Plotseling wil Wilders geen Nexit meer – met dank aan de Brexitpuinhoop
Vlak voor de Europese verkiezingen kondigt Geert Wilders aan dat hij tóch niet pleit voor een Nederlands vertrek uit de EU. Daar is maar één reden voor: sinds de ravage van de Brexit wil geen kiezer in Europa er meer aan. En dus volgt de populist – zij het knarsetandend.
Ik wrijf in m’n ogen, maar het staat er echt, pontificaal bovenaan het artikel van RTL Nieuws: ‘De PVV pleit niet langer voor een vertrek van Nederland uit de Europese Unie.’*
Meer dan een kwarteeuw geleden, in 1998, zette Geert Wilders zijn eerste stappen als Tweede Kamerlid voor de VVD. Ruim zeventien jaar geleden maakte de PVV haar entree in de Tweede Kamer, in 2006. En nu, in het jaar 2024, geeft Wilders voor het eerst de formatie vorm, als leider van de grootste partij van Nederland, met hulp van Pieter Omtzigt (NSC), Dilan Yeşilgöz (VVD) en Caroline van der Plas (BBB).
Maar juist op dit kritieke keerpunt, nu Wilders eindelijk invloed kan uitoefenen vanuit het hart van de macht, schrapt hij de belangrijkste steunpilaar van zijn agenda. En let wel: dit verdwijnt niet in een compromis binnen een coalitieakkoord, het wordt ook niet ‘in de ijskast’ gezet zoals Wilders’ andere omstreden standpunten, maar het wordt in zijn geheel geschrapt uit het programma van de partij waarvan hij als enige lid is. Twee maanden voor de Europese Parlementsverkiezingen.
Zelf maakt hij er geen groot punt van, en media hebben er amper mee uitgepakt. Maar in de kleine lettertjes zit een grote draai. Geert Wilders, de vleesgeworden Nexit, die bij de vorige Europese verkiezingen (2019) nog een ‘spoedig’ vertrek van Nederland uit de EU eiste,* heeft afstand genomen van zijn langgekoesterde wens.
‘We zullen keihard werken om de Unie van binnenuit te veranderen’, verklaart hij.*
Nadat ik in mijn ogen had gewreven, vroeg ik me af: wat zit hier achter? Inmiddels woon ik al een tijd in het Verenigd Koninkrijk, en wat ik daar na de Brexit heb zien gebeuren zou best weleens een verklaring kunnen zijn. Hear me out.
Geen trotser volk dan de Britten. En toen kwam de Brexit
Zo’n zes jaar geleden kwam een Eurostar tot stilstand op station King’s Cross St. Pancras. Worstelend met twee grote, rechthoekige koffers, maakte ik kennis met het land dat jarenlang mijn thuis zou blijven.
Wat mij tijdens die eerste maanden in het Verenigd Koninkrijk het meest opviel, was het diepgewortelde gevoel van trots onder de mensen. Het was niet opzichtig, maar stevig verankerd. Ik ontdekte dat Britten heel anders naar hun paspoort keken dan Nederlanders.
Patriottisme was niet iets oubolligs, en niet voorbehouden aan figuren zoals Jacob Rees-Mogg – de oerconservatieve, Victoriaanse slungel. Integendeel, ook de jonge, progressieve generatie was trots om Brits te zijn. Soms grensde dit eergevoel zelfs aan arrogantie richting continentaal Europa.
‘Wij hebben The Beatles, jullie André Rieu. Wij hebben de Premier League, jullie de Eredivisie. Wij hebben koningin Elizabeth II, jullie zijn bicycle monarchies’. (En dan kenden ze prins Bernhard jr. nog niet.) Maar vooral: ‘Wij hebben de oorlog gewonnen, terwijl jullie al na vijf dagen capituleerden.’
De Britten maakten heus grappen over hun overdreven beleefdheid, hun droevige keuken en hun mateloze drankzucht. Maar als buitenstaander was het riskant hun cultuur te bespotten. Dan kreeg je verontwaardigde blikken. Het sluimerende eergevoel van een recente wereldmacht was nog sterk aanwezig, anders dan in Nederland, waar je alles en iedereen de maat kunt nemen. Culture shock.
Het vertrek uit de Europese Unie heeft het Britse zelfbeeld drastisch aangetast
Hoe anders is het nu, zes jaar later. In gesprekken over de positie van het Verenigd Koninkrijk op het wereldtoneel is de ooit zo kenmerkende trots ver te zoeken. En steeds weer keert één thema terug als boosdoener in deze conversaties: de Brexit.
