Het voetbal kan beter worden dan het al is (of totaal niet) – dankzij het Europese Hof van Justitie
De UEFA verbood de Super League – een concurrent voor hun eigen Champions League – en dus stapten de Super League-organisatoren naar de rechter. Nu ligt er een uitspraak die, afhankelijk van de interpretatie ervan, het Europese voetbal zomaar eens veel mooier (of lelijker) zou kunnen maken.
Komt er een ‘gesloten’ Europese voetbalcompetitie waaruit clubs niet kunnen degraderen – een ‘Super League’?
Nee.
Is er een kans dat er binnenkort drie versies van de Champions League naast elkaar bestaan? En dat drie clubs zich straks Europees clubkampioen kunnen noemen?
Ja.
Is er kans dat de politiek ingrijpt, dat de UEFA zich gedwongen hervormt, en dat het Europese voetbal een ongekende bloeitijd tegemoet gaat?
Die kans is toegenomen (maar nog steeds klein).
Deze speculatieve conclusies kun je trekken uit de uitspraak van het Europese Hof van Justitie in de zaak van de Super League tegen de Europese voetbalbond UEFA. Ter herinnering: de Super League is een groep topclubs die begin 2021 een eigen competitie wilde beginnen; een competitie waaruit de oprichtende clubs niet konden degraderen.
Deze competitie tussen de beste clubs van Europa zou de Champions League van de UEFA direct waardeloos maken; een kampioenencompetitie zonder kampioenen werkt pr-technisch niet zo goed. Geen wonder dat de UEFA op het punt stond de Super League te verbieden. De organisatie achter de Super League stapte daarop naar de rechter en vroeg: mag de UEFA dat?
Het Hof is duidelijk in zijn uitspraak: nee, dat mag niet. Niet omdat de Super League geweldig was, maar omdat de UEFA geen zuivere procedure heeft om nieuwe competities te beoordelen. Er zal dus zo’n procedure moeten komen, en het Hof schetst in zijn arrest hoe zo’n procedure er ongeveer uit moet zien. En uit die schets kun je een aantal conclusies trekken over de toekomst van het voetbal.
1. De Super League gaat er niet komen
De klacht van de Super League tegen de UEFA was dat de UEFA haar macht misbruikt. Het misbruik bestaat eruit dat de UEFA de lucratieve Champions League organiseert en tegelijkertijd eventuele concurrerende toernooien kan verbieden. Het is marktdeelnemer en poortwachter van die markt.
Het Hof stelt dat de UEFA deze machtspositie mag houden, als ze aan twee voorwaarden voldoet. De UEFA moet openbare, zinnige en niet-discriminerende spelregels opstellen voor zulke competities; bovendien moeten haar eigen competities voldoen aan die regels. Omdat de UEFA zulke criteria nog niet heeft, concludeerde het Hof dat de UEFA haar macht misbruikte jegens de Super League.
Het arrest noemt zaken als solidariteit, herverdeling van inkomsten, ‘openheid’ en – het nadrukkelijkst – ‘sportieve verdienste’. Maar hoe die zaken precies ingevuld worden is aan de UEFA
De exacte strekking van de nieuwe spelregels is aan de UEFA. Het arrest blijft er relatief vaag over, al noemt het wel zaken als solidariteit, herverdeling van inkomsten, ‘openheid’ en – het nadrukkelijkst – ‘sportieve verdienste’. De precieze invulling is aan de UEFA, net als de beoordeling of nieuwe competities voldoen aan die criteria. Maar – en dit is cruciaal – mocht dit tot onenigheid leiden met een eventuele nieuwe organisator – kans: 99 procent – dan mag een volgende rechter vaststellen of de nieuwe criteria wettig zijn (en of de UEFA ze juist beoordeelde).
Wel kun je uit het arrest één conclusie trekken: een plan zoals voor de Super League, de editie die werd voorgesteld in april 2021 – gaat er niet komen. Dit was immers een ‘gesloten’ competitie; een competitie waar de meeste ploegen niet uit konden degraderen, wat ingaat tegen de nadruk van het Hof op openheid en sportieve verdienste.
2. De deur staat wagenwijd open voor nieuwe competities
De UEFA staat dus in haar recht als ze een gesloten competitie verbiedt. Dit sterkt op het eerste oog de huidige houding van de UEFA: wij verdedigen de traditie van het Europese voetbal, dit legitimeert onze machtige positie. Maar het Hof helpt haar snel uit haar droom.
Nieuwe competities simpelweg verbieden – zoals de UEFA in haar laatste versie* van de toelatingsregels doet – omdat ze nadelig zijn voor de Champions League mag niet. Als voorstellen voor nieuwe competities stroken met de toelatingscriteria, dan kan de UEFA die alleen verbieden als ze kan aantonen dat haar eigen competitie – de Champions League – aantrekkelijker is.
Wat maakt een competitie aantrekkelijk? Wat vermoedelijk zal tellen zijn variabelen als het aantal toeschouwers dat wordt bereikt en het aantal clubs dat uitzicht heeft op deelname aan de competitie. De boodschap van het Hof aan de UEFA is dus: bewijs maar – in detail – dat jouw toernooi die doelstellingen beter waarmaakt dan andere toernooien van eventuele andere aanbieders.
Of de UEFA dat waarmaakt, is ter beoordeling van nationale rechters. Een pittige klus; het is niet zo simpel voor een rechter om te bepalen welke competitie ‘evident’ beter voldoet aan dergelijke criteria. Maar ja, dat is de taak van de rechter op zoveel terreinen, stelt de Portugese jurist en ex-FIFA-functionaris Miguel Poiares Maduro. Het is aan de strijdende partijen om de rechter te overtuigen.
