Het Decathlon-dilemma: hoe verduurzaam je als je óók de goedkoopste wil zijn?

Emy Demkes
Correspondent Consumptie
Fotograaf Eelco Wortman ging in opdracht van De Correspondent langs bij het circulaire centrum van Decathlon in Tilburg.

Kun je een duurzaam bedrijf runnen in deze consumptiemaatschappij? Veel grote bedrijven doen wel wat groen, maar het lukt ze niet of nauwelijks het probleem bij de bron aan te pakken: de uitstoot in de productieketen. Bij Decathlon zag ik waar de sportschoen wringt.

Nike geeft tips om je gear langer mee te laten Apple verkoopt een horloge van gerecycled IKEA hergebruikt oude meubels om ze een nieuw leven te En Nestlé verpakt koffiebonen in circulaire

Welk bedrijf zegt niet wat spaarzamer met Moeder Aarde om te willen gaan?

Maar met stevige gear, gerecyclede horloges, oude nieuwe meubels en bonen in bruin papier behaal je niet de grootste klimaatwinst. Hergebruik, recycling en reparaties zijn pas echt effectief als daardoor geen nieuwe spullen vervaardigd hoeven te worden. 

Zolang bedrijven (meer) blijven produceren, zit de grootste klapper vooralsnog in het verduurzamen van de productieketen. Dat is een grote uitdaging. Hoe groot, dat zien we terug in de klimaataanpak van Decathlon. Want: hoe wil dit bedrijf sporten toegankelijk maken voor zoveel mogelijk mensen – en tegelijkertijd zijn voetafdruk verkleinen?

Tentjes voor een paar tientjes

Kun je in deze consumptiemaatschappij een bedrijf runnen dat echt duurzaam is? Die vraag stelde ik een paar maanden geleden in waarin ik aangaf op zoek te zijn naar ondernemingen die het welzijn van mensen en de planeet voorop stellen, in plaats van groei of winst. En waarin ik schreef te zoeken naar mensen die de koers van vervuilende bedrijven van binnenuit proberen te veranderen.

Een van de mensen die hierop reageerden was Marianne van Leeuwen. Ze schreef dat ze binnen Decathlon circulaire bedrijfsmodellen opzet, om daarmee te onderzoeken of die een alternatief verdienmodel kunnen zijn voor de verkoop van meer en meer spullen. Deze zoektocht is een van de hoekstenen van de duurzaamheidsplannen van de sportgigant.

Fascinerend. Decathlon is onder de sport-/outdoorwinkels een beetje wat de Primark is onder de modemerken: een bedrijf dat heel groot is geworden door heel veel spullen te verkopen voor hele lage

Ga maar na: je vindt er wandelschoenen voor Zo goedkoop, dat ze voor sommige mensen niet eens de moeite waard zijn om na een festivalweekend weer in te pakken Decathlon zegt sporten voor iedereen toegankelijk te willen maken, net zoals prijsvechter C&A ooit stelde mode te willen

Het resultaat is dat Decathlon sinds 1974 van een winkel met wat spullen voor fietsers, turnsters, hobbyvissers, zeilers en skiërs, uitgroeide tot een keten van meer dan tweeduizend winkels, verspreid over 56 landen, met een gigantisch aanbod waarmee je meer dan 65 verschillende soorten sport kunt uitoefenen. (Als je frisbeeën ook meerekent).

Het resultaat daar weer van is dat het bedrijf behoort tot de top tien grootste sportartikelenproducenten ter wereld, naast Nike, Adidas, Timberland, The North Face en Patagonia. En dat oprichter Michel Leclercq met een gemiddeld vermogen van 5 miljard dollar in het rijtje rijkste mensen van

En daar het resultaat van is dat ook de CO2-uitstoot van het bedrijf sinds de tot 2022

Uit de mail die ik kreeg van Van Leeuwen maakte ik op dat daar nu verandering in komt. Decathlon kiest voor groen.

Wat valt er te leren van Decathlons klimaataanpak?

Honderden schoenen wachten op een nieuwe match

Terwijl twee medewerkers een tent opzetten midden in een lange hal met hoge muren, word ik bijna omvergereden door een andere werknemer die op een mountainbike voorbij roetsjt. Een paar meter verderop komt hij al slippend tot stilstand. Aan de donkere bandensporen op de lichtgrijze vloer te zien, doet hij dit vaker.

In een hoekje staat iemand tussen kleurrijke surfplanken te rommelen aan een meterslange sup. Het witte plastic heeft een geelbruine gloed gekregen. In combinatie met de vele blauwe pleisters op de zijkanten is het duidelijk dat het ding flink wat te verduren heeft gehad. ‘Dit is niet meer geschikt voor de verkoop’, verklaart de jongen genaamd in zijn blauw-witte Decathlon-tenue. 

