Is een hoog inkomen je eigen verdienste? Volgens je ouders wel
Je ouders hebben je waarschijnlijk voorgespiegeld dat hard werken loont, ook als ze dat zelf niet geloofden. Die leugen om bestwil heeft mogelijk verstrekkende gevolgen. In deze Onbeperkt Economisch: krijgen we een maatschappij waarin steeds meer mensen denken dat je inkomen helemaal afhangt van eigen inzet?
Goed verdienen, is dat vooral een kwestie van geluk hebben of van hard werken? En als je een laag inkomen hebt, is dat een kwestie van pech hebben of aan jezelf te wijten?
Hoe je hierover denkt, heeft belangrijke gevolgen voor je politieke opinies. Mensen die geloven dat een hoog inkomen vooral een kwestie van buffelen is, vinden inkomensongelijkheid over het algemeen niet zo’n groot probleem en zijn vaak een tegenstander van vergaande inkomensherverdeling door de overheid. Mensen die denken dat vooral pech en geluk hebben zorgt voor inkomensverschillen, vinden inkomensongelijkheid meestal veel minder acceptabel en zijn voorstander van hogere belastingen en uitkeringen om die ongelijkheid tegen te gaan.
Hoe komt het dat we verschillend denken over de oorzaken van inkomensverschillen? Draagt je opvoeding daaraan bij of vooral je persoonlijke ervaringen? Worden we het er ooit over eens?
Om te beginnen bij de eerste vraag: persoonlijke ervaringen spelen een duidelijke rol. Mensen die een hoog inkomen hebben zijn sterker geneigd te denken dat een hoog inkomen vooral door hard werken komt, terwijl mensen met een laag inkomen de oorzaak daarvan vaker zoeken bij het hebben van pech. Dit is in lijn met wat psychologen de self-serving bias noemen: de neiging om positieve gebeurtenissen (een hoog inkomen) aan jezelf toe te schrijven (jouw harde werken) en negatieve gebeurtenissen (een laag inkomen) aan iets of iemand anders (pech).
Ook het inkomen van je ouders speelt een rol. Hebben zowel jij als je ouders een hoog inkomen, dan is de kans groter dat je denkt dat hard werken loont. Heb jij een hoog inkomen, bijvoorbeeld als bankier of advocaat, maar je ouders werken in de schoonmaak, dan ben je minder overtuigd dat een riant maandsalaris vooral om hard werken draait. Een laag of hoog inkomen zie je eerder als een kwestie van pech of geluk hebben.*
Je kunt je ouders de schuld geven
Je ouders spelen ook nog op een andere manier een rol: door wat ze je proberen wijs te maken! Drie economen doen daar in een recente Zweedse studie een boekje over open.*
Ze vroegen een grote groep Zweden hoe belangrijk zij denken dat hard werken versus geluk hebben is voor economisch succes. De meesten denken dat hard werken belangrijker is dan geluk hebben. Maar er is veel variatie, zo denkt ruim een derde dat geluk hebben belangrijker is dan hard werken.
Maar nu komt de crux: de economen vroegen de deelnemers aan het onderzoek niet alleen hoe ze er zelf over denken, maar ook wat ze hun kinderen hierover leren.
Zelfs de mensen die geloven dat hard werken geen enkele rol speelt, vertellen hun kinderen iets heel anders
Wat blijkt? Ouders overdrijven de rol van hard werken en bagatelliseren de rol van geluk hebben tegenover hun kinderen. 85 procent van de ouders leert hun kroost dat hard werken belangrijker is dan geluk hebben, terwijl maar 65 procent dat ook zelf echt gelooft. Zelfs de mensen die geloven dat hard werken geen enkele rol speelt, vertellen hun kinderen iets heel anders: dat hard werken ongeveer even belangrijk is als geluk hebben.
Waarom liegen ouders hun kinderen voor? Daarover kunnen de onderzoekers slechts speculeren, want ze hebben het de ouders niet gevraagd. Een voor de hand liggende verklaring is dat ouders hun kinderen niet willen ontmoedigen om hard te werken. Je kinderen vertellen dat hard werken er niet of weinig toe doet, is niet echt een stimulans om eindelijk eens aan je huiswerk te gaan. Een leugen om bestwil dus.
Worden we na verloop van jaren sadder but wiser? Zij die pech hebben waarschijnlijk wel. Ze merken dat hard werken niet altijd een garantie is voor succes en stellen hun overtuiging over het belang ervan neerwaarts bij. Zij die economisch gezien veel geluk hebben, zullen hun overtuiging de andere kant op aanpassen. Ze bagatelliseren de rol van het lot en dichten hard werken nog meer waarde toe.
Waar eindigt dit?
Of de leugen om bestwil van onze ouders een blijvende invloed heeft op ons denken, is een intrigerende vraag. Mogelijk geven wij de overdrijving van onze ouders ook zelf weer door aan onze eigen kinderen, met een schep overdrijving om bestwil er bovenop.
Waar eindigt dit? In een maatschappij waar steeds meer mensen geloven dat pech en geluk er niet of nauwelijks toe doen? In een maatschappij waarin de steun voor herverdeling daarom steeds verder afbrokkelt?
Laten we in ieder geval niet vergeten dat hoe we denken over de rol van hard werken en geluk – en daarmee onze politieke opinie over inkomensherverdeling – deels bepaald is door onze ouders, die ons leerden dat hard werken er meer toe doet dan ze zelf echt dachten.