Prof. Soortkill is schrijver. Zijn naam is een pseudoniem, hij presenteert zich in de openbaarheid altijd met deze nom de plume, als een personage. Een soort iemand. Hoogleraar van de straat. Samen met een groep geestverwanten opereert hij in de Bijlmer op allerlei manieren: ze maken muziek, hiphop, ze geven les, coachen, inspireren, schrijven boeken. Ze staan voor een mentaliteit, een levenshouding, een inspirerend voorbeeld voor de jongeren om hen heen. Zo werken ze aan emancipatie van iedereen die het maar horen wil in de kwetsbare wijk, die geplaagd wordt door armoede, stress, drugs, geweld: het is mogelijk om je te onttrekken aan de geest van negativiteit die veel mensen in de greep heeft, een gevoel van machteloosheid en uitzichtloosheid. 

En ze doen dat op een originele manier. Zo spreken ze over de Smibanese University, een trainingsprogramma. Het woord ‘smibanese’ stamt van Smib. Dat is een omkering van Bims, aanduiding van de Bijlmer. Mooi voorbeeld: ze draaien dingen om, zetten ze op hun kop, en creëren zo hun eigen speelruimte.

Prof. Soortkill publiceerde vorig jaar het lijvige boek Smibologie. Hij herschrijft daarin de vaderlandse geschiedenis; de zwarte bladzijden van de slavernij maken er onlosmakelijk deel van uit. Hij schrijft ook op een inspirerende manier over de geschiedenis van de hiphopbeweging, die teruggaat op revolutionaire bewegingen van Afro-Amerikanen als The Black Panther Party en Nation of Islam.

In het laatste deel van Smibologie ontvouwt Prof. Soortkill de ideologie van hun beweging, hun collectieve mentaliteit. Alle verzamelde kennis (ook van verschillende religies) leidt tot een praktisch programma van elf punten. Opvallend is dat dit allemaal leefregels zijn, met een hoog ethisch gehalte. Ken jezelf. Studeer. Eet goed. Zuiver je ati, je hart. Heb weet van je erfenis. Alsof Smibanese University een soort kloosterorde is, ja op straat, en Prof. Soortkill dus een priester.

We hebben afgesproken op het Bijlmerplein, in het gebouw waar vroeger de ING zat, een kantoorkolos die is getransformeerd tot woningen en hippe werkplekken. We staan buiten. Midden in het getto, zoals het heet. Maar dat voel ik niet zo …  

‘Nee, ik ook niet. Is het ook niet, maar ook weer wel. Ik zie daar nu kinderen lopen, vredig. Iedereen loopt op een stapvoets tempo alsof ze zich niet druk maken. Maar tegelijkertijd, achter de schermen, spelen er taferelen die vergelijkbaar zijn met een getto. Of met een achterstandswijk of probleemwijk, maar dat zijn andere woorden voor getto.’

Jij noemt het zelf een getto.

‘Het is er. Hier in Nederland ontkent men vaak dat het er is. Dat heeft te maken met het feit dat het in Amerika anders is. “Ja, maar het is niet zoals in Amerika.” Ik zeg altijd: “Of je nu één vinger breekt of vijf, je breekt een vinger.” Zo is het ook met de getto. Dat de getto in Amerika groter is en de problematiek daardoor ook groter, maakt niet dat het er hier niet is.’

Het gebouw waar jij woont ziet er chique uit. Dat is een façade? 

‘Grotendeels. We hebben nu te maken met gentrification. Men ziet er heil in om hier een mooie plek van te maken zodat mensen hier kunnen leven. Toen ik hier in begin 2000 kwam was dat nog niet het geval. Dit is de gerenoveerde getto.’

Kijk iets verder en je ziet armoede? Drugs, criminaliteit, geweld. Jij schrijft: Als je hier geboren wordt sta je met 3-0 achter.

‘Klopt. Soms zelfs vier. Ik met drie.’

Wat betekent dat?

‘Er zijn achterstanden waar je je nog niet eens bewust van bent. Dat zit vooral in de geschiedenis. Die munt heeft een goede en slechte kant. Als je Nederlander bent, dan zit je aan de goede kant. Je bent onderdeel van een rijk en krachtig land, met een rijke geschiedenis. Dat zijn funderingen waarop gebouwd kan worden. Ik zit aan de andere kant. Wij hebben te maken met ander erfgoed. Wij komen van het gedeelte “ten koste van”. Dat erfgoed heeft zo veel belemmeringen dat het voelt alsof je met een 3-0- achterstand de wedstrijd begint. En uiteindelijk is het leven een wedstrijd.’

Maar jij bent niet een verliezer. Jij bent een winnaar?

