De harde realiteit na vier jaar Brexit: alle beloftes naar de gallemiezen
Vier jaar na de Brexit is het tijd om de balans op te maken: de cijfers, de experts en de Britse burgers zijn onverbiddelijk. Zelfs de hardnekkigste voorstanders blijven gedesillusioneerd achter. Wat ging er mis? En wat kan Nederland daarvan leren?
‘We sturen de EU 50 miljoen pond per dag. Laten we dat geld gebruiken voor onze gezondheidszorg.’
De reusachtige battle bus van Boris Johnson stond klaar voor de Leave-campagne. Op de felrode zijkant pronkten de vetgedrukte witte letters. Dit is meer dan een voertuig – het is een teken van eenvoud, politieke bravoure, en een middelvinger naar EU-functionarissen. Zij zijn het probleem, was de boodschap. En wij gaan het oplossen.
Brexiteers als Johnson wisten dondersgoed waar ze tégen waren: het opsturen van hun belastinggeld naar het Europese continent, bemoeizuchtige Brusselse bureaucraten, en bovenal: immigranten.* De Brexit als duizenddingendoekje. Stijgende zorgkosten, hoge energieprijzen, lage lonen? Weg uit de EU was weg met je problemen.
Op 23 juni 2016 stemden de Britten voor een Brexit. Drie premiers en 1.317 dagen later, op 1 februari 2020, werd het plan waarheid: het Verenigd Koninkrijk vertrok als het eerste land ooit uit de Europese Unie.
Voor Nederland was de Brexit in de eerste plaats slecht economisch nieuws: een belangrijke handelspartner verliet de interne markt, die staat voor het vrije verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal binnen de EU-lidstaten. Tarieven over handel met de Britten kosten onze bedrijven geld.
Maar de Brexit was ook een handig experiment, zo op afstand. In 2016 wilden drie op de tien kiezers in Nederland een Nexit,* en nog eens 14 procent twijfelde erover. Wie weet hadden Nigel Farage en Boris Johnson wel gelijk, was het idee: als het daar een daverend succes wordt, moeten wij dat voorbeeld volgen. Het Verenigd Koninkrijk was een prima proefkonijn.
Inmiddels is de Brexit alweer vier jaar geleden, en hebben we een aardig beeld van hoe het dat proefkonijn is vergaan.
Die extra 50 miljoen per dag? Daar gelooft niemand meer in
‘Wij zullen vrijhandel en toegang tot de interne markt behouden’, schreef Boris Johnson – toen nog columnist – drie dagen na het Brexit-referendum.* ‘Als we het juiste doen, zal het waarschijnlijk vier of vijf jaar duren voordat Groot-Brittannië laat zien dat het buiten de Europese Unie floreert’, voegde Brexiteer Simon Wolfson daar een paar maanden later aan toe.*
Jacob Rees-Mogg, een fervent Brexit-supporter wiens verschijning doet denken aan een personage uit een Victoriaanse roman, voorspelde dat we rond 2025 een ‘post-Brexit-dividend’ van wel 135 miljard pond zouden gaan zien.* De economie zou een flinke boost krijgen!
Inmiddels is het aantal buitenlandse investeringsprojecten in het VK gedaald naar 1.654 per jaar;* een afname van meer dan een kwart sinds 2016. Eens de topbestemming in Europa voor dergelijke investeringen,* is het VK nu door Frankrijk ingehaald.
De Brexit kost de Britse burger nu al gemiddeld 850 pond per jaar,* volgens een schatting van het oudste onafhankelijke economisch onderzoeksinstituut van het land. In 2017, een jaar na het referendum, voorspelden onderzoekers van de London School of Economics al dat de Brexit ieder huishouden minstens dat bedrag zou kosten.* Daarvan kun je een hypermoderne wasmachine kopen, met een stoomfunctie en een geluidsdemper.*
Niet alleen experts zien de schade – ook het oordeel van de burger is onverbiddelijk
Verwacht wordt dat deze kosten zullen oplopen tot 2.300 pond per jaar in 2035.* Dit komt voornamelijk door verminderde handel met de EU, een lagere productiviteit en een aanhoudende daling in buitenlandse investeringen vergeleken met een bestaan binnen de Unie.
