De belangrijkste hulporganisatie in Gaza krijgt van Nederland voorlopig niets meer – en dat komt Israël bijzonder goed uit
Na Israëls ongefundeerde beschuldigingen aan het adres van UNRWA kiest Nederland ervoor om voorlopig enkel andere hulporganisaties te steunen. Een besluit dat naadloos aansluit bij Netanyahu’s campagne om de VN-hulporganisatie stap voor stap uit Gaza te verdrijven.
Voorlopig gaat er geen extra geld van Nederland naar de VN-hulporganisatie UNRWA in Gaza. En het is de vraag of dat in de toekomst verandert.
Dat besloot het demissionaire kabinet vorige week in reactie op een onafhankelijk onderzoek naar de humanitaire neutraliteit van de hulporganisatie. Het onderzoek volgde op beschuldigingen van Israël: twaalf medewerkers van de hulporganisatie zouden hebben deelgenomen aan de aanval van Hamas op 7 oktober 2023. Bewijs voor deze beschuldiging bleef uit.
De conclusie: UNRWA past de juiste procedures toe om de neutraliteit van de organisatie te waarborgen en treedt daadkrachtig op als die in het geding dreigt te komen. Om deze neutraliteit zo mogelijk nog beter te garanderen, bevat het rapport een aantal aanbevelingen.
Het kabinet verwelkomt deze conclusies. Het zegt ook dat de hulp van UNRWA zonder twijfel onmisbaar is in Gaza. Niet alleen is de VN-organisatie de voornaamste leverancier van noodhulp in het gebied, ze regelt ook vervoer, beveiliging en opslag van hulpgoederen voor andere humanitaire clubs in Gaza.
Toch kiest het kabinet ervoor om juist die andere hulporganisaties te gaan versterken ‘ten behoeve van de diversificatie van de hulp’, om zo het humanitaire systeem minder afhankelijk van UNRWA te maken. Steun aan UNRWA is pas bespreekbaar als de aanbevelingen uit het rapport zijn overgenomen en wanneer het past binnen ‘de specifieke hulpbehoeften van dat moment’.
Op het eerste gezicht een nette afweging. Wat is erop tegen om een hulpsysteem minder afhankelijk te maken van één organisatie?
Maar voor de Gazanen die geen dag langer kunnen wachten op voedsel en medicijnen is deze keuze bijzonder pijnlijk. Zij sterven van de honger. Voor hen is UNRWA een levenslijn.
Pijnlijk is het besluit ook als je bedenkt wat voor politiek steekspel er nu wordt gespeeld rondom UNRWA: door in te zetten op het versterken van alternatieve hulporganisaties, verschaft Nederland legitimiteit aan de discutabele Israëlische campagne om voor eens en altijd van UNRWA af te komen.
Israël is UNRWA liever kwijt dan rijk
Want dat zijn ze, die Israëlische beschuldigingen aan het adres van UNRWA: een campagne. Daarvoor zijn er inmiddels aanwijzingen genoeg.
Sinds haar oprichting, 75 jaar geleden, registreert UNRWA Palestijnse vluchtelingen in het Midden-Oosten en voorziet ze hen van noodhulp en allerhande publieke diensten, zoals onderwijs, zorg en zelfs afvalinzameling.
Waren dat aanvankelijk 750.000 vluchtelingen, inmiddels is dat aantal opgelopen tot bijna 6 miljoen.* Deze mensen zijn merendeels staatloos, maar hun vluchtelingenstatus geeft hun het recht om terug te keren naar de plek waar zij zelf of hun (voor)ouders eerder van verdreven werden: Israël dus.
Als deze vluchtelingen daadwerkelijk terugkeren, vormen de Joodse Israëliërs niet langer een meerderheid in het land. Israël beschouwt dit als een existentiële dreiging voor de Joodse staat. En volgens die redenering is UNRWA dus de kern van het probleem.
Daarom is Israël de organisatie al jaren liever kwijt dan rijk.
Het plan om UNRWA uit Gaza te verdrijven
Deze wens om met UNRWA af te rekenen kreeg met de oorlog in Gaza nieuw momentum.