‘Dat heb ik mezelf aangeleerd, en van huis uit meegekregen. Je moet winnen.’

Je kwam hier pas wonen toen je zeven was, en je kwam uit een andere wereld. Hoe merkte je dat?

‘Ik pakte voor de eerste keer de metro, en dacht: “Wat is dit, man?” Ik kende alleen Bijlmerveld, Kwaku, en Amsterdam Arena. Ik kende alleen de Intertoys, hier om de hoek, maar ik wist niet dat er plekken als Gein en Reigersbos waren. Ik kende Zuid-Oost niet. Het zag er anders uit dan waar ik vandaan kwam. Nieuw-Sloten is een nieuwbouwwijk. Dat is kinderlijk, speels.’

En dit?

‘Veel minder kinderlijk, en veel minder speels.’

Professor Soortkill is een soort silhouet?

‘Klopt, het is een silhouet. Ik onttrek mezelf ermee aan de situatie om te laten zien dat iedereen kan doen wat ik op mijn manier doe. Ik wil niet dat het te veel om mij draait. Soortkill betekent type persoon. Of soort guy of soort gast of whatever.’

Oningevuld. 

‘Ja, precies.’

Dat is bijzonder. Als je hier geboren wordt, dan sta al met 4-0 achter. Dat is een invulling. Jij zegt daar nee tegen: je kan jezélf invullen? 

‘Klopt, en dan begin je op nul. Je moet jezelf herprogrammeren tot je blanco bent. Zo kom je van de nalatenschap af en de consequenties die daarmee gepaard gaan. Zo is het met het leven in general. Alles wat wij zien is een manifestatie van iets wat in gedachten begon. Zo is het ook met de nalatenschap en alles waar men hier mee te maken heeft. Het heeft ook te maken met de gebrekkige mentaliteit. Dat heeft natuurlijk zijn oorzaken, maar je moet je daarvan ontdoen. Dat is wat professor Soortkill heeft gedaan.’

Zich ontdoen van de verkeerde denkbeelden…

‘Inderdaad.’

Die kunnen je in een soort wurgende greep houden. Professor Soortkill is een daad van verzet: geen identiteit hebben eigenlijk.

‘Tegelijkertijd is het een nieuwe identiteit. Dat is de Smibanese University. Daarom ben ik een professor op de Smibanese University. Wij leven volgens de ideologie Smibologie: “Oké. De vork zit zo in de steel, maar we maken er dit van…” 

Je maakt je eigen wereld. Iemand hoeft niet ten prooi te zijn aan de wereld waar hij in terecht komt? 

‘Honderd procent. Ik geloof dat we allemaal de opgave hebben om ons leven vorm te geven naar wens en wil, maar weinig mensen hebben dat door. Ik kijk de laatste tijd filmpjes van Bob Proctor, zo’n motivational speaker. Hij is inmiddels overleden, maar hij heeft het hierover. Mensen hebben niet door dat je het leven moet creëren, dat je jezelf moet creëren. Het gaat niet over jezelf zoeken en vinden. Het is gewoon creëren. Hier vergeten mensen dat al helemaal. Hier leven negen van de tien mensen met een survival-mentaliteit. Als ze maar brood op de plank hebben is het cool. Ook zij worden niet gelukkig van dat minimale bestaan. Dat moet veranderen.’

Maar dat is te begrijpen als de omstandigheden zo moeizaam zijn. Eerst brood op de plank, en zorgen dat de kinderen kleren hebben. Misschien met een boterham naar school.

‘Sterker nog, daar komen ze vandaan. In Suriname is dat het geval. Daar leeft men vandaag de dag nog steeds om te overleven. Dat is daar de norm, dus dat hebben mensen vaak niet door. Maar in dit land is het helemaal niet de norm. We leven hier in een kapitalistisch land, dus het doel is kapitaliseren. Als jij dan met een survival-mentaliteit leeft, sta je sowieso al achter en kom je nooit op gelijke hoogte.’

Dan speel je een ander spel.

‘Je speelt een ander spel, en dan verlies je sowieso. En dat moet veranderen.’

Is er een moment geweest dat je hier dreigde af te glijden, toen je hier kwam wonen met je zeven jaar? 

‘Jawel, gewoon in onwetendheid. Niet weten en niet begrijpen. Niet beseffen maar wel ervaren, en het dan op jezelf betrekken. Gewoon denken dat het toch wel zo is. Iedereen zit erin, dus het is wat het is. Tot het moment dat ik wakker werd.’

Dat is het interessantste moment. Hoe komt het dat jij bent wakker geworden?