Het vertrek uit de Europese Unie heeft het Britse zelfbeeld drastisch aangetast. Een deuk in de vaderlandsliefde geslagen. De eens zo rozige beloftes zijn niet waargemaakt.
Maar – en dat is het punt – niet alleen het Britse zelfbeeld heeft een tik gehad van de Brexit. Het vertrek van de Britten heeft in heel Europa burgers behoorlijk anders doen kijken naar de zin en noodzaak van de EU. Met in hun kielzog populistische politici als Geert Wilders, die knarsetandend de massa volgen.
De Brexit: bepaald niet een unaniem belachelijk groot succes
Laten we beginnen met de Britse publieke opinie over Brexit, in de vorm van een quiz:
Laat ik me voorzichtig uitdrukken: in het binnenland is de Brexit bepaald niet unaniem een belachelijk groot succes. Voorheen wezen politici naar anderen als schuldigen voor de problemen – naar immigranten, naar Brussel, noem maar op. Wij Britten zijn groots, maar we worden tegengehouden door hen. Na de Brexit blijkt dat een leugen, of je nou kijkt naar de falende gezondheidszorg,* de overvolle gevangenissen,* of uit elkaar vallende schoolgebouwen.*
Door de Brexit is niet alleen de Conservatieve Partij een deel van haar geloofwaardigheid kwijt, maar zijn ook het vertrouwen en de trots van het volk ernstig aangetast. Het vertrouwen in de politiek ligt lager dan ooit. Twee derde van de Britten is minder trots op het Verenigd Koninkrijk dan vóór de Brexit.* Groot-Brittannië lijkt zijn grootheid kwijt.
In 2016 stemde een meerderheid van de inwoners voor de Brexit, met name vanwege immigratie en Brusselse bemoeizucht, maar nu, aangewezen op zichzelf, blijkt het bestaan buiten de EU vies tegen te vallen.
Wie is er gevoeliger voor de volkswil dan de moderne populist?
Wat heeft Wilders hiermee van doen? Ook buiten de Britse grenzen heeft de Brexit de gemoederen beroerd. In 2016 was de Europese Unie in veel landen diep impopulair. In de zogenaamde approval ratings was slechts 51 procent in Nederland positief over de EU, 50 procent in Duitsland, en 38 procent in Frankrijk.*
Sinds het Brexit-referendum is de waardering voor de EU aanzienlijk gestegen: naar 67 procent in Nederland (+16 procentpunt), naar 71 procent in Duitsland (+21 procentpunt), en naar 57 procent in Frankrijk (+19 procentpunt).*
Slechts een op de tien Nederlanders is nog voorstander van een ‘Nexit’, volgens een recente peiling van het Sociaal Cultureel Planbureau.* Ter vergelijking: drie dagen voor het Brexit-referendum, op 20 juni 2016, was de groep Nederlanders die wilde uittreden nog groter dan de groep die in de EU wilde blijven.*
Een vertrek uit de EU kan niet meer rekenen op de steun van de bevolking. En wie is er nu gevoeliger voor de volkswil dan de moderne populist? Op 8 april verklaarde Wilders zelf luid en duidelijk de voornaamste reden voor zijn ommezwaai: ‘Ik zie dat daar in Nederland geen draagvlak meer voor is’.*
En Wilders is niet de enige: in heel rechtspopulistisch Europa waait de wind ineens uit een heel andere hoek. Het radicale keerpunt van Geert Wilders is opmerkelijk, maar is daar slechts één voorbeeld van.
In heel rechtspopulistisch Europa waait de wind uit een heel andere hoek
Forum voor Democratie, hoewel nog steeds voorstander van een vertrek uit de EU,* haalde eerder de Nexit-ambities van zijn website, naar eigen zeggen vanwege de ‘paniek’ over Brexit.* Ook de eeuwige euroscepticus Marine Le Pen uit Frankrijk wilde vlak voor de Franse presidentsverkiezingen in 2022 plotseling wél in de Europese Unie blijven.* ‘Frexit is absoluut niet ons project’, verklaarde ze.*
Dan hebben we de Italiaanse premier Giorgia Meloni, die in haar eerste toespraak voor het Italiaanse parlement in oktober 2022 haar steun voor de Europese Unie uitsprak, ‘want dat is de plek waar Italië luidkeels zijn stem kan laten horen’.* Vóór de Brexit moest diezelfde EU volgens Meloni nog worden opgeheven. ‘De EU-ervaring is voorbij voor ons’, bulderde ze in 2017. ‘Ze [de Unie] moet worden opgedoekt.’*
Jarenlang konden Wilders, Baudet, Le Pen en Meloni vrijuit raaskallen over de voordelen van Nexit, Frexit en Italexit, omdat het fenomeen ongetest was en hun partijen toch geen meerderheid hadden. Maar de verschuiving in de publieke opinie na het Brexit-referendum heeft alles veranderd. Een EU-exit is geen stemmenmagneet meer; het is een blok aan het populistenbeen.