Niet alleen experts zien de schade – ook het oordeel van de burger is onverbiddelijk. Slechts 13 procent van de Britten gelooft dat de Brexit positief is geweest voor de economie. Slechts 11 procent denkt dat het de lonen heeft verhoogd, en maar 7 procent meent dat het gunstige effecten heeft gehad op supermarktprijzen.*
Niemand lijkt meer te geloven in die 350 miljoen per week extra. Zelfs Nigel Farage, de vleesgeworden Brexit-campagne, geeft toe dat het uittreden vooralsnog geen spectaculair succes was. Al wijst hij daarbij met de vinger naar de Conservatieve Partij, die de Brexit gewoonweg veel beter had moeten vormgeven.*
Het VK blijkt toch niet zo'n populaire handelspartner
De economische malaise heeft alles te maken met handel. Met de Brexit verloor het Verenigd Koninkrijk toegang tot de Europese interne markt. Daardoor wordt de in- en uitvoer van goederen duurder en ingewikkelder. (Ironisch genoeg was de battle bus van de Leave-campagne afkomstig uit Polen en Duitsland.)*
Volgens de Brexiteers zou de vrijhandel juist opbloeien met een Brexit. ‘We kunnen niet over wereldwijde handelsovereenkomsten onderhandelen, want de EU doet dat voor ons’, schreef Nigel Farage drie dagen voor het referendum.* Na een Brexit ‘zouden we vrij zijn om te handelen in ons eigen nationaal belang, ongehinderd door EU-bureaucratie’. Een jaar later deed Liam Fox, de toenmalige Britse minister van Internationale Handel en Brexiteer, een belofte: zodra het Verenigd Koninkrijk zou uittreden, ‘één seconde na middernacht’, zouden er al veertig handelsovereenkomsten getekend zijn.*
De eerste deals na de Brexit werden niet gesloten met economische grootmachten, maar met landen als Chili, Israël en de Faeröereilanden.* Inmiddels zijn de drie grootste overeenkomsten die met Zwitserland, Japan en Canada. Er is nog altijd geen handelsovereenkomst met de Verenigde Staten.*
Frank van Oort, hoogleraar stedelijke en regionale economie aan de Erasmus Universiteit en een van de best ingelichte Brexit-deskundigen van Nederland, deed onderzoek naar de economische gevolgen van het Britse vertrek uit de EU. De Brexiteers dachten dat ze zelf – beter dan de EU – akkoorden zouden kunnen sluiten met ieder individueel land, legt hij uit. Maar ze gingen daarbij aan twee belangrijke punten voorbij. Ten eerste: de meeste handel vindt plaats met geografisch nabije landen – zoals EU-lidstaten.*
En ten tweede: sommige Brexiteers dachten dat ze minder handel met de EU konden compenseren door nieuwe akkoorden te sluiten met de Verenigde Staten, voormalige koloniën of Aziatische landen. Maar ook dat valt flink tegen. Neem de Amerikanen: voor hen is het Verenigd Koninkrijk maar een kleine speler. Hoewel handel met kleinere landen best mogelijk is, brengt het sluiten van een nieuw handelsakkoord veel uitdagingen met zich mee, vertelt Van Oort. Zo moet er worden voldaan aan allerlei kwaliteitsstandaarden.
In vergelijking met de grote EU-markt, zijn de Amerikaanse inspanningen om met het VK te kunnen onderhandelen (en de regulering die daarbij komt kijken) dus veel minder lonend. Hierdoor staan de Britten lager op de lijst bij hun gewenste handelspartners, en is er vier jaar na de Brexit nog steeds geen akkoord bereikt.
'Take back control'? Het migratiesaldo nam alleen maar toe
Toch is de Brexit meer dan een verhaal over economische schade en vrijhandelsakkoorden. Ook vóór het referendum was het vonnis van economen al duidelijk: een Brexit zou de economie niet helpen. Dit was zelfs het speerpunt van de gefaalde Remain-campagne, die door Brexiteers smalend ‘Project Fear’ werd genoemd.*
Het belangrijkste punt van de Leave-campagne was dan ook grip op de eigen grenzen. ‘Take back control’, was de slogan. Een week voor het referendum stond Nigel Farage voor een gigantische poster. Je zag daarop een stoet migranten en vluchtelingen van kleur, met daarboven in rode letters: ‘BREAKING POINT’.