‘Op een gegeven moment ging ik een beetje blowen. Allemaal nutteloze shit dacht ik, maar daardoor ging ik wel langer nadenken over zaken waar ik eerst niet zo bij stilstond. Bepaalde gesprekken met mensen, in de coffeeshop. Een keerpunt was de eerste actie van Kick Out Zwarte Piet. Toen die guys werden opgepakt dacht ik: “Ja man, er is shit die niet klopt.” Dat vergeet je als je in survival modus bent. Toentertijd zat ik ook op school, en het ging altijd slecht op school. Dat waren de zaken die aan de orde waren, maar op een gegeven moment ging ik uitzoomen. We hebben toch te maken met een erfenis waar niemand om heeft gevraagd, maar die mensen in de weg zit. Dat ging hand in hand met leeftijd. Ik was zestien, en begon dingen op YouTube te kijken. Ik kwam Malcolm X tegen, Black Panthers. Daar ging ik steeds dieper in.’

Je hebt je eigen studie gecreëerd? 

‘Dat is wat Smibanese University is: je eigen school zijn. Worden en zijn. Ik had op een gegeven moment door dat school het niet is voor mij. Niet dat ik er niet goed in ben. Ik vond het gewoon bullshit. Ik vond dat het niet op maat was met wat ik qua kennis nodig had om mezelf te ontwikkelen naar de persoon die ik moest, wilde en zou worden. Dus dan kan ik beter mijn eigen school beginnen, dacht ik.’

Een belangrijk hoofdstuk in Smibologie is gewijd aan het slavernijverleden. Je herschrijft die bladzijden van de vaderlandse geschiedenis en noemt de slavernij een spirituele massamoord.

‘Dat is het toch? Weet je wat grappig is? Grappig is het verkeerde woord. We hebben allemaal Nederlandse, of in ieder geval westerse namen. Het is zo normaal dat ik opgroeide met voetballers als Patrick Kluivert en Clarence Seedorf. Eigenlijk is dat niet normaal. Het zou toch ook raar zijn als jij een Afrikaanse naam had? Dit is zo genormaliseerd dat men daar niet eens bij stilstaat. Maar als zelfs onze naam Nederlands is dan moeten we beseffen hoe diep de invloed is van het verleden. Tot aan profvoetballers als Steven Bergwijn. Dat komt niet omdat zijn moeder is getrouwd met een Nederlandse man. Het komt door de slavernij. Dat heeft invloed tot aan de naam die een familie draagt. Dat moeten we beseffen.’

Dat gaat over dat uitwissen van je geschiedenis, en daarmee je persoonlijkheid? 

‘Helemaal. Ik heb veel Ghanese vrienden. Zij zeggen vaak dat Surinamers net als hen zijn, maar meer gebrainwasht. Dat is te zien in ons doen en laten. Maar in het binnenland van Suriname praten de mensen zoals ze in Afrika praten. Dat zijn mensen die zich in de achttiende eeuw hebben bevrijd van de kolonisator. In Suriname praat men Nederlands. Dat is de voertaal. We noemen onze eigen religie afgoderij. Het gaat diep. Dat is de invloed van het kolonialisme en in contact blijven met de kolonisator.’

Hoe herstel je dat?

‘Ik heb altijd het idee dat het herstellen net zo lang duurt als de tijd dat het probleem zich heeft voortgezet. Ik ga het waarschijnlijk niet meemaken.’

Dan heb je het over eeuwen.

‘Dat geloof ik, maar als persoon kan je een aanzet doen en daarin het proces versnellen. Dat heeft te maken met kennis. Al heb ik zo’n boek geschreven, ik heb nog steeds gewoon te maken met zulke denkbeelden. Die gaan niet zomaar weg.’

Wat zit er in jouw hoofd waar je op die manier last van hebt?

‘Ik heb bewust met een paar van mijn neven besproken dat we een zwarte vrouw moesten hebben. We gingen dat onszelf opleggen omdat we merkten dat we uiteindelijk toch vooral met witte vrouwen dateten. Dat komt door hoe we zijn opgegroeid. Mijn eerste dromen waren van witte vrouwen. Ik denk niet dat witte mannen of Marokkanen dat hebben. Die denkbeelden liggen zo diep dat je jezelf moet herprogrammeren. Dat wil niet per se zeggen dat ik nooit iets met een witte vrouw zou kunnen hebben. Maar meer dat die brainwash een automatisering in stand heeft gebracht die ons op afstand houdt van onze essence. Daar moet je jezelf in terugvinden. Wat ik nu beschrijf is een uiting van hoe ik mezelf wil herprogrammeren. Het is mooi, want sindsdien kwamen er andere vrouwen op mijn pad. Maar het is een bewuste keuze en besef. Het is zo, en waarom?’

