De nieuwe Godzilla is een ontroerende dramafilm over een kamikazepiloot
In Godzilla Minus One bevindt Japan zich op een absoluut dieptepunt. Het land heeft net de Tweede Wereldoorlog verloren, kan zijn inwoners nauwelijks voeden, en na zware bombardementen liggen veel grote steden in puin. De moraal is, op z’n allerzachtst uitgedrukt, behoorlijk laag.
Kamikazepiloot Kōichi kan na thuiskomst van het front dan ook niet rekenen op een warm welkom. Kamikazepiloten keerden doorgaans niet terug, en hij voelt zich schuldig over de ondergang van zijn natie. Wanneer het leven in Tokio niet heel veel grimmiger kan worden, valt Godzilla de stad aan. Japan krijgt enkele jaren na de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki weer te maken met een ramp van ongekende grootte.
Hoewel deze film de naam van Godzilla draagt, gaat hij over veel meer dan een reusachtig monster dat Tokio vernietigt. Er zit (zoals in veel van de bijna veertig films die de franchise telt)* een antinucleaire boodschap in, maar het gaat vooral over de pijn die soldaten meedragen als een oorlog eenmaal voorbij is. Kōichi heeft het conflict overleefd, maar kan niet verder met zijn leven. Hij is door zijn regering misbruikt als inwisselbaar kanonnenvoer, en krijgt er publieke afkeur en nachtmerries voor terug. Het absolute nulpunt waarop een mens of een land zich kan bevinden, hoe dat telkens nog dieper, dieper en dieper kan, is waar Godzilla Minus One over gaat.
Het levert een bioscoopervaring met waanzinnige actiescènes op, maar ook zwaar ontroerende momenten die je hier en daar een traantje doen wegpinken.
Takashi Yamazaki: ‘Godzilla Minus One’ (Kijktijd: 2 uur en 5 minuten, te zien in de bioscoop)