Wat links kan leren van Jordan B. Peterson
Progressieven kunnen best iets leren van de omstreden rechts-conservatieve psycholoog Jordan B. Peterson. In sommige gevallen is hij wakkerder dan woke.
Toen ik in mijn vorige stuk de omstreden conservatief Jordan B. Peterson onder de loep nam, uitten sommige lezers hun verbazing dat ik zo’n ‘gevaarlijke gek’ überhaupt aandacht gaf. Hielp ik hem daarmee niet salonfähig te maken?
Helaas: onwelgevallige meningen of mensen verdwijnen niet als je weigert ze waar te nemen. Progressieven kunnen hun kop wel in het zand steken terwijl de invloed van (radicaal)rechts blijft groeien, maar het lijkt me zinniger om te proberen die aantrekkingskracht te begrijpen.
De enige reden die ik zie om omstreden denkers niet op te nemen in deze serie, is de vrees dat mijn blazoen, of dat van De Correspondent, erdoor ‘besmet’ zou raken. (‘Ik was erg positief over de Correspondent’, schreef een lezer, ‘maar dit…’)
Petersons naam noemen werkt voor veel progressieven als een rode lap op een stier. Niet verwonderlijk, want waarschijnlijk hebben ze een filmpje of tweet gezien waarin hij polariserende, transfobe, seksistische of onware uitspraken doet. Tegelijk staan in zijn (vroege) geschreven werk meerdere inzichten waar links-progressieven hun voordeel mee zouden kunnen doen.
Want Jordan B. Peterson is in theorie behoorlijk woke.
Weigeren te vernieuwen is het kwaad zelve
De basis van zijn denken is niet per definitie behoudend. Het draait in het leven volgens Peterson om het vinden van een balans tussen orde en chaos – twee begrippen die hij zo belangrijk vindt dat hij ze met hoofdletter schrijft. Orde is noodzakelijk, maar elke orde moet voortdurend worden aangepast aan de nieuwe tijd, anders gaat hij ten onder.
Sterker nog: de weigering om de bestaande orde te vernieuwen is volgens Peterson het kwaad zelve. ‘Het kwaad is de trotse afwijzing van het onbekende, en het moedwillige falen om de sociale wereld te begrijpen, te overstijgen en te transformeren’, schrijft hij in 1999 in zijn eerste boek, Maps of Meaning.
Orde biedt sociale spelregels en helpt om conflicten te vermijden. Als je eraan tornt, worden mensen bang
Vernieuwing is kortom goed en zelfs van levensbelang, maar zal op weerstand stuiten, en Peterson maakt ook inzichtelijk waarom. Orde – de verzameling van wetten, tradities en gebruiken die de mens opwerpt tegen de onzekerheid van het bestaan – is een psychologisch noodzakelijk houvast. Orde biedt sociale spelregels en helpt om conflicten te vermijden. Als je eraan tornt, worden mensen bang. Of eigenlijk is ‘bang’ het woord niet: ze zijn tot bijna elke gruwel in staat om de structuren die hen houvast bieden te beschermen, schrijft Peterson.
Dit is de reden waarom de ‘cultuuroorlog’ zo verbeten is. Je kunt, als progressief, wel optimistisch betogen waarom jouw nieuwe idee aanwijsbaar beter is, duurzamer, eerlijker, whatever, maar als je geen rekening houdt met de grote psychologische nood aan houvast, dan zul je je misrekenen. Je moet, om met Peterson te spreken, het ‘irrationele, transcendente, onbegrijpelijke en vaak belachelijke karakter van de mens’ meenemen in je overwegingen.
Vrij vertaald: er zijn veel goede redenen om te tornen aan de bestaande structuren (structureel racisme en seksisme, bijvoorbeeld), maar wie slim is, houdt tegelijkertijd oog voor de functie die die structuur vervult en zet er iets voor in de plaats.
Wil je bijvoorbeeld af van de traditionele genderrolpatronen in je huishouden, ga dan ook echt de confrontatie aan en onderhandel over een alternatieve orde, dixit Peterson. Dat is ongemakkelijk, ja. Het is waarschijnlijk zelfs makkelijker om met kwade tegenzin tóch zelf de was op te vouwen, en achteraf te klagen bij een vriendin; maar die woede en dat broeiende conflict zijn chaos waiting to happen.
Je moet dus doorpakken. Blijf niet hangen in oppositie of slachtofferschap; onderhandel en neem verantwoordelijkheid. Als je een nieuwe orde wilt, doe dan het werk dat erbij hoort. Dwing een heldere taakverdeling af. En vraag in het restaurant zelf om de rekening. Alleen maar roepen ‘weg met het systeem’, is niet genoeg.
Hoe zie je dat precies voor je?
