De maan krijgt een eigen tijdzone – maar wat gaat daarmee verloren?
Waarschijnlijk krijgt de maan een eigen tijdzone − handig voor de internationale ruimtevaart. Het hemellichaam dat ooit fungeerde als natuurlijke klok voor de mensheid voegen we zo naar het ritme van onze planeet. Wat doet dat met onze kijk op de maan?
Toen de Apollo-astronauten in de jaren zestig van de vorige eeuw in hun raket richting de maan schoten, reisden ze 384.000 kilometer lang in dezelfde tijdzone.* De maan stond los van de aarde en dus ook van aardse klokken. Dat de epische reis zich voltrok in de kloktijd van Houston, waar het vluchtleidingscentrum zich bevond, was niet meer dan logisch. In het grijs-witte landschap werden geen uren geteld. Wie naar de maan gaat, moet zelf zijn tijd meenemen.
Decennialang was dit de standaard. Chinese maanrobots opereren in de Chinese standaardtijd, de Duitse in de Midden-Europese tijd, enzovoorts. Maar de dagen dat de maan zich kon onttrekken aan een aardse tijdrekening lijken nu voorbij.
Vorig jaar stelde de European Space Agency voor om de maan een eigen tijdzone te geven.* Onlangs kopte het Amerikaanse Witte Huis dit voorstel in met de oproep aan ruimteorganisatie NASA om binnen twee jaar tot een internationaal geaccepteerde Coordinated Lunar Time te komen.*
Op zoek naar de ultieme maantijd
Vanuit de ruimtevaart bezien is het een logische ontwikkeling. Na een tijdperk van relatieve rust is de maan een gewilde reisbestemming aan het worden, en allang niet meer alleen voor een handvol grote ruimtevaartorganisaties. Er staan voor de komende tien jaar honderden missies gepland, waarvan een groot deel is geïnitieerd door commerciële bedrijven. Er zijn plannen voor mijnbouw op de maan, voor nieuwe wetenschappelijke missies en voor het 3D-printen van raketonderdelen* om vanaf de maan verder de ruimte in te reizen. China,* India* en de Verenigde Staten* zijn voornemens ruimtestations te bouwen waar mensen langdurig kunnen verblijven. Als al die afgezanten uit verschillende werelddelen in hun eigen tijd reizen, bouwen en handelen, wordt het chaos.
Een dag op de maan gaat een fractie van een seconde sneller dan op aarde
En dus wordt er gezocht naar de ultieme maantijd. Een grote vraag hierbij is of die synchroon zou moeten lopen met de aardse standaardtijd (UTC) waar de tijdzones op onze planeet op gebaseerd zijn. Het probleem is dat een dag op de maan een fractie van een seconde sneller gaat dan op aarde, vanwege de geringere zwaartekracht. Door de rotatie van de maan verschilt het verstrijken van de tijd ook nog eens continu per locatie op het maanoppervlak ten opzichte van de aarde. Maan- en aardetijd bij elkaar houden betekent dus voortdurend synchroniseren.
Het is misschien een beter idee om de maan- en de aardetijd los te koppelen. Mochten de twee contact verliezen, dan blijven de klokken op onze natuurlijke satelliet in elk geval gewoon doortikken. Zo’n onafhankelijk tijdsysteem zou dan kunnen worden gekopieerd naar Mars, het volgende doelwit van de ruimtevaartindustrie. Alleen, hoe houd je de seconden nauwkeurig bij op een hemellichaam waarop de tijd zich wiebelig gedraagt?
Er wordt gediscussieerd over atoomklokken in een baan rond de maan,* over hoe je de perfecte klokken bouwt in de ruimte, over de vraag of een dag daar boven van een andere duur zou kunnen zijn en wat voor impact dat dan zou hebben op het 24 uursritme van toekomstige maanbewoners.
Wat in alle consternatie rond die aangekondigde maantijd nauwelijks aan de orde komt, is de vraag wat het voor de maan betekent om na miljarden jaren zonder klok te worden ingekapseld in het dwingende ritme van een kapitalistisch planeetje.
De maan als grijze god
Ver voor de ruimtevaart was de maan al met onze tijd verbonden. Zij was onze eerste chronometer, bepaalde met haar cycli wanneer er geoogst, gezaaid en gefeest moest worden. En terwijl wij hier op aarde onze kalenders naar haar rondgang voegden, bleef zij bestaan in een ruimere, mythische tijd. Een grijze godin die op ons neerkeek met een voorspelbaar patroon van verschijnen en verdwijnen. ‘The moon glows the same: it is the drifting cloud forms that make it seem to change’, schreef de Japanse haikumeester Matsuo Bashō aan het einde van de zeventiende eeuw.*
Behalve een klok was de maan een kracht die dieren en oceanen in beweging bracht, vogels en vissen deed migreren,* kwallen en kevers aanspoorde tot paren. Mensen trok ze op gezette tijden hun huis uit om in haar witte licht te vieren en te gedenken. Ik wil hier niet betogen dat we terug moeten naar een pre-industrieel tijdperk van maanverlichte nachten en een betoverde natuur, maar het is iets om bij stil te staan – dat na duizenden jaren de rollen tussen maan en mens zijn omgedraaid. Niet zij, maar wij bepalen nu het ritme.
