Wat heb je liever, een lage staatsschuld of een leefbare aarde?

Als er niets gebeurt gelden vanaf begin 2024 weer de oude, strenge begrotingsregels in de EU. En dat betekent: bezuinigingen. Grote kans dat klimaatbeleid daarvan het slachtoffer wordt – tenzij we afspreken dat groene investeringen vóór alles gaan.
Komende weken gaat het erom spannen in Brussel, want daar onderhandelen de Europese ministers van Financiën over de begrotingsregels van de Europese Unie. En er staat nogal wat op het spel: de financiering van klimaatmaatregelen en daarmee de leefbaarheid van de aarde in de toekomst. De grote vraag: mogen overheden zich verder in de schulden steken om klimaatverandering tegen te gaan?
Hoe je het wendt of keert: de maatregelen die nodig zijn om de aarde leefbaar te houden en klimaatverandering enigszins binnen de perken te houden, kosten heel veel geld. Het gaat jaarlijks om ongeveer 1 tot 2 procent van het bruto nationaal inkomen.* Overheden kunnen dat ophoesten door belastingen te verhogen – bijvoorbeeld door de vervuiler te laten betalen (denk aan een vliegtaks, accijnsverhoging op brandstof en rekeningrijden) – of hard te bezuinigen.
Beide opties zijn politiek moeilijk verkoopbaar, want de meerderheid van de kiezers zit helemaal niet te wachten op hogere belastingen of nieuwe bezuinigingen. En dus zal klimaatbeleid voor een groot deel betaald moeten worden met extra overheidsschuld.


Terug naar het oude begrotingsregime
En daar wringt de schoen. Begin 2024 treden in de Europese Unie de begrotingsregels weer in werking. Die strenge regels – landen mogen niet meer dan 3 procent tekort hebben op hun begroting, en de staatsschuld mag niet hoger zijn dan 60 procent van het bnp – waren een tijd op pauze gezet vanwege de pandemie en de oorlog in Oekraïne.*
Als er voor eind dit jaar geen nieuwe afspraken worden gemaakt, moeten overheden in Europa vanaf 2024 weer voldoen aan dat oude begrotingsregime. Wie een te hoog begrotingstekort heeft, of de staatsschuld te hoog laat oplopen, moet plannen overleggen hoe het tekort en de schuld in de nabije toekomst naar beneden te krijgen.
Er zijn nogal wat landen voor wie dit extra bezuinigingen of belastingen gaat betekenen. Frankrijk en België stevenen dit jaar af op een begrotingstekort van rond de 5 procent. Hetzelfde geldt voor Malta en Italië. Polen en Roemenië zitten op 6 procent. Nederland komt binnen enkele jaren ook ruim boven de 3 procent, als we af mogen gaan op de verkiezingsprogramma’s van bijna alle partijen. Qua overheidsschuld zit ongeveer de helft van de EU-landen op dit moment al te hoog.*




Bij bezuinigingen sneuvelen groene overheidsinvesteringen
In het verleden is steeds weer gebleken: als overheden door begrotingsregels gedwongen worden om hun begrotingstekort terug te dringen, sneuvelen vooral overheidsinvesteringen.* Vertaald naar het nu: als de oude, strenge begrotingsregels weer in werking treden, zullen veel landen besluiten de noodzakelijke groene investeringen om klimaatverandering tegen te gaan uit- of afstellen. Het langetermijngevolg: een lage overheidsschuld (fijn voor de volgende generaties) maar ook een veel sneller opwarmende aarde (echt niet fijn voor de volgende generaties, en onomkeerbaar!).
Gelukkig is er een oplossing. Je kunt de begrotingsregels zo herschrijven dat landen die meer groene investeringen doen, een hoger tekort mogen hebben. De meest vergaande versie van zo’n aangepaste regel staat voor elke extra euro groene investering een extra euro tekort toe. Dit wordt ook wel de ‘groene gulden financieringsregel’ genoemd. Er zijn ook varianten die minder ver gaan, waarbij een overheid bijvoorbeeld tot een maximum van 1 of 2 procent van het bruto nationaal inkomen extra mag lenen om groene investeringen te doen. Dit zorgt ervoor dat het tekort en de schuld niet buitensporig toenemen, laat staan op een explosief pad raken.


Loop je dan geen risico op greenwashing, dat overheden sommige niet-zo-groene uitgaven gaan opvoeren als groene investering, zodat ze meer kunnen lenen?* Misschien, maar goed toezicht vanuit de EU kan dat grotendeels tegengaan. En zelfs als dit maar beperkt lukt, dan lijkt het probleem van greenwashing toch echt van tweede orde in vergelijking met het belang van voldoende groene investeringen.
Er zijn nog een paar weken te gaan in de onderhandelingen over de Europese begrotingsregels. Mensen die de onderhandelingen van nabij volgen zijn bezorgd dat de nieuwe begrotingsregels niet groen genoeg zullen zijn. Hoe mooi zou het niet zijn als Sigrid Kaag in haar laatste maanden als demissionair minister van Financiën hierin een verschil kan maken?