Op de tweede etage van het warenhuis van Decathlon in Tilburg liggen of staan overal kapotte spullen. Gescheurde tenten, halve fietstrappers, lekkende sups, tennisrackets met gaten, verbogen fitnessapparaten.

Onderdelen bestellen, demonteren, restaureren. Met elke handeling blazen de mensen in gekleurde hesjes nieuw leven in spullen.

Dit herstelwerk is een van de manieren waarop Decathlon zijn milieu-impact wil terugdringen, vertelt Van Leeuwen, terwijl we door het zogeheten circulaire centrum lopen. Ook zet Decathlon in op het en recycling.

Zo staan in de hal bakken met geretourneerde felgekleurde sporthelmpjes, die gerecycled worden omdat ze Ze zijn gloednieuw. Even verderop staan een paar stellingkasten met eenzame schoenen die tijdens het verzendproces en in winkels hun partners zijn kwijtgeraakt. Sinds kort wachten honderden schoenen hier op een nieuwe match, waaruit zo’n vijfhonderd gelinkte paren per maand komen. 

Hoe raakt dit aan de wortel van de grootste milieubelasting? 

Laat je niet afleiden: de absolute uitstoot moet omlaag

Net zoals geldt voor zo’n beetje alle retailbedrijven vind je het gros van Decathlons klimaatimpact in de toeleveringsketen. van de van de sportgigant wordt veroorzaakt door de productie van de spullen. In klimaatjargon ook wel

In 2021 stelde Decathlon

  • De absolute broeikasgasemissies van met 90 procent verminderen ten opzichte van het basisjaar 2016.
  • Een vermindering van 53 procent in de intensiteit van de broeikasgasemissies voor scopes 1, 2 en 3 per euro toegevoegde waarde.
  • 90 procent van alle leveranciers betrekken bij het stellen van wetenschappelijk onderbouwde doelen om de emissies die veroorzaakt worden door het produceren van de producten en diensten voor Decathlon omlaag te krijgen.

Wat opvalt? Voor scope 3, daar waar de meeste klimaatwinst te behalen valt, staan geen absolute reductiecijfers, maar een vermindering per euro toegevoegde waarde. En dat laat nogal een vertekend beeld zien, zo blijkt wel uit het volgende voorbeeld:

dat het in 2021 een wereldwijde reductie van 22,1 procent bereikte ten opzichte van 2016. 

Dit is gemeten aan de hand van een vermindering per euro toegevoegde waarde. Hierbij wordt de totale omzet in een bepaald jaar (in dit geval 2016) gedeeld door de hoogte van de emissies, en vergeleken met die in een ander jaar (in dit geval 2021). In 2021 verkocht Decathlon voor veel meer geld aan producten, terwijl de uitstoot van broeikasgassen per euro veel minder was dan in 2016. 

Maar! In absolute termen groeide de uitstoot van broeikasgassen door Decathlon in die periode met zo’n 18 procent, Ook bedrijven als H&M en Nike claimden eerder op deze manier jaarlijks een daling van de CO2-uitstoot, terwijl hun werkelijke uitstoot

Onlangs heeft Decathlon zijn doelstellingen bijgesteld: het bedrijf wil de absolute uitstoot van broeikasgassen met 20 procent verkleinen over zijn totale waardeketen in 2026 Scope 1, 2 én 3 dus. (Een reductie die neerkomt net onder  

Maar als het bedrijf echt serieus wil verduurzamen, waarom stelt het dan geen specifieke doelen voor daar waar de grootste impact zit, de productieketen (scope 3)?

Decathlon verkoopt spullen, maar maakt ze niet

Al sinds de eerste milieurapportage in 2013 weet Decathlon dat de belangrijkste bron van vervuiling samenhangt met het maken van steeds Inspanningen rondom het anders ontwerpen van producten, schonere grondstoffen of recycling hebben hierdoor door de jaren heen niet geresulteerd in een lagere totale uitstoot. 

Dat had wel gekund, als ze erin geslaagd waren om de productieketen zelf te verduurzamen. Maar dat verloopt moeizaam. 

Begrijpelijk ook, als je weet hoe retailbedrijven doorgaans opereren: ze verkopen spullen, maar maken ze niet. Zo laat Decathlon zijn producten maken door meer dan 1.500 verschillende leveranciers, verspreid over de hele wereld. De redenen hiervoor zijn evident: het is flexibeler, minder risicovol en bovenal: goedkoper (en dus winstgevender). 

