Hebben economische sancties tegen Rusland zin?
Na het neerhalen van vlucht MH17 door - waarschijnlijk - Oekraïense separatisten werden door de Europese Unie en de Verenigde Staten al snel economische sancties tegen Rusland aangekondigd. Maar hoe effectief zijn economische sancties eigenlijk? Wat zijn de succesfactoren? En wat de nadelige bijwerkingen? Een explainer.
De Europese Unie besloot vorige week woensdag in reactie op het neerhalen van vlucht MH17 meer Russische bedrijven en burgers op de sanctielijst te plaatsen. Nog dreigender: er werd overwogen om hele sectoren van de Russische economie aan sancties te onderwerpen, mochten de Russen hun steun aan Oekraïense rebellen niet staken.
Afgelopen vrijdag publiceerde The New York Times een artikel waaruit blijkt dat Rusland haar steun aan de separatisten alleen maar heeft opgevoerd. Dat betekent dat meer sancties in het verschiet liggen.
Maar, werken economische sancties wel?
Het antwoord op die vraag hangt er maar helemaal van af wat je onder ‘werken’ verstaat. Van de 1.412 sancties die van 1945 tot 2005 werden opgelegd en in de database van Morgan en anderen werden opgenomen, waren er 27,2 procent een ‘volledig succes.’ Dat wil zeggen: het gesanctioneerde land voldeed uiteindelijk aan alle of vrijwel alle voorwaarden van de landen die de sancties oplegden. Als schikkingen - waarbij beide partijen iets moesten inleveren - werden meegerekend, kwam het succespercentage uit op 40,8 procent.
Uit onderzoek blijkt dat er twee factoren doorslaggevend zijn voor het succes van sancties: de betrokkenheid van de internationale gemeenschap en de omvang van de economische kosten voor het gesanctioneerde land.
Met de EU en de VS die achter de Rusland-sancties staan is er een belangrijk internationaal blok vóór sancties. Maar een belangrijke handelspartner als China, die in mei met Rusland nog een gasleveringsovereenkomst ter waarde van zo’n 400 miljard dollar afsloot, doen niet mee. Het is een westers sanctiefeestje.
Ook met de economische pijn valt het vooralsnog erg mee. De EU en de VS gebruiken tot nog toe vooral ‘gerichte sancties’, oftewel: sancties tegen bepaalde individuen en bedrijven. Hoewel populair zijn zulke sancties zelden voldoende om het doelwit van beleid te doen veranderen. Hétvoorbeeld van succesvolle sancties waren die tegen Moammar Khadafi’s Libië: hij gaf in 2003 zijn atoomprogramma op en liberaliseerde de Libische economie. Het "succes" was echter niet alleen te danken aan economische sancties. Naast de stok werden Khadafi ook wortels voorgehouden en was er de dreiging van militaire interventie.
Brede economische sancties, waarbij hele sectoren van een economie worden aangepakt, bieden meer mogelijkheden tot succes, vooral als de EU hieraan mee zou doen. Onderzoekers Elena Mclean en anderen laten zien dat als de grootste handelspartner (in Ruslands geval: de EU) meedoet aan sancties, er een grotere kans op succes is. Maar zelfs dan blijft het lastig. Rusland is namelijk een economische grootmacht én enorm grondstofrijk.
Wat zijn de nadelen?
Sancties die streng genoeg zijn om echte pijn te veroorzaken hebben ook nare bijwerkingen. De Amerikaanse wetenschapper Reed Wood analyseerde de gevolgen van economische sancties tussen 1976 en 2001 op staatsrepressie. Economische sancties op autoritaire landen veroorzaakten over het algemeen meer onderdrukking, zo constateerde hij.
Zijn collega’s Peksen en Drury concludeerden dat het implementeren van economische sancties voor een slechtere mensenrechtensituatie en democratie zorgde. Machthebbers gebruiken de sancties als een excuus om politieke rechten in te perken en oppositiepartijen te onderdrukken.
Bovendien leert de ervaring dat sancties ervoor zorgen dat de bevolking zich uit nationalisme achter de leider schaart. Uit de meest recente peiling van Gallup blijkt bijvoorbeeld dat Vladimir Poetin nog nooit een hogere waardering van de Russische bevolking kreeg. Ruim 83 procent van de Russen was tevreden met Poetin. Tegelijkertijd daalde de Russische waardering van het Amerikaanse en Europese leiderschap tot een absoluut dieptepunt (respectievelijk 4 en 6 procent).
Vijhonderdduizend kinderddoden? ‘We think the price is worth it?’
In een ander onderzoek concludeert Peksen dat naarmate sancties strenger worden er een steeds grotere impact op de volksgezondheid is. Het schoolvoorbeeld van sancties waarbij de gezondheidskosten de baten overtroffen, waren die op Irak in de jaren negentig. Toegegeven, Irak was militair sterk verzwakt door de sancties en de wapeninspecties. Tegelijkertijd zorgden de sancties volgens UNICEF-directeur Carol Bellamy echter voor ongeveer een half miljoen extra kinderdoden. Toen de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright gevraagd werd naar dit cijfer antwoordde ze simpelweg: ‘We think the price is worth it.’ Een tamelijk wrede kosten-batenanalyse.
Dus, werken sancties?
De ervaring leert, samenvattend, dat de effectiviteit van sancties onzeker is en sterk afhankelijk van de mate waarin een land economisch pijn kan worden aangedaan. En strenge sancties kosten ook veel: meer haat jegens het Westen, een verslechterde volksgezondheid, een hogere staatsrepressie, minder democratie en ga zo maar door. ‘Is the price really worth it?’