Hoe een gemiste trein heeft geleid tot tijdzones
Het zaadje van deze toekomstige maantijd werd meer dan een eeuw geleden geplant. Met de opkomst van het kapitalisme ontstond het idee van tijdzones. Het waren de spoorwegen die hierin een beslissende rol speelden; de Amerikaanse treinen vervoerden zowel goederen als mensen over grote afstanden en kampten met een gebrek aan efficiëntie, omdat veel steden en staten hun eigen uren telden.
Het verhaal gaat dat Sir Sandford Fleming, een ingenieur bij de Canadese spoorwegen, op een dag in 1876 de trein miste en zo op het idee kwam van afgebakende gebieden met gelijk tikkende klokken.* In 1883 brachten de Amerikaanse en Canadese spoorwegen zijn idee in praktijk door het Noord-Amerikaanse continent te verdelen in vijf tijdvakken. De grote spelers in de internationale handel, landbouw en industrie zagen er wel heil in. Een jaar later werd een deken van tijdzones over de aarde gelegd. De nulmeridiaan, waarop alle klokken moesten worden afgesteld, liep dwars door het Engelse Greenwich,* de thuisbasis van het Engelse koninklijke observatorium.
De standaardisering van tijd en seizoenen
Het was niet alleen een verandering ten behoeve van gemak en efficiëntie, maar ook de verandering van een wereldbeeld. Het is nu bijna niet meer voor te stellen hoe grillig en lokaal de tijd van oudsher was. Een eeuw voor de klokken werden de seizoenen al gestandaardiseerd. Aanvankelijk waren die per plek geënt op natuurlijke fenomenen, zoals de bloei van een specifieke boom of de terugkeer van een lokale trekvogel. Aan het einde van de achttiende eeuw koppelde de Duitse Societas Meteorologica Palatina er vaste data aan.*
Bijna niemand kent nog het kangoeroeappelseizoen
Zo werd de plaatsgebonden tijdservaring langzaam maar zeker opgeofferd aan een abstractere, gestandaardiseerde indeling van dagen en seizoenen. Die doelmatige tijdsindeling sneed door haar kunstmatige karakter vaak de banden door tussen mensen en hun leefomgeving. In zijn boek The Colonisation of Time beschrijft Giordano Nanni hoe de Aboriginals in Australië hun seizoenen kwijtraakten door de westerse standaardisering van jaargetijden. Bijna niemand kent nog het kangoeroeappelseizoen, het palingseizoen, het orchideeënseizoen of het seizoen van de groene sprinkhaan. Door de koloniale cultuur die het jaar in vieren knipte, verwaterden de tijdsmarkeringen van de oorspronkelijke bewoners.
Dit verhaal deed mij denken aan een bomenexpert die zich ooit bij mij beklaagde over de ‘kindersterfte’ onder Randstedelijke bomen. Waar een gemiddelde boom makkelijk een eeuw oud wordt, is de levensverwachting van stedelijke bomen gemiddeld dertig jaar,* zei hij. Bomen, was zijn conclusie, worden te langzaam voor ons. Ze komen niet meer mee in het tempo waarin wij bouwen en groeien. Er zijn nauwelijks nog plekken die meer dan dertig jaar onaangeraakt blijven. Omdat we elk aspect van het leven in dezelfde kloktijd wringen, raakt ons wereldbeeld vervormd. We worden tijd-analfabeet. We verliezen het zicht op trage processen zoals het groeien van een boom. En op de niet-lineaire tijd van een cirkelende maan.
Meetikken op het ritme van aardse efficiëntie
Onze tijd is geen objectieve indeling van de werkelijkheid. Het is een raster dat we over de aarde leggen, en nu ook over de ruimte. Wat cyclisch met ons meebewoog, wordt opgeslokt door rechtlijnige uren en dwingende seconden.
Van een nauwelijks bereikbare verte wordt de maan in hoog tempo een continent van de aarde. Een plek die we niet alleen kunnen bezoeken, maar ook kunnen benutten en annexeren. Die raadselachtige, voorheen tijdloze aanwezigheid, die mensen, dieren en oceanen in beweging brengt, gaat meeslaan op het ritme van efficiëntie. Het is de vraag wat deze zoveelste onttovering van een landschap betekent voor ons vermogen onder de indruk te zijn van dat wat groter is dan wij. We winnen er een tijdzone bij en verliezen daarmee uitzicht op tijdloosheid.