde van de circa 900.000 huizen die er tot 2030 bij moeten komen, betaalbaar wordt. 40 procent moet geschikt zijn voor de middengroepen. Maar er staat niet bij of het daarbij gaat om huur- of koopwoningen. Gemeenten die weinig sociale huur hebben, ‘moeten daarmee aan de bak’. Waarbij in het midden blijft wat precies ‘weinig’ is, en hoeveel sociale huurwoningen gemeenten dán zouden moeten hebben.
In het verkiezingsprogramma staat bovendien niets over dakloze mensen, terwijl zij het meeste lijden onder de woningnood. Een politiek die gelooft in wonen als basisvoorziening, zou dus dáár moeten beginnen. Het CDA-verkiezingsprogramma vertoont hier opvallende verschillen met die van bijvoorbeeld GroenLinks-PvdA, de SP, de ChristenUnie of DENK, die allemaal prioriteit geven aan de bestrijding van dakloosheid.
Een voorkeur voor koophuizen
En hoe gaat het met de maatregelen die koophuizen stimuleren? Over de hypotheekrenteaftrek zwijgen de auteurs van het verkiezingsprogramma. Maar Hugo de Jonge heeft eerder duidelijk laten blijken dat hij dit belastingvoordeel voor huiseigenaren wil behouden. ‘Ik geloof dat de meeste mensen een koopwoning zouden willen’, zei hij in het tijdschrift Quote. ‘Dus nee, ik zou de hypotheekrenteaftrek niet zomaar ter discussie willen stellen.’
In het verkiezingsprogramma staat verder dat sociale huurders meer kans moeten krijgen hun woning te kopen, en dat jongeren moeten kunnen sparen voor de aankoop van een huis. ‘Daarvoor worden afspraken met banken gemaakt en een bijdrage verleend om te kunnen sparen voor de aankoop van een huis tegen een hogere en aantrekkelijkere rente.’
Met andere woorden: het CDA wil nog meer geld vrijmaken om mensen aan een koophuis te helpen. Dat is aantrekkelijk voor starters die daardoor nét iets kunnen kopen. Maar dit voordeel zal niet lang aanhouden. Huizenkopers die meer kunnen betalen, zullen ook meer bieden, en dus gaan de prijzen omhoog.
Het CDA blijft voorstander van een woningmarkt
Natuurlijk, er staan in het CDA-verkiezingsprogramma ook een aantal maatregelen om huren betaalbaarder te maken, zoals dat woningcorporaties zonder winstoogmerk voor de middenklasse moeten kunnen bouwen. En voordat het kabinet-Rutte IV viel, stelde De Jonge voor om het puntenstelsel dat nu alleen voor sociale huurwoningen geldt, dus tot een kale huur van 808 euro per maand, door te trekken tot ongeveer 1100 euro per maand.
Het zijn nuttige voorstellen. Maar om nu te spreken van volkshuisvesting? Daarvoor is de voorkeur van het CDA voor het stimuleren van koophuizen te sterk. Ander taalgebruik of niet, de partij blijft voorstander van een woning-markt.
Met dank aan Simon van Teutem, die hielp bij het analyseren van de verkiezingsprogramma’s
Op de hoogte blijven van mijn artikelen? Als correspondent Wonen wil ik weten hoe we goed en betaalbaar wonen voor iedereen mogelijk kunnen maken. Elke maand stuur ik een mail waarin ik je op de hoogte houd van mijn onderzoek en artikelen, en waarin ik lees-, kijk- en luistertips deel.Meer lezen?
De Stemgids 2023 Twijfel jij op wie je gaat stemmen? Wij vroegen negen correspondenten waar het volgens hen om draait deze Tweede Kamerverkiezingen – en spitten de partijprogramma’s door. De Stemgids van De Correspondent loodst je langs de standpunten over de belangrijkste kwesties van deze tijd. Wonen is een publieke taak. Nu nog beleid waar je dat in terugziet Volgens de kiezer is wonen hét thema van de komende verkiezingen. En terecht: een goede woning is een basisbehoefte, waar de overheid in moet voorzien. Maar dat is de afgelopen tien jaar niet gelukt. Tijd om een einde te maken aan een woonbeleid vol tegenstrijdigheden.Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!