Concreet: een organisatie die komt met een voorstel dat identiek is aan de Champions League, kan niet worden geweigerd, schrijft hoogleraar Europees recht Steve Weatherill in een blog over de uitspraak. Een organisatie die komt met een voorstel dat niet precies maar wel ongeveer lijkt op de Champions League, wel voldoet aan de UEFA-criteria, en economisch ‘aantrekkelijker’ is, kan ook niet worden geweigerd door de UEFA.
Dit is ‘dynamiet’, stelt Weatherill – omdat dit parallelle competities mogelijk maakt. De uitspraak zegt namelijk niks over de noodzaak om slechts één elitecompetitie te hebben. En waarom zou juist de UEFA de organisatie zijn die de best denkbare competitie organiseert? Het Hof lijkt nu de facto een prijsvraag te hebben uitgeschreven voor investeerders wereldwijd: moge alle goede voorstellen winnen.
Een Champions League die niet door de UEFA wordt georganiseerd – is dat erg? Niet per se, lijkt me. Waarom zou je een evident betere competitie niet willen – ook al zit de UEFA er dan niet achter? Wel erg, als je het mij vraagt tenminste, is als er drie of meer Champions Leagues zijn, zoals in het boksen. Het arrest maakt dit mogelijk.
3. Een mogelijk gevolg: een betere UEFA die onder politieke druk beter voetbal mogelijk maakt
Dat iets juridisch kan, betekent nog niet dat het ook gaat gebeuren. Belangrijker is de vraag wat de clubs willen. Enkele topclubs hebben al gezegd geen trek te hebben in het nieuwe, ‘open’ voorstel van de organisatie achter de Super League, dat meteen na de uitspraak naar buiten werd gebracht, een toernooi dat de huidige drie Europese clubcompetities – en de bijbehorende beroemde bekers – zouden beconcurreren.
Hangen de clubs toch aan de Europese voetbaltraditie, aan de UEFA, aan de Champions League, aan de ‘beker met de grote oren’?
Dat zou sterk zijn, want in 2021 wilden ze zich nog sentimentloos afsplitsen. Mogelijk heeft de houding van de topclubs ermee te maken dat ze nog meer macht (en dus geld) kunnen krijgen van de inkomsten die de UEFA met de Champions League verdient. Door de uitspraak van het Hof is hun onderhandelingspositie sterker geworden. Een eigen competitie beginnen is juridisch immers houdbaar.
Als de clubs gezamenlijk een beter plan opzetten voor het voetbal als geheel dan dat de Champions League nu biedt, dan kan de UEFA hen niet meer stoppen. Tenzij de UEFA zelf een aantoonbaar aantrekkelijker plan opstelt. Inderdaad: in theorie kan het arrest disciplinerend werken. ‘Spelers, fans, media’, zegt jurist Jan Zglinski, ‘kunnen de UEFA nu controleren. Zijn je solidariteitsbetalingen groot genoeg? Doe je genoeg aan het opleiden van jeugdspelers? Et cetera.’
Zglinski en Poiares Maduro zien aanwijzingen in het arrest dat het Hof wil dat de UEFA de gelden uit de Champions League eerlijk verdeelt – dat is nu niet zo. Rijke clubs uit grote landen krijgen standaard meer geld dan clubs uit kleine landen – zelfs als ze veel slechter presteren.
Misschien moet de politiek eens zeggen wat de bedoeling is met het voetbal in Europa, in plaats van dat rechters telkens moeten uitvogelen wat de Europese Unie blijkbaar wel en niet goed vindt
De vraag is wel: hoe weegt een rechter die voornoemde economische factoren in zijn of haar beoordeling? Wat is de definitie van aantrekkelijk? Wat is ‘eerlijk’? En: welke rechter bepaalt dat? Het Europese Hof laat dat karwei over aan de nationale rechters. Dit kan leiden tot shoppen van recht. Welke rechter in welk land is het meest genegen ja te zeggen tegen een nieuwe competitie? Nieuwe organisatoren zullen al snel de gunstigste rechter weten te vinden. Waarop – ongetwijfeld – het Europese Hof weer moet gaan uitzoeken of dit rechtmatig is.
Dit alles – juridisch shoppen, een mogelijke wildgroei aan competities, machtige clubs die de UEFA afpersen, eindeloze juridische procedures – is op zijn zachtst gezegd niet ideaal. Het Hof kan hier weinig aan doen, zegt Weatherill. Misschien, zegt hij, en vele vakgenoten met hem, moet de politiek eens zeggen wat de bedoeling is met het voetbal in Europa, in plaats van dat rechters telkens moeten uitvogelen wat de Europese Unie blijkbaar wel en niet goed vindt.
Je zou bijvoorbeeld kunnen regelen dat er maar één echte Champions League en één echte Europees kampioen kan zijn: die van de UEFA. Je kan in ruil eisen dat de UEFA modern wordt bestuurd, en dat de inkomsten van de Champions League via een eerlijke sleutel worden verdeeld over de clubs – anders dan nu het geval is. Wel zo overzichtelijk allemaal, maar misschien moeten de schrikbeelden (drie Champions Leagues!) wat levendiger worden voordat dat gebeurt.
In de tussentijd moeten we het, naast het voetbal, doen met chaos, intrige en een heleboel juristen.