Brussel de schuld geven van alles: het brengt je geen steek verder
Als de Brexit ons – en de Britten in het bijzonder – iets heeft geleerd, is het dit: immigranten of Brusselse bureaucraten opvoeren als zondebok voor elk probleem is zinloos. Het is alsof je een symfonie probeert te componeren met slechts één noot. Het werkt niet.
En toch, bij de Tweede Kamerverkiezingen van november 2023 was het vingerwijzen en het overdrijven van problemen onder politici modieuzer dan ooit. Tegenwoordig lijken zij steeds meer gefocust op het benadrukken en uitvergroten van moeilijkheden, in plaats van zoeken naar wezenlijke oplossingen.
Menig verkiezingsdebat voelde aan als oppression Olympics. Welke lijsttrekker kon zich het allerbest inleven in de kommer en kwel van de gewone man – zij het de kleine ondernemer, de gepensioneerde, de alleenstaande ouder, de ijverige boer, of de gepassioneerde klimaatactivist? Wie kon de kiezer het best afschilderen als machteloos slachtoffer, gedupeerd en genaaid door ‘Brussel’ of ‘de asielzoeker’?
Zelfs de doorgaans optimistische VVD liet zich bekeren tot performatief pessimist, en maakte asielzoekers tot speerpunt van haar campagne. Plotseling werden kiezers niet meer gezien als veerkrachtige individuen die hun eigen toekomst kunnen vormgeven, maar werden ze neergezet als weerloze slachtoffers van veel te soft migratiebeleid. Niet langer waren burgers de scheppers van hun eigen lot, maar slechts onderdanen ervan. We zijn niet zelfstandig, we zijn zielig!
Het is een manier van denken en praten die ons als land (en de VVD zelf) niets gaat brengen.
Wat kan de PVV nog waarmaken zonder Nexit?
De grote vraag – met het oog op de Europese Parlementsverkiezingen in juni – is of kiezers en politici de diepere betekenis van Wilders’ draai doorgronden: met euroscepsis en het sentiment dat ‘de hoge heren in Brussel alles voor ons beslissen’ win je vanuit de oppositie misschien zetels, maar als puntje bij paaltje komt brengt het je geen steek verder bij het oplossen van je problemen – integendeel zelfs.
Met zijn Nexit-draai lijkt Geert Wilders nu stilzwijgend toe te geven dat politiek bedrijven meer behelst dan wat hij al jarenlang meesterlijk doet: zorgen oppoken en moeilijkheden benadrukken. Alleen maar anderen de schuld geven werkt vanuit de oppositiebanken; niet als je macht hebt.
Tegelijkertijd heeft Wilders zich met zijn ommezwaai ook inhoudelijk flink in de nesten gewerkt, want zonder Nexit zijn de belangrijkste andere plannen van de PVV – met name die rond immigratie – ronduit onuitvoerbaar. Ziehier de spagaat van de populist die van alles roept zonder verantwoordelijkheid te dragen.
Eigenlijk is Wilders niet ‘gedraaid’. Hij is op één knie gegaan, heeft een lucifer afgestreken en alle PVV-partijprogramma’s sinds 2012 in de fik gezet. Ook dat van slechts een half jaar (!) geleden, waarvan een Nexit-referendum nog integraal deel uitmaakte, waarin er ‘nul Nederlandse euro’s meer naar Brussel’ zouden gaan, en waar we onze grenzen nog zouden sluiten.
Waarom? Na de chaos in het Verenigd Koninkrijk vinden Nederlanders een Nexit veel te riskant. Ik denk dat Geert Wilders diep vanbinnen geen verantwoordelijkheid wil dragen voor de ravage die het zou veroorzaken. En hij zou wel gek zijn om als populist een verloren zaak te blijven verdedigen.