Eind 2023 al – ruim voordat Israël de eerste beschuldigingen uitte aan het adres van UNRWA – kreeg de Israëlische tv-zender Channel 12 informatie over een vertrouwelijk plan van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken om de hulporganisatie uit Gaza te verdrijven.*
Zonder de infrastructuur van UNRWA kunnen andere organisaties hun operaties niet of nauwelijks uitvoeren
Israël zou de kwestie ‘zorgvuldig en geleidelijk’ moeten aanpakken, staat er in dat plan, omdat bondgenoten UNRWA ‘beschouwen als een positieve speler in de humanitaire operatie in Gaza’. Stap één was daarom: onderzoek presenteren over de vermeende banden van de VN-hulporganisatie met Hamas – een dolksteek voor de reputatie van een club met humanitaire neutraliteit als grondbeginsel.
Stap twee: het optuigen van alternatieve hulpstructuren die het werk van UNRWA zouden overnemen. Zo zou UNRWA overbodig worden voor de humanitaire operatie. En stap drie: niet alleen de noodhulp, maar ook de publieke diensten die UNRWA biedt, overhevelen naar een nieuw civiel bestuur dat Israël na de oorlog in Gaza wil installeren.
Dat is wat Israël de afgelopen drie maanden probeerde te doen.
Dat is waar Nederland – al dan niet bewust – een handje bij helpt.
Hoe dat plan zich ontvouwde
Ga maar na. Eind januari kwam Israël met de eerste beschuldigingen van betrokkenheid van UNRWA-medewerkers bij de aanval van Hamas op Israël. Zonder daar bewijs bij te leveren.
Daarna volgden meer beschuldigingen: er zouden wel 42 medewerkers hebben meegedaan aan de aanval, en nog eens 450 zouden anderszins betrokken zijn bij militaire operaties van Hamas. Sterker, zei de Israëlische premier Benjamin Netanyahu: ‘UNRWA is compleet geïnfiltreerd door Hamas’.* Ook nu bleef bewijs uit.
Maar dat bewijs bleek niet eens nodig: negentien landen, waaronder Nederland, trokken al bij de eerste beschuldigingen aan de noodrem. De bewijslast? Die lag bij UNRWA zelf. Of, zoals toenmalig minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Geoffrey van Leeuwen het verwoordde: ‘Het is aan UNRWA om het vertrouwen van de donoren te herstellen’.
Niet alleen bevroren deze donoren hun hulpgelden (UNRWA verloor in één klap de helft van haar budget), ook de politieke steun aan de hulporganisatie zakte onder het vriespunt.
Achteraf gezien noemt de huidige minister Liesje Schreinemacher de beslissing om de hulp te stoppen ‘een belangrijk politiek signaal’.*
En dat was het zeker – voor Israël. Dat zag het als groen licht voor de campagne om de humanitaire operatie van UNRWA stukje bij beetje in te perken.
En zo stortte de noodhulp in Gaza in
Het laatste hulpkonvooi van UNRWA bereikte het noorden van Gaza op 23 januari 2024.* Niet lang daarna ontzegde het Israëlische leger de hulporganisatie de toegang tot deze gebieden – daar waar de nood het hoogst is.
In de weken daarop verbrak Israël officieel de samenwerking met UNRWA en zei het land op zoek te gaan naar alternatieve hulporganisaties. In het plan voor de wederopbouw en het bestuur van naoorlogs Gaza, dat Netanyahu eind februari aan zijn veiligheidskabinet presenteerde, werd de wens om UNRWA op te heffen geformaliseerd.* De hoogste baas van UNRWA, Philippe Lazzarini, kreeg te horen dat hij in heel Gaza niet langer welkom was.
De hulpoperatie stortte compleet in. Want er zíjn geen alternatieve hulporganisaties die kunnen opereren op de schaal waarop UNRWA dat deed. Zonder de infrastructuur van UNRWA kunnen andere organisaties hun operaties niet of nauwelijks uitvoeren, laat staan dat ze het werk van de VN-organisatie kunnen overnemen.