Ik zag laatst een sticker in een café: smash the cistem. ‘Cis’ verwijst naar ‘cisgender’: mensen die niet bijvoorbeeld transgender, intersekse of a-gender zijn, maar zich ‘gewoon’ identificeren met het geslacht waarmee ze geboren zijn.
Smash the cistem. Het is een lekkere slogan, het voelt radicaal en gewaagd, maar wat betekent zoiets voor de meerderheid van de mensen, die ‘cis’ zijn? Ik ben een groot voorstander voor meer flexibiliteit en fluïditeit als het op gender aankomt, maar dat gaat niet werken als je voorbijgaat aan het feit dat de identiteiten van ‘man’ en ‘vrouw’ voor veel mensen precies zo betekenisvol zijn als ‘a-gender’ voor een ander. Moet ‘cis’ verdwijnen om andere genders de ruimte te geven? Hoe zie je dat voor je?
Peterson stelt relevante vragen bij de reflex om, wanneer een minderheid een probleem heeft, dan maar meteen voor iedereen het héle systeem te ontmantelen. Op zijn minst is het waardevol om erbij stil te staan wat zo’n ontmanteling voor de meerderheid betekent, een groep waar links weinig tot geen empathie voor lijkt op te kunnen brengen (een rampzalige verkiezingsstrategie).
Als links deze vragen zélf niet durft te stellen, verdwijnen ze niet; ze worden enkel groter.
'Dit zou ik niet op X zetten, maar...'
Ik krabde me als linkse feminist het meest achter de oren bij Petersons oproep om ‘de waarheid te zeggen, of op z’n minst niet te liegen’, ook niet wanneer de goede smaak dat van je vraagt. Ik heb regelmatig gesprekken gevoerd waarin een progressieveling zei: ‘Dit zou ik niet op X zetten, maar...’, gevolgd door een zienswijze waarin vaak meer nuance, meer twijfel doorklinkt dan acceptabel wordt geacht door de omringende progressieve goegemeente.
Een van mijn meest radicaallinkse vrienden spreekt achter gesloten deuren van ‘de wokedictatuur’, maar openlijke twijfel aan het heersende progressieve evangelie is zeldzaam geworden. Zelfs niets zeggen of tweeten kan je al een corrigerende tik op de vingers uit eigen gelederen bezorgen (‘Sommigen van jullie zijn weer oorverdovend stil... Do you condemn?’)
Blijf je eigen standpunten onder de loep nemen, schrijft Peterson; blijf wakker. ‘Je hebt een richting, maar wie weet is het de verkeerde… Je moet wakker blijven, en jezelf betrappen [als je de mist in gaat].’ Aldus Peterson, die op dat punt wakkerder is dan woke.
Op papier dan. Want in de praktijk doet Peterson zelf helemaal niet wat hij predikt: bijvoorbeeld, oprecht proberen om andermans positie te begrijpen zonder die te versimpelen of te parodiëren. Peterson is in zijn lezingen en online uitingen zó polariserend, veroordelend en giftig geworden, dat het bijna onmogelijk is geworden om zijn ideeën nog serieus in overweging te nemen. Mij lukt dat ook niet helemaal: ik heb zijn boeken met interesse gelezen, maar in het stuk dat ik er uiteindelijk over schreef, was ik toch vooral defensief en bijtend.
Wij rechtschapenen
En toch is het de moeite om zijn werk te bestuderen, al is het maar omdat het inzicht verschaft in de grote weerstand die er bestaat tegen progressieve ideeën, en de krachtige psychologische reflexen die aan die weerstand ten grondslag liggen.
Daags na de verkiezingsuitslag hoorde ik de vooruitstrevende types om me heen fantaseren over emigratie, een vrijstaat in Utrecht, een muur om Amsterdam. ‘Waar komen al die racisten vandaan? Ik loop op straat en ik denk: jij! En jij! En jij!’
Dat die houding – wij rechtschapenen tegen de rest – een deel van het antwoord bevat, leek bij niemand op te komen. ‘Wie enkel zijn eigen kant van het verhaal kent,’ schreef de Engelse filosoof John Stuart Mill, ‘kent ook daar weinig van.’
We kunnen ervoor kiezen om grote groepen weg te zetten als zwakzinnige barbaren, en de denkers die hen aanspreken als onbespreekbaar terzijde schuiven, maar dat is koren op de populistische molen en helpt ons niet verder. Proberen te begrijpen wat hen drijft en aanspreekt is zinniger, wil je ooit écht een nieuwe orde scheppen.
Ja, het is onprettig om de wereld en jezelf vervormd te zien in de spiegel die Peterson, en andere rechtse denkers, je voorhouden. Dat wil niet zeggen dat je niets van dat spiegelbeeld leert.