Decathlon laat zijn producten maken door meer dan 1.500 verschillende leveranciers, verspreid over de hele wereld

Maar het brengt ook een groot nadeel met zich mee. Veel van die 1.500 fabrieken draaien op gas of olie, en een aantal nog op kolen. Als Decathlon minder vervuilend wil worden, moet de sportgigant ervoor zorgen dat deze fabrieken overstappen op schonere energiebronnen. Dat is niet zo makkelijk als je zelf geen eigenaar bent van zo’n faciliteit en dus geen directe zeggenschap hebt.

Bovendien: omdat prijsvechters als Decathlon hun producten zo goedkoop mogelijk willen laten produceren, hebben de fabrieken waar ze mee samenwerken niet altijd de financiële middelen om drastisch te

Om de broeikasgasuitstoot te verkleinen, moeten bedrijven hun leveranciers dus financieel helpen  

Als Decathlon belooft wat het zegt en dit doet, is het bedrijf alsnog afhankelijk van niet alleen de welwillendheid van fabrikanten zelf, maar ook van andere merken die spullen laten maken in En dan moet het nog maar net kunnen! Niet in alle landen en gebieden is toegang tot schonere energiebronnen even

Om hun vingers niet aan te hoeven branden, hebben andere bedrijven een manier gevonden om klimaatneutraliteit te behalen zonder hun eigen uitstoot daadwerkelijk (drastisch)

Hoe? Door eigen emissies te neutraliseren via de aankoop van koolstofkredieten. Hierbij worden bijvoorbeeld bomen geplant om broeikasgassen uit de lucht te halen. Eén koolstofkrediet zou hierbij gelijk staan aan één ton CO2. Maar onderzoek wijst uit dat deze compensatie dubieus en misleidend is omdat het nauwelijks te becijferen is of die berekening wel klopt. Het klimaateffect van aangeplante bossen wordt hierdoor waarschijnlijk

Je moet ergens beginnen

Decathlon ziet koolstofopslag niet als Maar wat is dan wel een zinvolle aanpak als het verduurzamen van de productieketen zo traag gaat?  

Dit is waar Van Leeuwen met de circulaire bedrijfsmodellen om de hoek komt kijken. Met haar team werkt ze sinds een aantal jaar aan het oprichten hiervan om te laten zien dat het mogelijk is om minder spullen te hoeven maken. In elke Decathlon-winkel vind je nu een plek met tweedehandsjes – spullen die het bedrijf terugkoopt van klanten als ze erop zijn uitgekeken. En sinds kort kan je bij verschillende vestigingen kampeerspullen huren. Ook werkt het aan het uitrollen van een abonnementenmodel, waarmee je voor een vast bedrag per maand allerlei producten kunt huren. 

Door minder te produceren kan Decathlon in theorie een stuk sneller zijn voetafdruk terugdringen dan wanneer het de hele productieketen moet vergroenen.

Of dat in werkelijkheid echt gaat gebeuren, en hoeveel milieuwinst dit oplevert, moet nog blijken. Van Leeuwen: ‘We zijn net begonnen. Al onze distributiecentra zijn nu nog gebouwd op het idee dat je een doos niet openmaakt. Maar nu krijgen we hier producten terug die we moeten checken, repareren en weer opnieuw de verkoop ingaan.’ En spullen die je verhuurt, vragen om een ander ontwerp. Om een supplank zonder naden, fietsen met een kettingkast (om verroeste kettingen te voorkomen) en tenten met zo min mogelijk losse onderdelen (want die raken zoek). 

Een hele efficiënte, niet zo slimme machine

Stel dat het Decathlon lukt om de uitstoot omlaag te krijgen door minder te maken. Dan nog is het dus noodzaak dat de producten die het bedrijf nog wél maakt op een zo duurzaam mogelijke manier geproduceerd worden. 

Decathlons klimaataanpak laat zien hoe complex het is om dit te veranderen. De uitgestrekte en versplinterde productieketens die het bedrijfsmodel van de sportgigant en veel andere retailers mogelijk en zo winstgevend maken, hebben er weliswaar toe geleid dat allerlei sportartikelen voor heel veel mensen toegankelijk zijn en dat iedereen er nu volgens de laatste trends bij kan lopen. Maar ze maken verduurzaming

Van Leeuwen: ‘Ik zou willen dat het sneller ging. Maar een bedrijf gaat nooit op termijn dingen doen die verlieslatend zijn. Je moet zelf ook overleven, de salarissen van je personeel betalen. Maar wat ik meer en meer ontdek is dat het huidige model best wel moeizaam is. Wij verkopen namelijk heel veel producten tegen zo’n lage marge dat we ook wel heel veel producten moeten verkopen. En we zijn er goed in geworden door zo’n efficiënte machine te worden. Maar misschien ben je dan wel helemaal niet in het slimme heel goed geworden. Zie de radertjes in die machinerie maar eens te veranderen.’