Uiteindelijk maakt het niet uit, maar je moet het automatisme doorbreken? Daar ligt de vrijheid.

‘Uiteindelijk vinden we onszelf ook het meest terug in de mensen die op ons lijken, of komen waar we vandaan komen. Dat was vaak een ding. Dat ik uiteindelijk merkte dat ik anders was, en dat we elkaar daardoor niet helemaal konden begrijpen. Wie ben ik eigenlijk? Wat ben ik? Het is een proces om daarbij stil te staan. Verandering bestaat niet van de ene op de andere dag. De verandering die ik zou willen zien ga ik hoogstwaarschijnlijk niet zien, maar ik draag een steentje bij. Als iedereen zo zou denken, dan blijven dingen veranderen.’

In dat bewustwordingsproces gaat hiphop een belangrijke rol spelen. Maar er gaat nog iets aan vooraf, en dat is het wintigeloof. Waar staat dat voor?

‘Het heeft te maken met geestelijke erfenis. De geestelijke erfenis van je voorouders. De spirituele karakteristieken die iedereen heeft. Hoe kunnen we daarmee in lijn leven? Hoe ontwikkelen we dat? Hoe onderhouden we dat?’ 

Wat bedoel je met die spirituele trekken?

‘Bijvoorbeeld: in het leven is de een soms goed in theorie, en de ander goed in praktijk. Ik geloof in winti. Iedereen heeft een bepaalde gave gekregen om te ontwikkelen, en die gave gaat vaak hand in hand met een geestelijke erfenis. Ons bewust zijn van die geestelijke erfenis, en daar als familie mee bezig zijn, zorgt ervoor dat iedereen beter in zijn stoel zit. Men noemt winti vaak bijgeloof, maar het is net als andere religies een levensbeschouwing. Hoe we naar de wereld kijken. Ik ben me erin gaan verdiepen om een beter beeld te krijgen van waar mijn voorouders vandaan komen. Hoe was onze wereldbeschouwing voordat wij werden beïnvloed door het Westen? Ik ben christelijk opgevoed. Ik ben gedoopt, maar ik voelde altijd dat dat het niet was. Dan kom je erachter dat onze kolonisator dat heeft opgelegd en niet wilde dat we bezig waren met winti. Ik heb de mentaliteit dat ik alles doe wat de oppressor niet wilde. Daarom ging ik me erin verdiepen.’

Wat is jouw purpose?

‘Ik weet nog niet precies wat mijn purpose is. Ik weet wel wat mijn opgelegde taak is in dit leven. Dat is mensen voorzien van bevrijdende informatie, op elke manier. Ik weet gewoon dat dat het is. Overtuigd.’

Dus schrijf je over een aantal emancipatoire bewegingen van zwarte mensen, met name in Amerika die vooraf gaan aan hiphop. Nation of Islam en de Black Panthers. Malcolm X, Marcus Garvey, UNIA. Er zit een enorm potentieel aan revolutionaire bewegingen in die geschiedenis.

‘En van veel is men zich niet bewust. Het heeft ook nog te maken met het feit dat het in Amerika gebeurde. Maar we weten zo veel van Amerika; hoe weten we dit niet? Het is informatie die men moet weten omdat het kracht geeft. Een Nederlander krijgt ook kracht als die zich verdiept in zijn geschiedenis en erachter komt wat in zijn optiek de helden waren. Dat kan jou kracht geven. Zo kijk ik naar die geschiedenis. Wij hebben te maken met een diaspora. Met allemaal verdwaalde mensen, maar daarbinnen waren er ook mensen die hun weg wisten te creëren. Die anderen wisten te empoweren. Dat geeft mij in ieder geval wel kracht.’

Wie is jouw grootste held?

‘De grootste is lastig. Huey Newton. Malcolm X. The Honorable Elijah Mohammed. Marcus Garvey. Minister Farrakhan. Meestal hebben de kopstukken van die bewegingen mij geïnspireerd.’

Iemand als Malcolm X is in wezen een held geweest?

‘Hij was echt een held, man. Hij was niet de oprichter maar de beste student. Hij zat vast. Hij was in criminaliteit, drugs verkopen, noem maar op. Op een gegeven moment zat hij in de gevangenis en kwam hij in aanraking met de Nation of Islam. Toen heeft hij zichzelf omgetoverd tot de persoon die hij is geworden. Tot een van de grootste woordvoerders van de Nation of Islam. Hij is een held in elk opzicht. Ik snap niet dat er een ander perspectief bestaat.’

Als je je niet verdiept associeer je hem met het gebruik van geweld. 

