Deze verkiezingen gaan over de inhoud. Behalve voor lhbti+’ers
In een campagne die eindelijk zou gaan over ‘de inhoud’, regeert op het lhbti+-beleid nog altijd de emotie. Terwijl de gemeenschap, zoals alle andere kiezers, recht heeft op bestaanszekerheid, goede zorg, vrijheid, autonomie. Laat politici het daar nou eens over hebben.
Tijdens het derde NOS op 3-debat werd de verkiezingscampagne voor het eerst even lelijk. Zo was het ook vast bedoeld. De Nederlandse Omroep Stichting weet dondersgoed wat er gebeurt wanneer je Forum voor Democratie-lijsttrekker Thierry Baudet tegenover iemand zet met een genderidentiteit die hij niet erkent.
Enter Bram, onderzoeksjournalist en kanonnenvoer van dienst. Op hun vraag of Baudet zich verantwoordelijk voelt voor de online haat die hen als non-binair persoon ontvangt, veinst een zichtbaar geamuseerde Baudet dat hij niet weet wat ‘non-binair’ ook alweer betekent. Om vervolgens te concluderen dat Bram – als persoon die zich ergens tussen man en vrouw in voelt – iets zegt te zijn dat helemaal niet bestaat.
Hoewel Bram zich kranig weerde tegen Baudets schijnheiligheid, gingen devoten van de persoonlijkheidscultus rond de FVD-leider direct met het fragment aan de haal. Foto’s van Brams besnorde bibberlip werden gretig gedeeld binnen de contreien van het internet waar het vertrappen van getriggerde sneeuwvlokjes als brood én spelen geldt.
Aan de overzijde van het politieke spectrum overheerste ondertussen de verontwaardiging: hoe kan een gekozen volksvertegenwoordiger zo schaamteloos onprettig zijn? Baudets dedain voor Brams ervaring sneed recht door de ziel, ook bij mij.
Maar helemaal moedeloos werd ik van de NOS, die op dit thema precies liet sneuvelen wat deze verkiezingen volgens zo’n beetje elk kopstuk centraal zou staan: de inhoud.
Er staat voor lhbti+’ers heel veel op het spel
Voor lhbti+’ers is het persoonlijke altijd politiek. Maar door in het debat enkel op hun persoonlijke verhalen te focussen, blijft de politieke realiteit buiten beeld. En dat terwijl er deze verkiezingen voor de lhbti+-gemeenschap heel veel op het spel staat.
De rechten, maatschappelijke positie en veiligheid van lhbti+’ers staan momenteel onder druk. Net als op zo’n beetje elk politiek deelgebied is het hier crisis, en wreekt de Ruttiaanse politiek van dertien jaar uit- en afstellen zich op allerlei dossiers. Voor de neus weg noem ik maar even: de nijpende capaciteitstekorten binnen de genderzorg, het wettelijke meerouderschap dat al vanaf 2016 (!) op de lange baan hangt, het verbod op homogenezing dat na een uitspraak van de Raad van State weer op de wip zit, en de juridische aanpassing van het geslacht waarvoor nog altijd een deskundigenverklaring vereist is.
Op al deze dossiers werd er door de kabinetten Rutte veel geluld, weinig gepoetst. Bovendien draaide de vorige coalitie op cruciale beslismomenten, zodra het fracties te heet onder de voeten werd. Bijvoorbeeld toen de VVD en het CDA op het laatste moment hun steun introkken voor de Transgenderwet, een wetswijziging die nota bene uit de koker van een voormalig VVD-minister kwam.
Blijven plannen op de lhbti+-agenda overeind in de koehandel? Ik vrees het ergste
Of het er een komend kabinet wel van gaat komen is nog maar de vraag, helemaal als een volgende coalitie straks over rechts gaat. Mogelijke winnaars als Nieuw Sociaal Contract en de BoerBurgerBeweging staan beduidend conservatiever tegenover sociaal-culturele thema’s. Hun enige reeële partners voor een rechtse samenwerking zijn straks waarschijnlijk de PVV, die al jaren pleit voor een einde aan ‘genderwaanzin’, en de VVD, zoals gezegd een uiterst lakse voorvechter van lhbti+-rechten.
Wat als deze partijen straks aanschuiven bij de formatie? Blijven plannen op de lhbti+-agenda dan overeind in de koehandel? Ik vrees het ergste.
Tel hierbij de schrikwekkende toename van de online haat jegens lhbti+’ers, en de voortdurende relletjes rondom Lentekriebels,* kinderboekenweekgedichten* of voorlezende drag queens op, en de perfect storm lijkt compleet. Hoewel de lhbti+-emancipatie de wind al niet bepaald in de rug had, kan het de komende verkiezingen zomaar een kampioenschap tegenwindfietsen worden.
De komende verkiezingen voelen als een kantelpunt – met mogelijk verstrekkende gevolgen voor de levens van homoseksuele, lesbische, bi en trans mensen.
Dit zijn niet slechts gevoelens; dit is de dagelijkse realiteit
Toch lijkt het alsof we hier alleen in hartenkreten over mogen spreken. Te vaak wordt de roep om emancipatiebeleid geframed als het resultaat van gekwetste gevoelens en slachtofferschap. Terwijl het in werkelijkheid gaat om mensen die fundamentele rechten ontberen of ongelijk behandeld worden. Elke fucking dag.