De alternatieven voor UNRWA zijn rampzalig
De alternatieve hulpoperaties die wel groen licht krijgen van het Israëlische leger, lopen uit op een ramp. Zo organiseerde het Israëlische leger een alternatief hulpkonvooi naar Gaza-Stad, dat in een bloedbad eindigde toen wanhopige mensen het konvooi bestormden en het Israëlische leger het vuur op de menigte opende.
Israël is er niet in geslaagd om de donoren ervan te overtuigen dat UNRWA definitief kan worden vervangen door een alternatieve hulpstructuur
Zo begon Nederland, samen met een trits andere landen, aan voedseldroppings. Een laatste redmiddel. Want deze vorm van hulp is duur, ineffectief en gevaarlijk voor de mensen die het voedsel ontvangen.* Voedselpakketten kwamen in zee terecht, waarna wanhopige mensen verdronken.* Anderen werden dodelijk getroffen door pakketten waarvan de parachutes niet werkten.*
Zo zijn de Verenigde Staten nu al bijna twee maanden bezig met de bouw van een haven voor noodhulp, met forse financiële hulp van Nederland.* Maar het is volstrekt onduidelijk wanneer en hoe het voedsel en de medicijnen die in de haven aankomen, vervolgens uitgedeeld kunnen worden in het gebied.*
Dat hier nog helemaal geen goede afspraken over zijn, bleek toen hulporganisatie World Central Kitchen werd aangevallen door het Israëlische leger, nadat ze 100 ton voedsel via de haven naar het getroffen gebied wilde brengen. Zeven medewerkers kwamen om het leven.*
Nederland bouwt aan een alternatieve hulpstructuur
Door de campagne van Israël tegen UNRWA ligt de hulporganisatie in Gaza in puin. Toch zijn bronnen binnen de Israëlische overheid niet te spreken over het resultaat, vertellen ze aan de Israëlische krant Haaretz.
Aan het publiciteitsoffensief lag het niet, zegt een Israëlische diplomaat die was ‘betrokken bij de campagne om de financiering aan de VN-hulporganisatie UNRWA te stoppen’. De beschuldigingen van banden tussen UNRWA en Hamas troffen immers doel en de VN-hulporganisatie liep een flinke deuk op.
Maar Israël is er niet in geslaagd om de donoren ervan te overtuigen dat UNRWA definitief kan worden vervangen door een alternatieve hulpstructuur, zeggen andere hooggeplaatste Israëlische overheidsfunctionarissen. Dat lijkt voorlopig inderdaad niet aan de orde, nu tal van landen hun financiering van UNRWA hervatten – deels in reactie op het onafhankelijke onderzoek naar de neutraliteit van UNRWA, deels omdat bewijs voor de beschuldigingen uitblijft.
Maar wie tussen de regels van het Nederlandse kabinetsbesluit door leest, ziet: Israël kan nog altijd rekenen op bijval.
Want nadat Nederland de onbewezen beschuldigingen aan het adres van UNRWA voor zoete koek slikte en zo bijdroeg aan de implosie van het voornaamste hulpsysteem (stap één), werkt het kabinet nu al dan niet bewust mee aan stap twéé van het campagneplan: het bouwt aan de ‘alternatieve hulpstructuur’ van de wensenlijst van Netanyahu.
Naar hoe het kabinet dat alternatief voor zich ziet, blijft het gissen. De hulporganisaties die het kabinet noemt – naast de voedseldroppings en de noodhaven zijn dat het Rode Kruis* en de Rode Halve Maan, de Dutch Relief Alliance* en het World Food Programme* – sloegen nota bene zélf alarm. Hun werk komt in gevaar door de isolatie van UNRWA.
Wat zeker is, is dat de enige organisatie die nu in staat is om acuut in hulp aan de 1,1 miljoen Gazanen op het randje van de hongerdood* te kunnen voorzien, niet met het kabinetsbesluit is geholpen.
Nog even en stap drie van Israëls plan voor een UNRWA-loze toekomst van Gaza is een feit: dan zijn de Gazanen die deze ramp overleven volledig overgeleverd aan de grillen van een nieuw ‘civiel bestuur’ – met de zegen van Israël.