‘Ja, maar dat is gek. In mijn boek vertel ik één kant van het verhaal. Zij komen uit de tijd van Jim Crow-wetten. Mensen werden mishandeld, zomaar neergeschoten, zomaar opgepakt. Hij zei: "We moeten ons beschermen by any means.” Martin Luther King was nonviolent. Als ze een bepaalde actie hadden, en de politie schoot gewoon een aantal zwarte mensen neer, deden ze niets. Malcolm X ging zich verdedigen by any means necessary. Dan gaat iedereen zeggen: “Kijk, hij wil geweld plegen.” Maar in interviews maakte hij iedereen die dat zegt monddood. Ook de presentator weet dat hij niks meer kan zeggen. Als jij mij continu zou aanvallen, dan mag ik toch mezelf verdedigen? Als dat vuur met vuur bestrijden is, dan is dat het. Zo was de filosofie van Huey Newton. Een panter is in principe niet gewelddadig tot hij zich bedreigd voelt, en dan gaat hij aanvallen. Daarom heetten ze de Black Panthers. De Black Panthers zijn opgericht op de dag nadat Malcolm X stierf, want ze hebben zijn mentaliteit voortgezet. Het was een groep studenten. Zij bewapenden zichzelf voor als ze werden aangevallen. Het is hypocriet om te zeggen dat ze gewelddadig zijn. Wat moet je anders doen? Op de bank zitten en wachten tot je wordt neergeschoten?’

Jij bent een erfgenaam van die mensen. We hebben het nu over geweld, maar ze waren vooral bezig met emancipatie. Ze deden maatschappelijk werk. Ze wilden zorgen voor onderwijs en strijden tegen armoede.

‘Dat was hun hoofdmissie. Terwijl ik mijn boek schreef ging ik hun boeken lezen. Of het nu Bobby Seale, Huey Newton, Malcolm X of Elijah Mohammed was, ze beschrijven allemaal dat ze niet eens bezig waren met het Westen. Ze zijn bezig hun eigen gemeenschap te laten revalideren van alles wat ze meegemaakt hebben. En herprogrammeren. Ze zijn vooral bezig met hun eigen mensen.’

Dit alles vindt zijn weg in de ontwikkeling van een van de belangrijkste artistieke uitingen van de laatste halve eeuw, de hiphop. Die revolutionaire geest beschouw je als een van de kernen van hiphop.

‘Is het ook. Uiteindelijk zijn veel mensen lost in translation geraakt. Er is een hiphopindustrie gekomen die nu het topje van de ijsberg is. Maar hiphop ontstond uit kinderen van mensen in de Panther Party, of in de Nation of Islam. De ouders van Kanye West, om een voorbeeld te noemen van iemand die nu nog aan de top staat, zaten ook in de Panther Party. Kinderen van mensen die bezig waren met hun identiteit, met zichzelf ontworstelen. De kracht in jezelf vinden. Ook dat is hiphop.’

Dat is de ziel die je heeft geïnspireerd bij het creëren van de ideologie van Smibologie? 

‘Ik zie hiphop als een oplossing. Er is hiphop als collectief gedachtegoed en hiphop als industrie. Dat zijn de producten die eruit komen. Muziek, kleding, noem maar op. Het immateriële van hiphop was er als eerste, vanwaaruit het materiële kwam. Het immateriële is een een-op-een kopie van wat er daarvoor gebeurde.’

Ze vonden een intrigerende uitingsvorm.

‘Op een gegeven moment was de druk er wat meer van af. Er kwam civilisatie. De Civil Rights Act. De problematiek van de jaren zestig is in de jaren tachtig vervormd. Er was meer mogelijk. Daarom is hiphop zich meer gaan uiten. Het richt zich meer naar elkaar toe, in plaats van iets te moeten bevechten. Hiphop was peace, love and having fun. Dat was de essentie, en dat is het nog steeds.’

Je maakt een duidelijk onderscheid tussen de Nederlandse en de Amerikaanse scene. Dat revolutionaire was bij pioniers in Amerika een sterke drijfveer, maar dat hadden we in Nederland niet? 

‘Op een andere manier. Hier zijn het voornamelijk Surinamers en mensen van Curaçao, van de Nederlandse Antillen of Kaap-Verdië. We zijn ons minder bewust van waar mensen in Amerika zich bewust van zijn, omdat het daar gebeurde. De Black Panthers en Nation of Islam waren daar echt.’

Wij hebben in Nederland nooit zo’n beweging vanuit jongeren gehad. 