Neem het meerouderschap. Het klinkt zo onbeduidend, de wettelijke positie van niet-biologische ouders in regenbooggezinnen. Tot je beseft dat er in Nederland duizenden mensen zijn die dagelijks bijdragen aan de zorg en opvoeding van hun kinderen – letterlijk in elk opzicht een ouderrol vervullen – maar door de wet niet als zodanig erkend worden. Dat betekent dat zij in een noodsituatie geen medische keuzes voor hun kind mogen maken. Dat ze trammelant kunnen krijgen als ze met hun kind op reis zijn. Dat een schenking of erfenis aan hun kind totaal anders (lees: hoger) belast wordt dan bij biologische ouders.
Te vaak wordt de roep om emancipatiebeleid geframed als het resultaat van gekwetste gevoelens en slachtofferschap
Bij de Toeslagensaffaire noemden we het een groot onrecht dat ouders onterecht uit hun ouderlijk gezag werden ontheven. Waarom vinden we het dan wel normaal dat er gezinnen zijn waarbinnen een of meerdere ouders dit gezag nooit hebben gehad, simpelweg omdat de wet er niet in voorziet?
Een wettelijk gebrek met een grote impact op de levens van mensen. Maar zodra het erover gaat, gebeurt dat vooral in termen van gekrenktheid. Zo werd elk onderwerp tijdens het COC-regenboogdebat, waarbij lijsttrekkers discussieerden over allerlei thema’s op de lhbti+-agenda, traditiegetrouw ingeleid door leden uit de gemeenschap. Hun persoonlijke verhalen waren stuk voor stuk hartverscheurend: mensen die bedreigd worden in hun buurt, op school onvrijwillig worden ge-out, of jarenlang moeten wachten op genderzorg.
Wat telkens onbenoemd blijft, is dat de vraag van lhbti+’ers aan de politiek niet wezenlijk verschilt van die van andere kiezers. Bestaanszekerheid, een dak boven je hoofd in een veilige omgeving, toegankelijke zorg, vrijheid, autonomie: allemaal zaken die we voor iedere andere burger fundamenteel vinden.
Maar zodra deze rechten bij kiezers bedreigd worden omdat ze het stickertje ‘lhbti+’ dragen, is het gesprek over hun rechten en wensen ineens niche, en daarmee onbelangrijk. Benadrukken hoe zielig dat hen maakt, lijkt dan de enige manier om de politiek toch voor ze aan het werk te krijgen.
Lhbti+'ers hebben precies dezelfde rechten
Het gevolg is zo’n confrontatie als bij NOS op 3. Er wordt geprobeerd lhbti+-discriminatie een gezicht te geven door een lid uit de gemeenschap tegenover een gemene politicus te zetten. Alsof het feit dat mensen gemeen tegen ze doen het enige probleem is dat lhbti+’ers hebben. Alsof er voor hen niets concreets op het spel staat deze verkiezingen.
Ja, het is stuitend hoe Baudet zich tegenover iemand als Bram gedraagt. Maar uiteindelijk gaat het er niet om of Baudet de identiteit van non-binaire mensen wel of niet serieus neemt. Geloof me: wij nemen hem ook niet bijster serieus. Maar het bestaansniveau waar we allemaal recht op hebben, zou niet mogen afhangen van hoe serieus we elkaar nemen.
Voor heel wat non-binaire en transgender mensen is die bestaanszekerheid in het geding, op meerdere leefdomeinen: ze zijn vaker werkloos dan cis mensen, hebben gemiddeld vaker een laag inkomen, voeren vaker een eenpersoonshuishouden (wat betekent dat ze minder vaak op partners of gezinnen kunnen terugvallen), zijn vaker slachtoffer van geweld en kampen vaker met psychische problematiek.*
Waar al die politici die zich tegen ‘regenboogdwang’ of ‘genderwaanzin’ keren rekenschap van zouden moeten geven, is niet of zij non-binaire identiteiten wel of niet cool vinden, maar waarom er in het land waar zij als volksvertegenwoordiger gekozen willen worden nog mensen zijn die er slechter voorstaan dan anderen. En wat zij daaraan gaan doen.
De waarheid is namelijk dat de Nederlandse wet de lhbti+-gemeenschap op meerdere punten nog altijd ongelijk behandelt. Laat ze eens uitleggen waarom ze de rechten, vrijheden en zekerheden die ze voor andere groepen kiezers bevechten, voor lhbti+’ers juist bevragen, beknotten of onbenoemd laten. En waarom dat niet indruist tegen de fundamentele kernwaarden van hun partij.
In Nederland hebben we allemaal dezelfde basisrechten. Wat onze volksvertegenwoordigers moeten erkennen, is dat verschillende groepen verschillende dingen nodig hebben om op die basisrechten terug te kunnen vallen. Laat het deze campagne daarom ook op het gebied van lhbti+ eens gaan over de inhoud. Trek het gesprek uit de emotie, en vertel hoe lhbti+-rechten samenvallen met de universele rechten van elke kiezer, en elk mens.
Want de vrije val van de lhbti+-emancipatie voelt gevaarlijk dichtbij.