Maar sinds het Brexit-referendum is het migratiesaldo (het aantal nieuwkomers minus het aantal vertrekkers) alleen maar toegenomen. En niet zo’n beetje ook: in 2022 kwamen er netto 745.000 mensen bij.* Dat is een toename van meer dan 100 procent sinds 2016.
Hein de Haas, hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam en auteur van Hoe migratie echt werkt, legt uit waarom. Niet oorlog en geweld, maar arbeidstekorten zijn de belangrijkste drijfveer van migratie, schrijft hij. * Migratie overkomt ons dus niet – ze wordt veroorzaakt door economische behoeftes op onze eigen bodem.
Vier jaar na de Brexit gelooft slechts een op de tien Britten dat de controle over migratie daardoor is verbeterd
Pijnlijk voorbeeld: eind 2021 kampte het Verenigd Koninkrijk met een gebrek aan vrachtwagenchauffeurs voor het afleveren van cadeaus,* wat leidde tot een snelle invoering van nieuwe tijdelijke visa zodat kerst niet in het water zou vallen!
Ja, het Verenigd Koninkrijk kan sinds 2020 zelf bepalen wie binnenkomt, maar die arbeidstekorten zijn er nog altijd. De Haas noemt de Britse gezondheidszorg: daar komt 35 procent van de dokters en 28 procent van de verpleegkundigen uit het buitenland.* Politici doen alsof migratie ons overkomt – dat het niets te maken heeft met onze eigen verlangens en levensstijl – maar de werkelijkheid is dat migranten vacatures vullen.
Dus voelen veel burgers zich voor de gek gehouden. Vier jaar na de Brexit gelooft slechts een op de tien Britten dat de controle over migratie daardoor is verbeterd. Brexit-stemmers hadden, dankzij de praatjes van politici, vaak misvattingen over migranten. Zo geloofden ze dat migranten zomaar verschenen en hun problemen veroorzaakten, in plaats van die op te lossen. Het is begrijpelijk dat ze nu teleurgesteld zijn.
Tussen het VK en de EU ligt een zee van teleurstellingen
Terug naar die beruchte rode bus. Die 350 miljoen pond per week voor de Britse gezondheidszorg? Die kwam er niet. Economen, zowel voor- als tegenstanders van Brexit, zijn het erover eens dat de financiële bijdrage van het VK aan de EU aanzienlijk lager was dan de kosten die de Brexit voor de staatskas met zich meebracht.*
In plaats van extra financiering kampt de gezondheidszorg in het VK nu met ernstige personeelstekorten. Voor het referendum werden deze tekorten steeds meer opgevangen door medisch specialisten uit de EU en landen als Liechtenstein, Noorwegen, IJsland en Zwitserland. Maar die trend is na 2015 vrijwel gestagneerd,* van anesthesisten tot hartchirurgen en van psychiaters tot kinderartsen. Na de Brexit-stemming zagen Europese dokters minder toekomst in het VK dan bij een ander resultaat.
En ook op dit thema weerspiegelt de publieke opinie de realiteit: hoeveel mensen denken dat Brexit de gezondheidszorg heeft geholpen? Een schrale 9 procent.*
Met minder dan een jaar te gaan tot de volgende verkiezingen, is de Brexit de hardnekkige vlek op het blazoen van de Conservatieve Partij. Dat toegeven zou een blamage zijn, dus kiezen de Tories ervoor het onder de mat te vegen. Alles wijst erop dat ze afstevenen op hun slechtste verkiezingsresultaat van de afgelopen eeuw. Voor het eerst in veertien jaar ligt de weg open voor Labour om terug te keren naar de macht.
Wat begon als een golf van zelfvertrouwen en optimisme, lijkt uitgemond te zijn in een zee van teleurstellingen en onvervulde verwachtingen. Het is nu aan Europese politici om waardevolle lessen uit dit debacle te trekken. Het experiment is mislukt – die EU is zo slecht nog niet.