‘Alleen op een kleinere schaal. In Suriname waren er best veel bewegingen. Ook in relatie tot wat er in Curaçao gebeurde. Er waren veel studenten en jongerenbewegingen. Maar het was allemaal op een kleinere schaal, dus het was nog makkelijker om het de kop in te drukken. Er was de vereniging Ons Suriname. Dat is wat vandaag de dag de Black Archives is. In de jaren tachtig waren mensen al aan het protesteren tegen Zwarte Piet. Het was er altijd al. Er was ook een Black Panther Party. De Black Panthers hadden contact met vereniging Ons Suriname. Mitchell Esajas heeft me ooit een brief tussen hen laten zien. Het contact was er al, maar het was hier kleiner. In Suriname is het kleiner. In Suriname woonden nog niet eens een miljoen mensen. In Amerika wonen meer dan 20 miljoen zwarte mensen. De shit die daar gebeurt is moeilijker onder de radar te houden. In Suriname was het makkelijk. Er zijn misschien drie kranten, die er niet over schrijven. Er is misschien één nieuwszender, die er niet over praat. Daar weet niemand het, maar het was er altijd al. Wij nakomelingen hebben die bagage niet.’

De Nederlandse fotograaf, Erik van Cuyk heeft een prachtig boek gemaakt over drillrappers in Zuid-London. I Don’t Fold Under Pressure. Hij fotografeert ze voor wie ze zijn. Bij de presentatie stelde hij de vraag: “Hoe moet je kijken naar dat flirten met geweld?” Wat is dat? Is het een uitdrukking van de wereld waarin zij leven? 

‘In de drillscene zitten verwarde zielen. Ze kunnen er niet veel aan doen. Het is een way out. Het trok vanuit de entertainment veel aandacht. Op een gegeven moment ontstond dat genre binnen rap. Hiphop is vooral een way out. Uiteindelijk is dat een ding geworden dat mensen willen nastreven en naleven, terwijl het destructief is. De meeste van die guys gaan zichzelf op hun dertigste afvragen wat ze aan het doen waren. Als ze jong zijn en in die jungle leven met elkaar, maakt het ook bijna sense. Terwijl het totaal geen sense maakt. Ook in Zuid-Oost krijg je dan geen shows meer op een gegeven moment. Veel van die guys die views pakken op YouTube en streams op Spotify kunnen geen carrière bouwen omdat ze niet door de industrie worden geaccepteerd. Drill is een gebed zonder end. Het gaat helemaal nergens over. Dat weten ze ook. Het gaat niet eens om geld.’

Maar het is wel een uitdrukking van uitzichtloosheid.

‘Ja. Maar in de drugshandel is het verhaal nog: hij heeft mij voor de gek gehouden, dus er vind een afrekening plaats. Daarom vermoord ik hem. In drill is het letterlijk: “Ik kom van hier, jij komt van daar. Wij fokken niet met elkaar, net zoals Ajax en Feyenoord niet met elkaar fokken. Dus als ik jou zie steek ik je neer.” Maakt geen sense. Het zijn verdwaalde zielen. Mensen zijn het besef en de waarde van het leven kwijt. Als je in staat bent om vanuit zo’n logica iemand te willen steken ben je het besef van het leven kwijt. Wat bezielt jou? Het is triest als je erbij stilstaat. Zo is het ook hier. Alle mensen die hiervandaan komen weten dat je dan alleen ellende ziet in iemands ogen. Ze zijn een product van uitzichtloosheid.’

Het valt me op hoe ethisch het programma is dat je ontvouwt in Smibologie. Je hebt een aantal leefregels alsof het een kloosterorde is; dan ben jij een soort priester?

‘Ja, zo zie ik het ook. Ik zie Smibanese University als een spirituele orde. Ik was laatst bij de Reinwardt Academie om een lezing te geven. Aan het einde vroeg een guy of hij bij de Smibanese University kon komen. Lees gewoon het laatste stuk, antwoordde ik, en sluit je aan.’

Maar waar schrijf ik me in?

‘Het bestaat tussen je oren. Zo is het ook met spirituele orde. Er is geen lidmaatschap.’

Ja, maar bij een priester denk je aan een kloosterorde. Dan bouw je een pand ver weg van de wereld. Daar sluit je je op. Dat doen jullie niet. 

‘Misschien komt er op een dag wel zoiets. Ik zou het een ontwikkelingscentrum noemen.’

Dat is het niet? Het zijn meer bewustzijnstrainingen.

‘Het is het aanbieden van een nieuwe identiteit. Als je vanuit deze mentaliteit leeft komt het goed. Als je iets wil overdragen moet het ook vatbaar zijn voor de geest, daarom heet het de Smibanese Theory for Practical Application. Het is theorie voor in de praktijk. Wij zijn het levende voorbeeld. Ik doe dit niet in mijn eentje. Met het collectief Smib leven wij deze mentaliteit allemaal na.’

Die jongen van Reinwardt wil zich graag aansluiten. Hij heeft geen adres. Wat moet iemand doen als hij geïnspireerd is door jullie collectief? Hoe werkt dat? 

‘Nee, het is letterlijk get with the program. Het is een eleven point program. Het leven is zo goed als je mindset. Je mindset is een besturingssysteem. Net zoals je telefoon een instelling heeft. Je telefoon runt op een besturingssysteem. Dat besturingssysteem biedt uitkomsten. Jij moet je eigen besturingssysteem herprogrammeren. Smibanese University biedt een software update in de vorm van Smibologie. Als je dat installeert heb je mij helemaal niet nodig. Dan heb je niemand nodig. Ik heb het niet uitgevonden. Ik ben erachter gekomen door dingen te onderzoeken.’

Door jarenlang te studeren.

‘Vanmiddag kwam het boek Think and Grow Rich van Napoleon Hill binnen. Dat is letterlijk een programma. Ook zij hebben het niet uitgevonden.’

Maar in dat andere deel van de stad zitten jongeren te worstelen met hun leven. Je kan niet zomaar tegen hen zeggen dat ze zich aan moeten sluiten. Hoe probeer je ze te bereiken? 

‘Het is ook niet zo makkelijk. Het is repetition. Er zijn wetten waar je je aan moet houden. Wetten die je na moet leven. En het is een ontwikkelingsproces, maar ik was net als zij. Ik was uitzichtloos en kansloos. Althans, dat idee had ik. Uitzichtloosheid en kansloosheid zijn ideeën die je jezelf oplegt en accepteert. Dat is dan de werkelijkheid, maar ze moeten vervangen worden. Dat kost veel tijd. Daarom ben ik met professor Soortkill en die soort guy een levend bewijs dat het kan.’

Maar dat is ook om te voorkomen dat het een dogma wordt, of een verkoopbare techniek. Die ontwikkel-jezelf-boeken hebben het doel om geld te verdienen. Ik heb de indruk dat jij je met je collectief ook ongrijpbaar houdt. Niet te definiëren, niet te pakken, niet te makkelijk te pakken.

‘Ja, het kan van alles zijn. Ik ga nooit meer zo’n boek schrijven. Dat heb ik nu al gedaan. Ik wil laten zien dat iedereen kan doen wat hij wil. Zo wil ik leaden by example. Het is niet mijn doel om nu alleen maar motivational boeken te gaan schrijven. We leggen je uit hoe we hier zijn gekomen. Ik ben het levende bewijs dat het waar is wat ik uitleg. Practice what you preach. Niks is gelogen. Ik kan je de bon laten zien. Het is geen façade. Ik kom van hier. Ik heb VMBO-k gedaan. Ik ben gestopt met school. Ik was aan het blowen. Ik had geen uitzicht en perspectief. Ik wist niet wat ik met mijn leven wilde doen. Ik wist letterlijk niet wat ik met mijn leven wilde doen, man. Ik had geen idee. Op een gegeven moment ging ik me verdiepen in bepaalde motivational speakers. Zij zeiden dat je gewoon moet kiezen wat je wil doen. Dat ging ik doen. Ik zag de serie Californication met Hank Moody; hij is schrijver. Dat wilde ik ook wel. Ik hield er ook van om dingen te delen met mensen.’

‘Iedereen van hier moet nooit vergeten dat ik precies als hen ben. Dat leg ik uit op de scholen waar ik langsga. “Ik was gewoon precies net als jullie. Ik was niks aan het doen. Ik was mijn pik aan het aftrekken. Te roken de hele dag. Wiet op vijf euro kopen en met z’n vieren roken op een hoek in de winter. Terwijl het koud was buiten. Ik was ook zo.” 

Maar ergens moet het zaadje vallen. Dat zaadje moet ergens naartoe geblazen worden.

‘Bij mij zijn er veel momenten geweest. In het boek van Paul Coelho, De Alchemist, heten het de almonds. Dat soort keerpunten in het leven. Iedereen heeft ze. Ik had ooit een stagebegeleider die me weg wilde sturen net voordat ik mijn stage had afgerond; dat zou betekenen dat ik zou blijven zitten. Hij zei: “Eigenlijk wil ik je niet alleen wegsturen. Eigenlijk wil ik je ook op je bek slaan, maar ik ga je sparen. Ik ga je één ding vertellen. Als jij leeft zoals je nu leeft ga je niks van je leven maken want je bent onzeker. Je bent dit. Je bent dat.” Ik luisterde en dacht: Hij heeft gelijk. Zo zijn er meerdere keerpunten geweest. Die keerpunten moet je wel op een gegeven moment accepteren. Ik heb hem vorig jaar gemaild toen ik dat boek uitbracht. Hij was het waarschijnlijk vergeten. Ik kan jou ook vragen naar je keerpunten, maar dat kwartje moet dan wel vallen. Als je nog in ontkenning bent dan valt het kwartje niet.’

Het treft me hoe ethisch dat programma is. Het zijn allemaal leefregels voor het goede leven. Niet om geld te verdienen of succes te hebben. Je speelt het voorzichtig uit maar het is wel religieus bepaald? 

‘Heel erg. Leefregels. Ik had het net over een besturingssysteem. Programmeren is gebouwd op principes. Leefregels zijn principes. De eleven point program is een wetgeving van principes. Als je dat installeert vormt het een programma, Smibologie. Iedereen heeft leefregels, of niet. Als je lawless bent gaat er niks van komen. Dat is een vrijgevochten boel, en daar kom je nergens mee. Je moet op een gegeven moment bepaalde leefregels hebben. Zo eet ik. Zo sport ik.’

Voeding. Lichaam.

‘Omgang met mensen.’

Het zijn geen revolutionaire dingen. 

‘Nee, het zijn simpele dingen. Je moet een zuiver hart hebben.’

Nou, hoe doe je dat? Een zuiver hart?

‘Dat is een hels karwei. Ik verdiepte me in Bob Proctor. In een interview werd hij gevraagd om drie dingen aan te raden. Eén. Je moet elke ochtend tien dingen opschrijven waar je dankbaar voor bent. Twee. Je moet liefde uitzenden naar drie mensen die je niet kan uitstaan.’

Moet je ernaartoe? 

‘Nee, je moet het uitspreken. Stel je voor. Je schrijft drie mensen op. Zeg tegen jezelf: “Ik wens hen dit. Ik wens hen dat.” Zo zuiver je je hart. Daarom is wat ik heb opgeschreven niet van mij. De Smibanese University is opgericht in 1734. Wij zijn een afzender.’ 

Je trekt een lijn door. 

‘We dragen de fakkel over. We brengen de fakkel naar een groep mensen die niet eens wisten dat er een fakkel was. De meest vruchtbare bron van overvloed in het leven is het verlenen van een service. Als jij een waardevolle service verleent krijg je er veel voor terug. Dat begon ik te beseffen. Ik wil mijn leven toewijden aan het verlenen van een service. Geen praktische service, maar mensen kracht geven. Als ik iemand kracht kan geven, geeft dat mij ook kracht. Ik word sterker. Het is een win-win, man. Ik ben er blij mee.’

Leef je in vreugde?

‘Natuurlijk. Altijd zijn er wat dingen. Altijd heb je problemen. Maar ik ben dankbaar. Ik kan doen wat ik wil. Het is al twee uur, maar als ik wil kan ik zo naar binnen en even Playstationen. Lekker eten. Ik kan mijn huur betalen. Ik ben gewoon gelukkig, man. Ik ga gewoon door, en nog meer leuke dingen doen. Mezelf proberen uit te vinden. Het mooiste aan professor Soortkill zijn is dat ik iets doe wat iedereen kan doen. Ik wil mensen wakker maken, en blijkbaar begint het nu te lukken. Vroeger, toen ik mezelf nog wilde wakker schudden, heb ik een document voor mezelf geschreven: “Er gaat een dag komen dat dit allemaal gaat landen. Dat mensen wakker worden en ik kan niet wachten tot die dag.” Nu is het er. Voilà. Dat was letterlijk hoe ik begon te schrijven. Dat heette Het Boek dat met elke Bladzijde Beter Wordt. Ik ging het doen. Ik weet niet waar ik het over moet hebben dus ik ga maar tegen mezelf praten. Ik ging elke dag evalueren. Gedachten die ik had uitschrijven. Daarin beschreef ik alles wat ik nu doe.’

Ik hoop dat zich veel mensen zullen willen inschrijven bij Smibanese University.

‘Ja. Als ze dat niet doen moeten ze een ander programma vinden. Maar waar het om gaat is dat we dit leven hebben gekregen. Dat is een gift, en zo moet je het behandelen. We raken verdwaald in waar het over gaat. Maar betekenis geef je zelf. Daar moeten we mee bezig zijn. Als iemand dat op zijn manier doet is hij succesvol. Succes heeft niet te maken met roem of rijkdom. Het is realiseren wat je voor ogen ziet. Zorg dat je een succesvol bestaan hebt. Als dat niet het programma is van Smibanese University, vind iets anders. Of vind het zelf uit, al hoef je het wiel niet opnieuw uit te vinden.’ 

Meer lezen & luisteren?